HUWELIJKSPERIKELEN VAN
VOOR VIJFTIG JAAR
'T KLEINE KRANT5JE
VOOR
DE RECHTER
TA TES EO*1^1 TiJEE*i^i
SCHOONHEID DIE
faimtt ècni^Jwuti) Ju^rDnó Jtirfé
t ÜL iïpittsfowh-
i%n
GEEF MIE
NOG 'N DRUPSKE
IN 1935
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
De vorige maand waren we vijf
tig jaar getrouwd, wat op zich
zelf, behalve het uithoudings
vermogen, geen bijzonder feit
is. Maar op zo'n trouwdag doen
zich wel kleine voorvallen voor,
waar je later vaak glimlachend
aan terug kunt denken.
Die dag begon al vroeg, want
mijn vrouw Hinke Rozema
woonde op de Lekkumerweg,
vlak voor de Bonkebrug, en
daar we op aanraden van de
familie de receptie 's middags
maar thuis zouden houden,
waren er natuurlijk te weinig
stoelen aanwezig voor te ver
wachten gasten. Die moesten
wij eerst maar 'even' halen en
wel bij café Kabel op Snakker-
buren. Het gemakkelijkst leek
ons dit te doen met de boot van
vader, die er één had, om er als
tuinder zijn produkten mee naar
de veiling te brengen. Dus 's
morgens vroeg met mijn zwa
ger Wessel Spoelder uit Hoorn,
die ook wel handig leek, met de
boot van huis af naar de
Bonkevaart. Vandaar naar de
Dokkumer Ee, om dan gelijk
rechtsaf bij café Kabel aan te
leggen. Daar werden een dertig
stoelen van boven gehaald,
naar beneden gebracht en in
de boot geladen. Daarna gin
gen we als echte 'varensgas
ten' met de handel terug.
ENORME STAPEL
Door die enorme stapel stoelen
konden we elkaar niet eens
zien en soms duwden we onze
vaarboom niet eens dezelfde
kant op en bleef die kloet zo nu
en dan ook wel rechtop in het
water staan. Het was in ieder
geval een prachtig begin van
een mooie dag.
Op de middag eerst netjes de
trouwkleren aan, Hinke heel
mooi in het wit, een jurk spe
ciaal voor haar gemaakt, met
een bruidsboeket van roze
anjers. 'Een plaatje'. En ik? Ja,
ik ging zoals het toen hoorde in
een zwart jasje, met een
streepbroek, die je toen natuur
lijk niet zelf had, maar voor die
dag huurde bij Kaller op de
Nieuwestad.
Om drie uur 's middags zijn we
getrouwd in de mooie trouwzaal
van het Gemeentehuis aan het
Raadhuisplein en wel door wet
houder Botke - het was toen zo,
dat de wethouders de trouw
plechtigheid verzorgden. En
mijn schoonvader had gezegd:
"dan moet je wethouder Botke
vragen, dat is een 'goeie' en
één die veel voor de tuinders in
de stad doet."
Wethouder Botke ging er in zijn
toespraak dan ook maar van
uit, dat dit juist de oorzaak was,
dat hij was gevraagd om ons in
de echt te verbinden. Van de
verdere inhoud van zijn toe
spraak weet ik mij niet veel
meer tp herinneren, alleen dat
we een trouwboekje meekre
gen, om de eventuele kinderen
met een maximum van twaalf
stuks in te kunnen laten bij
schrijven. Wij hebben het ech
ter maar bij twee gelaten;
Robert kwam in 1951 en Erna
in 1952. Na de trouwplechtig
heid hadden we zelf geen pro
blemen meer met onze visite,
familie en collega's van Coöp
Excelsior en van de Z.P.C.,
want wij gingen als bruidspaar
Akke B. kwam wel vaker daar
inden winkel.
"Oek wel in 'e hüs, sien, want it
war'n goeie kennis."
Zoo ook in den avond van 27
Mei.
Een agent zag Akke weer het
huis binnensluipen, maar hij
zag meer. Hij zag dat de vrouw
een leeg fleschje overreikte en
de huiskamer van een perceel
aan het Schoenmakersperk bin
nentrad.
Even later kwam de bewoner
van het perceel buiten kijken,
net als iemand, die het terrein
verkent om waar te nemen, of
er ook onraad is.
Dat kwam den agent verdacht
voor. Na een korte wijle komt
Akke weer het huis uit en wordt
naar de fotograaf, terwijl de
belangstellenden zich naar het
Wilhelminaplein spoedden,
naar de kermis, waar ze zich
opperbest vermaakten. Onze
fotograaf was Han de Vries op
de Wortelhaven, een lange
slanke man die ons netjes op
de foto zette. Toen we zeiden
ook nog graag een borstfoto te
willen hebben betrok zijn
gezicht ietwat, want zoveel
materiaal voor foto's was er in
die tijd nog niet. Liever gebruik
te hij die negatieven voor een
ander trouwlustig paar. Maar
tenslotte gaf hij toch maar toe.
INGEWIKKELDER
Nu werd het wel iets ingewik
kelder, want Hinke was iets
kleiner dan ik. Dus zette Han de
Vries een smalle houten
schraagbank voor ons neer,
met een kussen er op voor
Hinke, waardoor ze iets hoger
kwam te zitten. Ik moest schrij
lings achter haar plaats nemen
op de bank. Om te laten zien,
wat hij bedoelde, zou hij het
even voor gaan doen, dus
sloeg hij zijn lange benen over
de smalle bank heen, en ging
hij zitten. Dat althans was zijn
bedoeling, maar hij dacht er op
dat moment niet aan, dat de
poten van de bank niet aan het
eind zaten, maar zo'n halve
meter verder. Dus toen hij neer
plofte, schoot de bank met een
klap omhoog en vloog door zijn
atelier heen, terwijl hij zelf een
pracht van een koprol maakte.
Het was zo'n komisch gezicht,
dat wij als pasgetrouwd stel,
met nog de indrukken van de
plechtigheid in ons hoofd, een
onbedaarlijke lachbui kregen,
waarbij ons de tranen in de
ogen sprongen. Han de Vries
kroop weer overeind en zei
heel nuchter: "Ja, zo moet het
dus niet..."
Dat zijn dan van die voorvallen,
die een mens altijd bij zullen
blijven. Maar die foto is echt
mooi geworden, dus over zijn
vakmanschap kunnen we geen
twijfels hebben.
's Avonds toen de gasten weer
van de kermis terug waren,
hebben we in hotel Stadszicht
aan de Groningerstraatweg
onze bruiloft gehouden.
ZINKEN EMMERS
De volgende morgen vertrok
ken we met een paar zinken
emmers vol met de gekregen
bloemen, met de trein naar
Steenwijk, waar we het eerste
jaar na ons trouwen hebben
gewoond. Na Steenwijk kwam
Sneek bij Coöp. Excelsior, toen
naar Leeuwarden, later naar
Hoogeveen en nu zitten we al
meer dan de helft van onze vijf
tig huwelijksjaren in Deventer,
van waaruit we alle oude
bekenden van harte groeten.
Dirk Faber
aangehouden. Want het eerst
ledige fleschje blijkt nu gevuld
met een helder vocht, zooals er
in Schiedam veel gebrouwen
wordt.
"Wat heb je daarvoor betaald?"
"Vier-en-tachtig-cent".
"Dan zal ik die jenever maar in
beslag nemen, want de verkoo-
per heeft geen vergunning".
Kantonrechter: "Is het waar
Akke, dat je daar die jenever
hebt gekocht?"
Getuige: "Gekocht? Né, ik gaf
hem it fleske en doe het er my
dat in 'e kamer overgeven."
Kantonrechter: "Ja, dat noemen
wij koopen, zie je. Je bracht het
fleschje er leeg in en kwam er
vol weer uit."
Getuige: "Mar mag de politie
my soa mar anrande? Dat
noem ik onsedelik. As ik in par-
raplu by me had hadde, dan
had ik hem op syn kop slagen!"
De verkooper, J. de B., wordt
wegens den ongeoorloofden
verkoop gevonnist met 15,-
boete of vijftien dagen hechte
nis.
Kantonrechter: "Zooals je ziet
Akke, dat wordt voor den ver
kooper een duur borreltje."
Getuige: "Der't wy net niks fan
had hewwe. En dat sunt agent
mar segge mag 'ik pak je an',
né, dat fyn ik oek niks netsjes."
Kantonrechter: "Nou, hij mag
de drank in beslag nemen en
die wordt hier nu verbeurd ver
klaard. Ga nu maar naar huis."
Getuige: "Oek sneu!"
Beetsterzwaag: Huis Lyclarr/a van Nijeholt