DE BAJUS RAVELLERS ZONGEN IN GEVANGENIS
VERGISSING IN OORLOGSTIJD
pagina 8
DANK ZIJ DUITS VUUR
BOERDERIJ IN BRAND
De 'Bajus Ravellers' - zo
noemde zich in de dertiger ja
ren een zanggroepje uit de Pa
terskerk in de Speelmansstraat,
dat zich zo nu en dan verdien
stelijk maakte met een vocaal
optreden in de Leeuwarder
Strafgevangenis.
Dat het zo nu en dan verschij
nen in die sombere inrichting
de leden van dit groepje tot
een blijvende somberheid
bracht, kan bezwaarlijk worden
gezegd: buiten de muren van
de gevangenis konden de he
ren bij onderlinge samenkom
sten uitbarsten in uitbundig
feestgedruis.
Wie er zoal deel van uitmaak
ten? Wel, we noemen zomaar
een paar welbekende namen:
Toon Westra, Siep Ter Horst,
Cor Annyas, Carel Paping,
Theo Hofstede, Gerard
Schweigmann en, niet te verge
ten natuurlijk, Jopie Kaller.
Dat de vroegere Bajus Ravel
lers, voorzover nog in leven, te
genwoordig niet zoveel noten
meer op hun zang hebben, lijkt
ons het meest aannemelijk nu
we zovele tientallen jaren later
zijn.
Op deze foto, helaas nogaf wat aangetast door de tand des tijds, zien we hoe mooi de te van de boom rechts nauwelijks te zien. De ruïneuze toestand van de boerderij-
boerderij van de Wassenaars aan de Marssumerstraatweg is geweest. De plaat is restanten is op dit moment nog erger dan zes jaar geleden, toen wij deze foto maak-
gemaakt, toen de schuur na de brand al was verlaagd, maar dat is door het geblader- ten.
Een hele tijd geleden schreef ik een verhaal voor 't Kleine Krantsje over mijn beleve
nissen op het Leeuwarder vliegveld in de oorlogsjaren, de periode van 1942 tot 1945.
Onlangs werd ik nog weer eens herinnerd aan die tijd door een verhaal plus foto in de
krant. Dat ging over de grote boerderij van Wassenaar, die aan de Harlingerstraatweg
heeft gestaan, even voorbij de Rooms-katholieke begraafplaats aan de oude weg
naar Marssum. Ik heb het meegemaakt, dat deze plaats in 1943 door een vreemde
vergissing van Duits afweergeschut werd geraakt en in de tijd van een ogenblik in
vuur en vlam kwam te staan.
Ik werkte toen in een magazijn,
dat achter de begraafplaats aan
het Schapedijkje stond. Dit en
nog meer gebouwen bevonden
zich aan de zogenaamde Rol-
baan en aan het zuidelijke eind
van die baan stond, vlak achter
de boerderij van D. Jellema,
een grote reparatiehal.
Tegenover ons magazijn, aan
de westkant, op een afstand
van plusminus vijftig meter,
stonden drie houten kubussen
ter grootte van ongeveer tien
maal tien maal zes meter.
Boven op iedere kubus was
een twee centimeter snelvuur
luchtdoelkanon geplaatst en de
Duitse bedieningsmanschap
pen verbleven onderin, dus
dicht bij hgn werk.
GESCHREEUW EN DRUKTE
Dit spul hielden wij altijd goed
in de gaten,want als er "on
raad" was kwamen die mannen
in actie nog voor het loeien van
het luchtalarm begon. Dat ging
dan met veel geschreeuw en
drukte gepaard - die kerels ren
den met veel kabaal naar bo
ven, namen het dekkleed er af
en begonnen in duizend haas
ten het v/apen te laden.
Wij stonden dan als Hollanders
in ons magazijn achter drie-
steensmuren door de ramen te
loeren, erg benieuwd naar de
dingen, die er gingen gebeuren.
Dat was natuurlijk bloedlink,
maar ja, je wou nooit wat mis
sen en je bevond je daar op de
eerste rang.
Het moet in de loop van 1943
zijn geweest, dat de geallieer
den begonnen te vliegen boven
de spoorbanen en de wegen en
dat de tommy's gingen schieten
op alles wat bewoog.
Het is nu dus langer dan vijftig
jaar geleden, maar ik zie het
nog voor me alsof het gister is
gebeurd. Op zekere dag zagen
wij jagers vliegen boven het
spoorwegemplacement var.
oost naar west. Dat was voor
ons en dus ook voor dat lucht
afweergeschut op een afstand
van vijf en twintighonderd meter
en dat was voor enige trefkans
te ver weg.
Maar die Duitsers van de Flak
waren gewoon door het dolle
heen en de kerels namen het
besluit toch op de overvliegen
de jagers te schieten. Daarvoor
moesten zij de lopen zowat ho
rizontaal leggen en het ene na
het andere salvo ratelde er uit.
Er werd geschoten met twee
centimeter granaatjes met
lichtspoor en je kon dus de ge
hele baan van de projectielen
volgen. De munitie hoefde
maar even wat te raken of de
granaten ploften uit elkaar en
zo ook hier.
BOERDERIJ IN DE FIK
Plotseling zagen we tot onze
grote schrik hoe de boerderij
van Wassenaar aan de Mars
sumerstraatweg op een afstand
van twaalfhonderd meter door
een heel salvo werd geraakt en
meteen van voor tot achter in
de fik kwam te staan.
Zo lang er nog geschoten werd
en het sein "veilig" nog niet
klonk waagde de brandweer
zich ook niet op de plaats van
de ramp en de hele schuur van
de grote boerderij brandde dan
ook af.
De Wassenaars hielden het
boerenbedrijf daarna nog provi
sorisch aan de gang, maar la
ter, na de oorlog, moesten ze
ook nog een flink deel van hun
erf missen, toen de vierbaans-
weg van Leeuwarden naar Har-
lingen werd aangelegd.
Toen de lucht boven de bran
dende boerderij zich nog rood
kleurde keerde de rust op het
De heer Jan Wassenaar, die al lang in de stad woont, bezit nu nog
altijd de restanten van wat eens een grandioze Friese boerderij is
geweest. Hij vertelde ons, dat hij ongeveer een half jaar voor de
plaats door de Duitse beschieting in brand vloog, had gedroomd dat
dit zou gebeuren. Veel later droomde hij, dat hij op de Heliconweg
dooreen auto zou worden overreden. En waarempel, ook deze voor
spellende droom kwam precies zo uit. (Foto: Fenno Schoustra)
vliegveld terug, maar tot de glo
rieuze dag van de bevrijding
zou hier nog wel het een en an
der gebeuren...
Leeuwarden
G. Brinck