iou 'T KLEINE KRANT5JE /i/nmnwn in </e fien VOOR LEÊUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN DEBOLLEMANSTEEG In 1925 kwam ik vaak in het vierkant halfweg de Bolleman- steeg, waarover een vorige keer in 't Kleine Krantsje werd geschreven. Daar stonden hele oude woningen, waarvan de meeste als werkplaats werden gebruikt. In een ervan werkte een fiets- maker Huisman; misschien fa milie van de Huismans, die ook in dat stukje werden genoemd. Huisman herstelde niet alleen, maar hij maakte zelf ook fiet sen. Het frame soldeerde hij met een grote brander en dan maar slijpen met de vijl. De firma Oosterhuis was zijn adres voor het moffelen. Hard werken voor weinig geld! Leeuwarden VREEMD GEVAL A. van Dijk Ik zit even te lezen in het Kleine Krantsje nummer 573 van no vember 1991. Tot mijn verba zing vind ik daar een stukje in, dat bijna gelijk is aan wat er enige weken geleden ook is ge beurd en wel dit: Sneue zaak Dat was ook even een sneue zaak voor de brugwachter van de Oosterbrug in december 1950. Had die goede man net een schip zijn brug laten passeren, toen er nog een sleepbootje aankwam. Dat zat aan het eerste schip vast, wat de brugwachter hele maal niet in de gaten had. Die liet dus het brugdek zakken, waardoor de hele kajuit van het sleepbootje werd afgerukt. De tekst van de daaropvolgen de dialoog tussen de brug wachter en de schipper kennen we helaas niet. De brugwachter zal wel niet gezegd hebben: "Oh, sorry schipper..." Leeuwarden T. Kasper BOVEN "-ONDERDUIKEN Toen ik twee jaar ondergedo ken was bij mijn broer Jan en zijn vrouw Duif te Dronrijp, waar hij winkelchef was bij de Coö peratieve Excelsior, was het lo gisch, dat ik hem zoveel moge lijk hielp bij zijn werkzaamheden. We waren dan ook vaak in de winkel doende om die te voorzien van dummy's (lege verpakkingen) van goederen, en eigenge maakte showkaarten, om er toch maar het aanzien van een volle zaak aan te geven. Zo ook op een middag, toen er een seintje kwam van een ko mende razzia, met vlak daarop een aantal Wehrmachtauto's, die dichtbij ons werden uitgela den met manschappen, die de huiszoekingen moesten verrich ten. Er was voor mij geen mogelijk heid om zo snel weg te komen, dus binnen een paar seconden lag ik, al was het vooraf afge sproken, languit op het boven ste winkelschap, met de rug te gen de muur, terwijl mijn broer en zijn vrouw snel een groot aantal lege dozen uit de etala ge pakten en mij daarmede aan het gezicht gingen onttrekken. Nauwelijks was dat gebeurd, of de winkeldeur ging open, maar, verrassing, daar kwam nog een klant binnen stappen, een oude vrouw, die bouillonblokjes en theelichtjes wilde hebben. Daar ieder moment de Duitsers voor de huiszoeking binnen konden stappen, hielden mijn broer en zijn vrouw haar even aan de praat. Mijn schoonzuster vroeg haar hoe het met Anne haar dochter ging, en of er misschien al een opvolger op komst was. Terwijl op dat moment de Duitsers voor de huiszoeking naar bin nen stapten, antwoordde de klant met een verontwaardigd gezicht "Us Jan en Anne dogge net vies". Hierop schoten mijn broer en zijn vrouw uitbundig in de lach en ze vroegen haar hoe dan in vredesnaam haar eigen dochter ter wereld was gekomen. Met opgeheven hoofd ging de vrouw de winkel uit, de Duitsers straal negerend én zonder ver der een antwoord op die vraag te geven. De Duitsers begrepen het wei niet helemaal, maar lachten toch om het strenge en veront waardigde gezicht van de oude vrouw. Hierop vroegen ze mijn broer om zijn Ausweiss te tonen, en gingen toen na een vluchtig kijkje door de zaak weer weg, want in een bedrijf waar nog zo spontaan gelachen kon worden, kón toch geen onderduiker aan wezig zijn. Terwijl zij hun speur tocht in de andere woningen voortzetten, bleef ik veiligheids halve (ze konden immers nog terug komen) nog minstens een paar uur boven in de winkel op het winkelschap en probeerde mijn adem in te houden en niet te bewegen, want door een en kele beweging had ik de dum my's, de lege dozen, die mij aan het gezicht onttrokken om ver kunnen stoten. Eindelijk, eindelijk, nadat het sein "veilig" was gegeven, kon ik mij vermoeid en stijf uit mijn uitzonderlijke schuilplaats ver wijderen. Deventer OALIEKOEKEN Dirk Faber Een paar opmerkingen naar aanleiding van het geschrevene over de "oliekoeken" in 't Klei ne Krantsje van april. Het refrein van het Harlinger versje over de oaljekoeken is een klein beetje anders dan mevr. Jagersma-Stedehouder vermeldde. Het luidt (met excu ses voor een eventueel onjuiste spelling): "Oaliekoeken, toe nou, moeke- /Se kosse maar een stuver ut stuk'T'Bist niet wies, ju? Bist niet wies, ju?/De senten groeie mij niet op'e rug/Soek een jon ge met een ponge/in 'e buse fan sien broek./Bistou rij met frijen en met tuten/dan krijste fast een oaiiekoek". Moeke stuurde dochterlief dus niet naar haar eigen jonkje, maar vond kennelijk dat ze wel van haar charmes gebruik kon maken om iets van een jongen met geld gedaan te krijgen. Hm! Het liedje is gedicht door Wim Kroon, die meer Harlinger lied jes heeft gemaakt, o.a. over de "Ouwe muilen de Bazuun", "Op het Skie-ska-skapediekje" en "Gaan jou met een singeltsje om?" Wim Kroon heb ik in 1945 ont moet toen we in Appelscha kampeerden bij boer Gorter, maar de genoemde liedjes ken de ik al, helemaal of gedeelte lijk, van Sjoerd Heeres, een Harlinger jongeman die van 1943 tot 1947 bij mij in de klas zat op de "J. Th. de Visser Her- vormde Kweekschool", beter bekend als "Mariënburg". Die kweekschool, de voorloper van de latere P.A. en de tegenwoor dige Pabo was gevestigd in een soort villa aan Achter de Ho ven, naar ik meen het vroegere tuinmanshuis van "Marijke Meu". Dat was een oud ge bouw met grote kachels in de kamers die als lokaas dienst deden, en met balkons waar we beslist niet mochten komen om dat ze onbetrouwbaar waren. Later is dat huis gesloopt om plaats te maken voor een nieuw gebouw, maar dit is intussen ook alweer vervangen. Dus ook een voorbeeld van een gebouw in Leeuwarden dat het niet erg lang heeft uitgehouden. Hurdegaryp L. van Kampen ONGEKEND ONWEER Naar aanleiding van het stukje "Ongekend onweer" in 't Kleine Krantsje van januari van dit jaar vond ik het nodig en misschien wel leuk om enige aanvullingen te geven. Dat onweer van 3 juli 1914 was inderdaad bijzonder zwaar. Wij len mijn schoonmoeder, Eke Kalsbeek te Warga, zat te mel ken en zag het met grote snel heid en onheilspellend opko men. Overal rondom sloegen de bliksemstralen in en zij zag ook de bliksem inslaan in het Suphus. De koperen melkem mers sloegen blauw uit. Ze vluchtte naar binnen. In 1935 kwam ze, inmiddels twaalf jaar getrouwd met Hen drik Deelstra, zelf op het Sup hus wonen. Het bovenstaande heeft zij mij later dan ook ver teld. Zij bleven er wonen tot 1964 waarna de boerderij snel in een ruine veranderde en de puinho pen liggen er nog, overwoekerd met onkruid en struiken. In jaren rond 1950 stond achter de boerderij een oud hok voor jongvee. In de balken waren di verse initialen gesneden. A. v. M. en H. v.d. M en ook v. K. Navraag leverde op dat hier ook een Van Keimpema had gewoond. Het Suphus dat afbrandde was nog een vrij nieuwe boerderij, in 1902 gebouwd op de plaats van een eerdere boerderij. Op een kaart van Schotanus uit 1718 is op deze plaats ook al een gebouw getekend. Er stond op het erf van het Suphus in 1964 nog een varkenshokje dat gebruikt werd als kolenhok. Dit hok was gebouwd van een an der soort steen en het is best mogelijk dat het al van voor de eeuwwisseling dateerde. In het spekhok van het laatste Sup hus lag op het rookkanaal een steen met als tekst: "Herbouwd en vergroot in 1902. Kerkvoog dij van de Ned. Herv. Gemeen te te Huizum". Mocht er ooit nog eens op deze plaats een gebouw komen dan zou het wel aardig zijn die steen in dit gebouw een plaats te geven. Nu staat ze nog bij mij achter in de tuin. Op het Suphus hadden wij ook een mooie kijk op de voortgang van het recreatieterrein "De Froskepolle". Het meest weste lijk deel was oorspronkelijk be- pagina 4 stemd voor een scheepswerf. Halverwege de opvaart naar Pylkwier en de Greuns had een Rozema grote plannen. De fun dering was klaar. Verder is het niet gekomen. Rozema emi greerde naar Australië. De ge meente besloot tot de aanleg van een recreatieterrein en bur gemeester Van der Meulen plantte de eerste boom. Ik was daar als amateurfotograaf bij en moet de negatieven nog heb ben. Het oostelijk deel van dit terrein, richting Ouddeel is ge deeltelijk opgehoogd met be hulp van kipkarren en gedeelte lijk opgespoten met bagger specie uit het Van Harinxma- kanaal in wording en bagger uit de stad. Tot de modderdam rondom dit terrein doorbrak en een groot deel van het Woud mansdiep volliep. Deelstra had toen geen drinkwater voor het vee. Op last van de Provinciale Waterstaat heeft de aannemer Krikke toen nog maatregelen moeten treffen om een en an der in de oude staat te bren gen. Ook zijn de betonnen rol len en het andere betonafval van de "Mauer-Muur" in de Overijsselse straatweg in het Woudmansdiep gestort en die liggen nu vlak bij het bruggetje naar de Froskepolle. En dan nog iets. Een poos ge leden stond in de Leeuwarder Courant dat bij graafwerkzaam heden op het Industrieterrein "It Hemrik" (de bewoners noem den de landerijen tot het Oud- deel It Hemrik en niet "De Hemrik") een stuk staal gevon den werd, misschien een stuk projectiel? Dit was vermoedelijk een deel van de oude waterlei dingbuis die vanuit Leeuwarden door het Hemrik richting Ber- gum loopt. In de "jister" van mijn schoonvader waren een paar gietijzeren deksels waar onder aftappunten of afsluiters. Deze zijn daar nooit verwijderd bij het ophogen van dit terrein. Misschien heb ik met dit com mentaar nog meer herinnerin gen opgeroepen en daar is nu precies dit onvolprezen Kleine Krantsje van Fenno voor. Drachten Lieuwe Tijsma FOPPESLOTEGRAAF In 't Kleine Krantsje van mei vinden we een foto van Foppe Slotegraaf, staande achter een betonmolen van ons bedrijf; in die tijd, 1954, maakten wij de beton nog op het werk. Foppe was molenbaas, als er beton moest worden gestort, (Vervolg op pag. 9) Dit is een foto van het Suphus, zoals het vroeger was. De opname is zestig jaar geleden, in 1935, gemaakt.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 4