'T KLEINE KEANTSJE VOOR DE RECHTER VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 8 De Drie Klavers aan de brede kant van de Nieuwestad (nu Hunkemöller Lexis) herbergde in vroeger jaren het Lemster veerhuis. Het was toen een van de vele herbergen en veerhui zen, die de stad rijk was. Leeuwarden had ook een Witte Brug en een Blauwe Brug, bei de over het Vliet. Toen de Tuin- ster Land- en Waterpoorten werden opgeruimd, is - in 1818 - ook deze Roode Brug van z'n plaats gehaald. De Bleeklaan is niet genoemd naar het latere hotel De Bleek, maar naar de herberg De Bleek, die gestaan heeft op de hoek van de Groningerstraat weg, vlak bij de Hoekster- poortsbrug. Het terrein ten zuid oosten van deze oude herberg (de herberg van Klopma) werd eertijds als bleek gebruikt, van daar dus die naam. De Rijzende Zon was in het laatst van de vorige eeuw de naam van een van de vele slaapsteden in de Boterhoek. Het logement had een uithang bord met op een blauw veld een stralende vergulde zon en het onderschrift De Rijzende Zon. De Roode Brug lag eens over het water van de Tuinen en we mogen wel aannemen, dat onze voorouders deze brug rood geschilderd hadden - Rhalapijp was een andere naam voor de Blokhuispijp bij het Blokhuis over de Oude gracht. Johannes Rhala was Raadsheer in het Hof van Friesland; hij woonde in zes tienhonderd zoveel in het nabij gelegen Andringahuis. Het Looyersbruggetje lag tot voor vijftig jaar even ten westen van de Poppebrug op het Noordvliet. Het bruggetje zal genoemd zijn naar een leer looierij op deze plaats. Het Gelukskantoor was - voor de laatste wereldoorlog - een verkoopkantoor van loten van Max Cohen aan het Raadhuis plein. Max Cohen's Gelukskan toor heeft inderdaad verschei dene stadgenoten gelukkig gemaakt: de loten, waarmee lompenhandelaar Procee van het Hoeksterachterom en de bekende Sipke Castelein van De Bagijnesteeg loopt evenwij dig aan de Weerd van de Nieu westad naar de Bagijnestraat, de ingang van de steeg aan de kant van de Nieuwestad is naast het pand van Schweig- mann, de vroegere Heerenso ciëteit. Eens liep hier de Oude gracht, de oudste verdedigingsgracht van Leeu warden. De steeg ontstond honderd jaar geleden (1869) toen dit deel van de Oude gracht werd gedempt. Het hotel-restaurant De Bleek op de hoek van de Groningerstraatweg en de Bleeklaan was niet de naamgever van die laatste straat. (Foto: Fenno Schoustra) Het Gulden Paert was een nieuw café in oude stijl aan de Beyerstraat. Het café kwam in de plaats van de koffiebar De Tunnel. Tal van cafébedrijven hadden hun biljarts de deur uit gezet: het Gulden Paert had er juist een biljarttafel als een at tractie ingehaald. De man, die het Gulden Paert bereed was G. Giezen, een echte Leewad- der. van de Munnikemuurstraat met de Vijzelstraat. De brug zal wel genoemd zijn naar de nabijge legen Potbakkersplaats. De brug kon vervallen, toen een deel van het water langs de Nieuweburen werd gedempt. De Zuidergracht is een stuk stadsgracht tussen de Eerste Kanaalbrug en de oude Ver- laatsbrug. Het is een naam, die niet veel wordt gebruikt. Voor 1845 liep de Zuidergracht dwars door het (huidige) Wilhel- minaplein van het Schavernek naar de gracht langs het latere hotel Amicitia. Deze eerste Zui dergracht werd ook wel Oude Heerengracht genoemd. De Beurs kent natuurlijk ieder een en dan bedoelen we het beurs- en waaggebouw aan de Wirdumerdijk. Het gebouw da teert van 1880. Voor die tijd werd (o.a.) beurs gehouden in het waaggebouwtje aan de Nieuwestad. De Pottebakkersbrug, die tussen de Vijzelstraat en de Monnikemuurstraat lag. (Foto: Fenno Schou- stra/'t Kleine Krantsje) De Potbakkersbrug konden onze voorouders vinden op de Nieuweburen, waar ze - tot 1863 - de verbinding vormde hotel Spoorzicht omstreeks 1934 de honderdduizend won nen, waren verkocht door dit Gelukskantoor. Het Friesch Museum kent na tuurlijk iedereen, maar dit is ook de naam geweest van een si garenzaak. Het sigarenmaga zijn "Het Friesch Museum" van de heer S. Vinken stond in het begin van deze eeuw aan de Tweebaksmarkt en wel op de plaats van het postkantoor. De Warmoesgracht komen we zelden meer tegen, maar toch is die gracht er nog wel: het is de Weaze, die vroeger wel Warmoesgracht werd ge noemd; stellig omdat hier de groenten werden aangevoerd van de zuidelijk van de stad ge legen warmoezerijen. De Vijf Kolommen heette hon derd jaar geleden een huis aan de Achter de Hoven, dicht bij de Zuidergrachtswal. Het pand heeft wellicht op vijf pilaren of kolommen gerust, maar moge lijk is het ook, dat het alleen maar een uithangteken met vijf kolommen droeg. De Frederik Ruyschstraat dankt z'n naam aan de Neder landse ontleedkundige Frederik Ruysch, die leefde van 1638 tot 1731. Hij was geneesheer in Den Haag en hoogleraar in Am sterdam. Ruysch had een zeer grote collectie anatomische pre paraten. De Doelebuurt was een ande re naam voor het Sint Jobs- leen, zoals later het verlengde van de Boterhoek werd ge noemd. Dag in dag uit zag men hem lanos 's heeren wegen zwer ven, de oude man met zijn ge bogen rug, zijn wit haar en zijn grijze stoppels, zijn onafschei delijke metgezel, het galante- rieënkistje bij zich. lederen dag strekte hij zijn moede leden uit op een legerstede in een volks logement te Leeuwarden. Zijn trouwe vriend stond dan achter de deur. In den morgen van 29 juli was de plek, waar het kistje moest staan leeg. De oude man zat in zak en asch, want het was Za terdag, een dag, waarop tal van menschen hem verwachtten. En nu kon hij zijn dagelijksche route niet nemen. 't Duurde niet zoo heel lang of hij had zijn kistje terug. De poli tie had een onderzoek inge steld en het spoor leidde naar J. T. 51 jaar, zonder beroep te Leeuwarden en mede-logé in het volkslogement. Deze had het verkocht aan ie mand, die zoo barmhartig was het den ouden zwerver terug te geven. Echter enkele galante rieën waren verdwenen. Thans moet T. terecht staan wegens diefstal. Hij is niet ver schenen. 't Is een gemeene streek van T. geweest, meent de rechter, om zijn mede-pensionair te beste len. En de officier eischt 14 da gen gevangenisstraf. Vonnis dienovereenkomstig. "Hier", zegt de rechter en houdt den ouden man een papiertje voor: "Hier zit nog vijftien cents in, van spul, dat T. heeft ver kocht".. Eenigszins beduusd kijkt de zwerver naar het pa piertje. 'k Zou het maar aan nemen", zegt de rechter. Thans klaart het oude verweerde ge zicht op, de oude neemt het pa piertje aan, tikt met zijn vinger even tegen den slaap en glun der lachend vertrekt hij. (1933) Pesjemisme is de slimste ziek te die't er is. Een vent die't succes hewwe wil mut mar es beginne met op timistisch te wezen. Een verkoper, die't alles weet van sien artikel is een expert, mar 't is een zeurkous as ie er oek nog alles van vetelt. Het beste bewies van goeie manieren is om met geduld slechte manieren te vedragen. Deur te denken kanne je beter wudde, mar deur te praten son- der te denken kanne je ande ren ziek make.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 8