DRAMA IN CAFE DE NACHTVLINDER BRAND! BRAND!! BRAANDÜ! 'T KLEINE KRANT5JE TIMMERKNECHT MAAKT NOODLOTTIGE VAL 't KLEINE KRANTSJE FELICITEERT VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 6 Januari negentiennegentig heeft er zich een drama vol trokken in het café De Nacht vlinder in de Grote Hoogstraat. Een achtentwintig jaar oude stadgenoot, zekere Pieter Rins- ma, schoot zich daar in de toi letruimte per ongeluk een kogel door het hoofd. Volgens oogge tuigen had de man een revol ver op zijn rechter slaap ge richt, waarna het wapen afging. Hij zou verondersteld hebben, dat de revolver niet geladen was. Het gebeurde vond plaats om half vijf in de morgen; 's avonds om half zeven overleed het slachtoffer aan de verwon dingen. De tragedie deed sterk denken aan een drama, dat zich in ne gentienachtentwintig in Leeu warden voltrok. Toen kwam de zestienjarige Geert ten Hoeve uit de Keetbuurt door een even merkwaardig ongeluk om het leven. De jongen werkte bij de brand- stoffenhandelaar Nieuwenhuis van het Vliet en was op een vroege morgen bezig met het bezorgen van turven bij de klanten. Zo kwamen ze ook in de Florabuurt, waar bij een L. Feenstra turf op de zolder moest worden bezorgd. Baas Nieuwenhuis vulde beneden de korven, waarna Geert ze naar boven bracht. Toen de jongen naar de me ning van de baas niet vlug ge noeg beneden kwam, riep hij hem, maar een antwoord van boven bleef uit. Daarop begaf Nieuwenhuis zich in het wo ninkje en zag tot zijn ontstelte nis het knechtje hangend met zijn hoofd in een lus. De bewoner van het huis, Feenstra, die aan rheumatiek leed, had voor eigen gemak op zolder een touw met een lus aangebracht, waaraan hij zich kon optrekken bij het stappen van de trap op de zolder. Waarschijnlijk heeft Geert ten Hoeve uit speelsheid het hoofd door de lus gestoken, waarna hij de steun onder z'n voeten moet hebben verloren. De vijf en vijftigjarige Wijbe Wij- benga van het Cambuurster- pad, timmerknecht van Th. W. Nauta van de Nieuweburen, moest werkzaamheden verrich ten op het dak van het pakhuis van de Vereniging V.P.N. aan de Keizersbuurt. Hij kwam er op de vrijdagmiddag niet hele maal mee klaar en keerde daarom op de maandagmorgen terug om het karwei af te ma ken. Daarbij moet hij op een hoogte van een meter of zes een rare misstap hebben ge maakt: Wijbenga stortte naar beneden en kwam met zijn hoofd op de stenen terecht. Hij toonde nog enige levensteke nen, maar kwam spoedig te overlijden. Behalve zijn echtge note A. Houtstra liet de onge lukkige een kind achter. (1913) Stadgenoot JAN BRADA met zijn negentigste verjaardag op woensdag de een en twintigste van deze maand. Jan Brada, geboren in Leeuwarden als zoon van een slager, heeft indertijd niet, zoals zijn broers, gekozen voor het ouderlijke vak, maar is een heel andere kant uitgegaan: hij werd tandartsenbezoeker en heeft daarvoor vele jaren in Amster dam gewoond. Maar zijn grote bekendheid in onze stad verwierf hij al in jon ger jaren als voetballer van de L.A.C. Frisia, de vereniging, waarvoor hij al in het beeld kwam, toen hij zeventien was en zijn eerste wedstrijd in het eerste elftal speelde. Zijn actieve voetballersloop baan bij Frisia heeft niet langer dan tien jaar geduurd, doordat hij zich dus elders vestigde, maar de vereniging bleef een apart plaatsje houden in zijn hart en zo kon het gebeuren, dat hij in 1953 samen met de eveneens buiten Leeuwarden wonende Jo Gerritsen, Henk Steinvoorte en Hielke Dijkstra in het Amsterdamse etablisse ment Bellevue de "Reünisten- Vereniging L.A.C. Frisia 1883" oprichtte. leder jaar komen de reünisten op of omstreeks de verjaardag van de vereniging bij elkaar en als het even kan is de enige nog in leven zijnde initiatiefne mer daarbij van de partij. Maar met de gezondheid heeft de al lang geleden weer naar zijn geboortegrond teruggekeerde Jan Brada het de laatste tijd niet altijd even gemakkelijk gehad; vandaar, dat hij wel eens verstek moest laten gaan en de aanwezigen tijdens het diner niet van zijn traditionele humoristisch spreekbeurt kon den genieten. Overigens is de jarige van van daag een figuur om altijd de moed er in te houden en nog dezer dagen verzekerde hij ons "vast van plan te zijn de hon derd te halen." Van Frisia, dat hem onder scheidde met de Gouden F van het Lidmaatschap van Ver dienste, is hij nu al drie en zeventig jaar lid en dat is, kun je wel zeggen, langer dan een mensenleeftijd. Er leeft al lang niemand meer, die de ramp zelf nog heeft meegemaakt, maar uit overlevering weten we, dat het een onvoorstelbare brand is geweest, die de Prins Frederikkazerne op de Amelandsdwinger volkomen verwoestte. Het spektakel vond plaats in de nacht van 14 op 15 juni 1860, toen er brand uitbrak in het stromagazijn aan de noordkant van het gebouw. Tot ontzetting van de honderden militairen, die (mèt hun vrouwen en kinderen!) de kazerne bewoonden, kwam het hele gebouw in de tijd van een ogenblik in vuur en vlam te staan. De brandweer, met alle beschikbare spuiten toegesneld, stond machteloos tegenover deze geweldige vuurzee, waarvan de gloed tot ver buiten de stad zichtbaar was. Terwijl onder donderend geraas de zware balken van het gebouw naar beneden stortten en er voortdurend in brand geraakte patronen ontploften, bleef men echter het vuur bestrijden, wat een van de mannen het leven kostte. De brandmeester J. van der Horst verloor op de daklijst zijn evenwicht, viel en was vrijwel onmiddelijk dood. Twee van zijn collega's, L. de Bruin en K. Struiving, die zich plotseling ingesloten zagen door een ziedende vlammenzee, sprongen naar beneden en werden zwaar gewond. Intussen brandde de kazerne, ruim dertig jaar eerder gebouwd, tot de grond toe af - alleen een paar muren bleven gedeeltelijk staan.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 6