'T KLEINE KRANTSJE.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
De Voorstreek tussen de Wijdesteeg en het Hoeksterpad, in een veel latere tijd gefotografeerd, dan
die waarover de inzender B. Schuurmans schrijft. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)
wat ook een mooie is: "Hoe
zachtkens glijdt ons bootje,
daar op het spieg'lend meer".
Voor ons was dit achter het mo
lenaarshuis van üs pake Sip
Hoekstra te Langweer waar de
Langweerder Wielen zijn. Hij
was de vader van ons Moeke.
Dat zachtkens worden wij maar
zo-zo, een speedboat zou op
ons meer indruk gemaakt heb
ben. Het schoot niet erg op
voor kinderen die iets te be
wonderen willen hebben. Aan
de bekende bakker Groene-
woudt in de Sint Jacobsstraat
moesten we denken bij het zin
gen van "Wie rusten wil in 't
Groene Woud" (wete jou het
tedder?). Ook stond in mijn
schrift "Krekeltje, krekeltje, in
het gras, 'k wou dat ik wist
waar je was, waar je was", dit
lijkt me een hele zoekerij vooral
in Friesland met al dat gras. En
dan de Friese liedjes van "Röl-
je, rölje, wetterweagen" prach
tig van Eeltsje Halbertsma en
Pieter Jelles Troelstra. De uit
spraak was geen probleem, wij
hadden een fryske mem. Weet
je wie ook zulke mooie liederen
hebben, b.v. VCJG, het Leger
des Heils, de Padvinderij, de
Geheelonthouders en veel
meer. De kreet "Frisia non can-
tat!" slaat op niks, je kunt beter
zeggen: "Fryslan kan dat!" Ne
derland heeft juist een zeer gro
te liederenschat al kom ik niet
ver zonder mijn schrift. Ik weet
ook zeker dat Fenno, de beste
kerel, zijn zangschrift nog wel
heeft, hij gooit namelijk niks
weg, want anders had hij nou
geen 99793 katen. Daarom, ik
fraach ut beleefd om af en toe
een versje af te drukken in het
machtige Kleine Krantsje. Dan
gaan de mensen, afkomstig uit
de tijd dat geluk heel gewoon
was, de liedjes weer zingen en
dat is beter dan vals fluiten bij
gebrek aan tekst. Het kan zelfs
zijn dat Han Reisiger er op af
komt, dat er koren ontstaan en
dat er een vastlegging komt
voor onze muzikale cultuur, die
ons zo lief is. Als het niet kan
dan kan het niet maar denk er
dan wel even aan dat ik mien
sangskrift kwiet bin en se toch
niet misse ken!!!
Ter Apel Jelle Vening
DE VOORSTREEK
De voorpagina van 't Kleine
Krantsje van mei van de Voor
streek riep bij mij veel jeugdher
inneringen op. Wij woonden na
melijk tegenover de huizen, die
op deze foto staan afgebeeld,
al is de plaat in een nog eerde
re tijd gemaakt.
Het mooie huis in het midden
herinner ik me nog heel goed.
Destijds woonde er meen ik
een familie Van der Sluis in.
Links zouden de huizen van de
Gebroeders Tak kunnen staan,
maar zeker weet ik dat niet.
Naast ons huis, aan de andere
kant van de gracht, woonde de
familie Vergonet. Dwars op de
pui herinner ik me een soort
teer- en touwgeval en naast
ons woonde op de hoek van de
"Wiedesteeg" een bakker Gil-
lebaard.
Links van ons huis stond een
"witte kliniek" voor besmettelij
ke ziekten en ik meen me te
herinneren, dat iets verderop
een soort "glop" was waar de
net al genoemde gebroeders
Tak een drank-distilleerderij
hadden.
Is dit juist of speelt de fantasie
me parten?
Huizen B. Schuurmans
De distilleerderij van Tak be
vond zich inderdaad links
van uw ouderlijke woning op
de hoek van de Wijdesteeg,
namelijk naast het café Stad
Dockum op de hoek van de
Voorstreek en het Hoekster
pad. Wat u kunt bedoelen
met "een soort glop" is ons
niet duidelijk.
Red. 't KI. Kr.
FLISIJN-TROSSEL
In 't Kleine Krantsje van mei
stond een foto van Johanna
Trossel. Omdat mijn grootmoe
der van zich zelf ook Trossel
heette, ging ik wat gegevens na
en kwam tot de merkwaardige
ontdekking, dat genoemde Jo
hanna was geboren in 1848 en
niet in 1870, zoals u schreef.
Het kan ook zijn dat een latere
Johanna ook weer met een Fli-
sijn trouwde, maar dat komt mij
vreemd voor.
De vader van Johanna was
Gerrardus of Gerrit Trossel, ge
boren te Leeuwarden 8 februari
1811, banketbakkersknecht,
sjouwerman en koopman, over
leden aldaar 17 januari 1873.
Hij trouwde te Leeuwarden 15
juli 1838 met Huberdina Zelle,
deze was geboren op 24 maart
1813, zij was een dochter van
Lodewijk Hubertus Zelle en
Ymkje Smeding.
Uit dit huwelijk werd als 4e kind
Johanna geboren op 29 augus
tus 1838. Johanna overleed op
8 maart 1933.
Zij trouwde te Leeuwarden 17
juli 1870 met Johannes Flisijn,
geboren 18 december 1836,
zoon van Petrus Flisijn boen
dermaker, en Helena Stek;
deze was eerder weduwnaar
van Grietje Jans Rotsma.
Gerrardus, de vader van Jo
hanna, was een zoon van Jo
annes Trosell of Druschels,
deze was geboren in Groot Lid
deren (Duitsland) omstreeks
1761, hij was grenadier in het
Regiment Orange-Vriesland en
overleed op 3 maart 1827. Ger
rardus werd geboren uit een 2e
huwelijk dat gesloten werd te
Leeuwarden op 17 maart 1805
met Joanna Gerrits, geboren 6
april 1770 en overleden 22 no
vember 1826, zij was een doch
ter van Gerrit Sikkes en Petro-
nella Sjoerds Pettinga.
Joanna was daarvoor reeds
weduwe van Hermannus Habe-
cotté.
De vader van Gerrardus was
Valentijo-Oruschels, deze kwam
in 17Ö0 naar Leeuwarden met 2
zoons, Johann Georg en Joan
nes, beide in Duitsland gebo
ren. Valentijn overleed op 18
april 1792 en werd begraven
vanuit het Heer Ivostraatje op
het Oldehoofsterkerkhof. Hij
was gehuwd met Elisabeth Ce-
ling, die hem overleefde.
Tot zover de voorgeschiedenis
van Johanna Flisijn Trossel, die
als stammoeder van de Flisijns
zelf ook een voorgeslacht had,
waarbij ik broers en zusters,
ooms en tantes nog maar niet
opgesomd heb.
Leeuwarden
Johannes Franciscus
Janssen
"We zijn allemaal familie
van elkaar", wordt er wel
eens gezegd. Lodewijk Zelle
en Ymkje Smeding, die u
noemt, waren ook bet-over
grootouders van de redac
teur van 't Kleine Krantsje,
Fenno Lodewijk Schoustra.
Red. 't KI. Kr.
PIKANTE LECTUUR
In het aprilnummer las ik over
de verkoop van pikante lectuur,
lang geleden, bij de boekhandel
van Zondervan in de Grote
Kerkstraat. Volgens mij werden
er al eerder zeer pikante tijd
schriften verkocht in de Gloppe
in de Weerd door een bewoner
aldaar. Dat blad heette "De
Zwarte Kat". Een ander, soort
gelijk, blad werd stiekem ver
kocht in een kiosk aan de Voor
streek; de naam hiervan was
"De Pan". Dit alles speelde
zich af in de jaren 1926,1927.
Vooral voor ons ouderen is het
zeer interessant. Ik ben nu zes
en zeventig en heb in Leeuwar
den veel meegemaakt. Ik hoop,
dat het blad nog lang mag
doorgaan.
Twijzelerheide J. Postma
SANGSKRIFT FUT
Bij het afscheid nemen na vier
jaar van een (bijbel)cursus
keerde mijn geheugen voor een
ogenblik terug naar onze kin
dertijd. De dag voor de Grote
Leeuwarden A. van Dijk
ZANGKOOR EXCELSIOR
Een kleine aanvulling op het
stukje over Excelsior van Yps
Boersma in het vorige nummer.
Van omstreeks 1935 tot plusmi
nus 1965 woonde er een fami
lie W. Ytsma boven het verga
derzaaltje aan de Groninger
straat, waar het zangkoor Ex
celsior kwam.
Het echtpaar had twee kinde
ren, Jetty en Lieuwe. Jetty
woont in Leeuwarden op Cam-
minghaburen en is getrouwd
met een Johannes (Hannes),
die op de Kanselarij aan de
Turfmarkt werkte en iets deed
op het archief.
Deze familie Ytsma was een
goede familie voor het verzet.
Je kon via hun huis langs een
gangetje in de bakkerij komen.
Ze hadden een onderduiker,
die Pier heette en officieel in de
Sportlaan woonde.
Ook heb ik daar de later zo be
kend geworden Tetman de
Vries voor het eerst ontmoet.
Volgens mij werkte hij toen bij
de bakkerij Excelsior.
Assen M. Bremer-Draaisma
DAVID
Vroeger had je in onze stad
een zekere David, een joodse
man, die een kar met pakjes en
dozen naar het station bracht
om die te versturen. Dat was
nogal een bang type. Ze plaag
den hem ook altijd, wanneer hij
ging afrekenen in het kantoor,
waar hij de pakjes bracht. Dan
haalden ze gauw met een tang
de splispen er voor weg en als
David dan terugkwam uit het
kantoor en verder wou rijden
met de kar rolde het wiel er af.
Misschien zijn er mensen, die
hem beter hebben gekend en
die er meer van weten, want ik
was toen nog maar veertien
jaar en werkte ook bij joodse
mensen, Hessel Turksma aan
de Eewal 55 en die had drie
zonen, Maurits, Barend en Re
ginald.
Ook had je in die tijd in de stad
een "Sikke de bal", of "Sikke
de Keats" zoals ze ook wel zei
den. Volgens zeggen moet die
vroeger een goede kaatser zijn
geweest - misschien zijn er le
zers, die ook hem nog hebben
gekend en die hierop willen re
ageren.
Ik vind 't Kleine Krantsje gewel
dig en ik zie er altijd naar uit.
Vacantie hosten we door de
straten van onze goede stad en
zongen enthousiast: "het is fan-
daach de allerlaatste keer, dal-
ierlaatste keer, dallerlaatste
keer" gevolgd door een beden
kelijk couplet dat tot mijn spijt
als volgt luidde: "En de groatste
barch staat foor de klas, foor de
klas, foor de klas!" Ik vind het
toch zo erg dat ik meegebalkt
heb met de meute, want wij
hadden een fijne meester,
meester Greben die ons 's za
terdagsmorgens voorlas uit Dik
Trom en Kruimeltje, als we het
de voorafgaande week tenmin
ste niet al te bont hadden ge
maakt. Ik weet nu, na zestig
jaar, nog dat hij op 6 oktober
jarig was en ik zal hem nooit
vergeten!
Jelle, Jelle, wat hew ik deen!
We deden ook een spel op
straat en daarbij hoorde "Er zijn
geen rovers meer in 't bos, bos,
bos", waarbij ik dan uiteraard
moest denken aan het bos van
Ypey. Een prachtig lied was
ook "Oud Moedertje strompelt
naar buiten, en sprokkelt wat
spaandertjes hout". Onze goe
de vader, die muzikaal en
geestig was, zong het in de
werkplaats (Bleeklaan 9) en
draaide dan steeds de woorden
om: zo van "Oud strompeltje
buitelt naar moeder "en nog an
dere variaties, die mijn broer
Sip en mij zeer goed bevielen.
Er kwamen ook jongens in
voor, ze heetten Koen, Willem,
Johannes en Piet. Mijn broer
moet dan denken aan Koen de
Jong van de Bleeklaan en ik
aan Piet Boetes. Jongens met
fijne ouders waar een vriendje
welkom was en je thee kreeg
met een koekje. Mooie teksten,
maar ik ben ze kwiet, mien
skrift is weg. Een mooie was
ook: "Langs berg en dal klinkt
hoorngeschal" en verder weet
ik het niet weer. Voor mij was
dit hoorngeschal, hoewel nooit
waargenomen, op de Berg op
de hoek van Bleeklaan en Oos
tersingel, waar wij eerst woon
den, Achter de Vijverschool.
Het is wel droevig dat ik dit
dacht, maar wat muk! Weet je