GEWOON ONVERGETELIJK GRONINGERSTRAATWEG VAN VROEGER •TKLEIHE KRAHTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Zowel in het juni- als het juli- nummer een verhaal over de Groningerstraatweg. Daarin las ik ook de naam Van der Meulen, groenteman. Ik voelde mij zeer aangespro ken. Trouwens, bij vrijwel alle genoemde mensen en huizen kwamen herinneringen boven, zag ik plaatjes en dacht: "daar kan ik ook nog wel iets over vertellen of van laten zien." Hierbij dan. Ik ben geboren in 1932 in het laatste huis van de rij na de boerderij 'Heechterp' op Gro ningerstraatweg 12-rood. Rood was de kleur van de huisnum mers en dat stond voor Leeu- warderadeel (Lekkum). Zonder te verhuizen zijn wij Leeuwar ders geworden. Eerst werd het huisnummer nog 36-rood en tenslotte 342-zwart. Wit was Corrie, het paard dat mijn vader voor zijn groentewa gen had en dat was een Russische kedde. Die wagen, een eigen ontwerp op autowie- len, inclusief rem, was toen zeer 'voorlijk'. Hij was gemaakt bij wagenmaker Bruining in Goutum. Vóór het paard-en- wagen tijdperk ventte mijn vader met een hondenkar. Na de oorlog werd het een rode auto. Net zo één had broer Alle van der Meulen, die nu in Zwettehiem woont en als acht en tachtigjarige de enige nog levende is van de drie broers met groentehandel, Marten, Alle en Jan. De laatste had een winkel op de hoek van de Nieuwe Oosterstraat en de Kruisstraat. Dat is niet ver van het Droevendal met de bana- nenhandel Speulstra. Met mijn vader kwam ik daar wel. Ik wist niets van 'Blier Herne' aan de Groningerstraatweg. Nu dus wel. Vooral ook dankzij de mooie foto die in het laatste nummer van 't Kleine Krantsje stond. Waar ik ook weet van heb is Tigchelaar de smid. Heel wat keren is ons paard Corrie daar 'beslagen' of voor de winter op scherp gezet. Dan werden er ijzeren punten, die men prop pen noemde, in de hoefijzers geslagen. Het was altijd al 'een toer' om de beladen groentewa gen van ons 'hiem' de Gronin gerstraatweg op te trekken, en zeker 's winters, wanneer het glad was, want deze klinkerweg werd in de loop der tijd door straatmakers-woudpieken steeds hoger gelegd ten opzichte van de lage erven. Dit soort mannen zorgde ook voor het kappen van zieke iepen, door het nog ontbreken van kettingzagen een spectaculair gebeuren met flitsende bijlen en een klimpartij met een lang touw. De woudmannen werkten ook veel in fabrieken in de stad en kwamen 's morgens en 's avonds met hoge snelheid fiet send langs in lange rijen en soms tegen ons, wanneer we op of naast het fietspad liepen, maar schreeuwend in plaats van bellend. Dit verkeersgevaar en lawaai was maar een zwak ke voorbode van wat de straat weg te wachten stond. Mijn beppe wilde van donderdag op vrijdag nooit bij ons slapen. "Mei al die bolderjende veewei- nen" kon ze niet slapen naar ze zei. Het aantal verkeersonge lukken dat ik heb gezien in de loop der jaren, tot m'n twintig ste, is legio. De sfeer verander de op haast onvoorstelbare wijze. Uiterlijk is dat aan de ver keersader duidelijk te zien, maar afgezien daarvan is de specifieke samenleving zoals die op ons 'buurtsje' bestond, met de oude straatweg, ver dwenen. Naast ons lagen een jister en een strook weiland. Ons paard graasde daar. Het land was van boer Peinstra van het Kalverdijkje. 's Winters stond de boel er meestal onder water. In de jister werden in buurtver- band kinderspelen gehouden, georganiseerd door mevrouw Meinsma. Schaatswedstrijden herinner ik mij ook en niet te vergeten de keren dat we erop uit trokken met onze groente wagen, gevuld met kinderen van de buurt. Het spelen als kinderen onder ling kan ook veel verhalen ople veren. Zoals bijvoorbeeld over het graven van een flink hol onder de granieten vloer van de voormalige uitspanning 'Het Kalfje', die was afgebrand, toen boer Herder er woonde en waarbij al het veel verbrandde. De schoorsteen, hoog uitste kend boven de puinhoop, werd door ons als jeugd omgeduwd en viel met een plons in de beerput. Toevallig werd er nie mand daarbij getroffen... Over gevaarlijk spel gesproken. Dat was zeker ook het spelen bij het grote witte gebouw. De garage, die er het laatst in zat, was van Kuipers. Ver daarvoor was er iets met huidenverwer king. Het best herinner ik mij dat er opslag was van een aan nemer. Er stonden schuttingen omheen. Dat was geen belem mering voor ons. Henk en Piet Holwerda waren er bij, meen ik. Tegen het gebouw stonden uit nodigend lange ladders. Die boden een pracht uitzicht! Beneden gekomen zei een kornuit tegen mij: "Must es ruke." Ik snoof. Slechts één keer. Het waren mandflessen met restjes zoutzuur dat door metselaars was gebruikt. Kortom, de Groningerstraat weg, onvergetelijk! Groningen Wybren van der Meulen De foto's zijn van 1968 en plm. 1946. De afbraak van "ut buurtsje" is begonnen en de kinderen van "ut buurtsje" in de groentenwagen van Van der Meulen op stap. DE SPORTLAAN Als geboren en getogen Sportlaander (ik heb er bijna dertig jaar gewoond) las ik met veel belangstelling de avontu ren van de dames Knip en Knap die deze straat ter sprake brachten. In het kader hiervan is het misschien aardig iets over het ontstaan van de Sportlaan te laten zien. Vorig jaar kreeg ik de hierbij afgedrukte zeer bijzondere foto van een kennis. Hierop zien we kinderspelen, die waarschijnlijk ter gelegenheid van de Koninginnedag op 31 augustus 1922 werden georganiseerd. Interessant is echter de achter grond waarop we twee huizen blokken in aanbouw zien. De 'uitsparing', die tussen de blok ken is gelaten, moest vanwege de aanleg van de Sportlaan. Concreter gezegd, tussen de nummers 120 en 122 van de Huizumerlaan. Mijns inziens moet vrij snel na het maken van deze foto met de huizenbouw zijn begonnen van het eerste deel van de Sportlaan. De woning Huizumerlaan 122 werd in febr./mrt. 1923 bewoond. Mijn ouders betrokken eind okt. 1923 de woning Sportlaan 10. Leuk is te weten waar de foto graaf heeft gestaan. Waar schijnlijk ongeveer vijf en twin tig meter oostwaarts van de afgebeelde garage, geplaatst in het juni-nummer. Door oprichters van FVC, een club waarbij ik twee en twintig jaar heb gespeeld, is mij wel eens verteld dat het eerste FVC-veld aan de Sportlaan lag, met als ingang ongeveer de plaats van de net genoemde garage. De kinderen op de foto speelden dus op het eerdere sportveld van FVC. Het houten gebouw zal als box dienst heb ben gedaan. In het boekje 'Leeuwarder straatnamen' van W. Dolk staat bij Sportlaan "leidend naar het sportterrein aan de toen nog niet bestaande Borniastraat". Hieruit kan men opmaken dat de Sportlaan zijn naam heeft gekregen van het oude veld, op de foto afgebeeld. Bij Raads besluit van de Gemeente Leeuwarderadeel op 21.6.1923 is de naam officieel vastge steld. Mochten er lezers zijn die hier een andere mening over heb ben of eventueel nog in het bezit zijn van foto's van het oude sportveld, dan zou ik dat heel graag vernemen. Mis schien kom ik dan nog eens achter de precieze ligging van dit veld. Op de door de dames Knip en Knap al genoemde bewoners tussen de Buygersstraat en de Jouwsmastraat geef ik hier nog een aanvulling. Op Sportlaan 9 woonde de familie Meinders met zes doch ters en een zoon. Met het jong ste meisje, Greta, die nu in Canada woont, was mijn pleeg- zusje Kitty erg bevriend. Op nummer 11 woonde de familie Sinnema met de zoons Simon en Theo en op 13, de hoek dus, de familie H. de Jong, de voormalige eigenaar van de kruidenierswinkel op de hoek van de Sportlaan en de Buygersstraat. Op de even nummers 6 tot en met 12 woonden respectievelijk de familie Klaver met drie doch ters, van wie de jongste, Wiesje, dikwijls bij ons kwam om met Kitty te spelen, de fami lie F. de Jong met de zoons Wim en Klaas, de familie Molewijk, in welk huis mijn broer Aan en ik zijn geboren (Aan woont al vele jaren in Enschede. In december 1943 kregen we een pleegzusje. Zij was twee jaar en heette toen Kitty. In 1958 vertrok zij naar Amsterdam, waarheen ik zelf in '62 met mijn gezin ook ben ver huisd) en tenslotte de familie Koopmans met de inwonende zoons Tinus en Klaas. Mede namens Katja Pront-de Jong (Kitty), die net als ik de hoop heeft op veel respons. Amsterdam Sip Molewijk

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 7