'KLEINE KRAHTSJE HERINNERINGEN AAN HET STROKANTOOR" IN OORLOG UIT 'T LAATJE MET LIEDJES VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 8 Door de brand eind april dit jaar aan het Ruiterskwartier, waarbij o.a. 'De Scamele Ruter" (nr. 103) ernstige schade opliep, gingen mijn gedachten terug naar de jaren eind 1942, 1943 en begin 1944, toen ik als 18- jarige kantoorbediende op het adres Ruiterskwartier 93 werk zaam was. Hier was het 'Pro vinciaal kantoor van den han del' gevestigd, belast met de distributie van hooi, stro en ruwvoer in Friesland. De niet te stillen honger van de bezetters naar alles wat eet baar en bruikbaar was, leidde ook tot de distributie van agrari sche producten en goederen, wat door voornoemd kantoor in aanvaardbare banen geleid moest worden. ALLERHANDE De kantoorbezetting bestond uit ongeveer vijftien personen en stond onder leiding van een meneer B. Meintema uit Mant- gum. Hij was de enige in dit ge zelschap die m.i. goed inge voerd was in de agrarische wereld. De rest was een aller hande uit verschillende wind streken uit ons land. De plaats vervangend chef was een vroegere administrateur van een plantage op Sumatra, af komstig uit Den Haag, met de fraaie naam: Lussanet de la Sablonière. Samen met een ze kere H. Stada, afkomstig uit Santpoort en stuurman bij de K.P.M., verbleef hij in Leeuwar den in pension Geerligs, aan de Spanjaardslaan (nr. 27?) De anderen kwamen voor een deel uit Leeuwarden of omgeving. Naar ik meen het echtpaar De Groot echter uit Rotterdam en verblijvende bij familie (de Groot?) in Leeuwarden. Verder een zekere Verkade, student die geweigerd had de loyali teitsverklaring aan de Duitsers te tekenen. Andere namen die ik me herinner waren Rudie Postma, Glas, mej. T. Hom mes, mej. v.d. Ham, Hilarius, Steinvoorte, Johanna Groene veld. Van de rest van het gezel schap zijn me in die ruim 50 jaar de namen ontschoten. Wie haalt ze weer eens op? De werkomstandigheden c.a.o.'s moesten nog worden uitgevon den) waren beslist wel gunstig. Vanaf begin 1943, leverde eer dergenoemd pension Geerligs iedere middag een 'warme hap' op het kantoor in de vorm van een goed smakende stamppot. Een welkome aanvulling op het toen schrale menu. De kosten (30 cent per portie) werden door het hoofdkantoor (Den Haag) betaald, zo ook b.v. de gebakjes die door een Leeu warder bakker (wie?) werden afgeleverd bij de geboorte van Prinses Margriet. RONDJE NIEUWESTAD In de middagpauze deden we een rondje Nieuwestad en kochten (bonloos) in de "Tea room" van V&D een ijscoupe 'Praline' (35 ct.) of Mille fruits (50 ct), terwijl ook wel eens een bezoek werd gebracht aan ijs- salon 'Martine' in de Doele- steeg. Dat waren wel de ergste uitspattingen die we ons in die tijd konden veroorloven. Meer dan verguld waren we met een aantal pakjes shag, die foura- gehandelaar KI. Bosch uit Leeuwarden kwam uitdelen, waardoor we weer enige tijd uit de rookzorgen waren. Onze buurman op nr. 91 was een vestiging van de Kingma's bank, inmiddels door fusies ver dwenen. Nu zit naar ik meen op dat adres 'De Toog'. Wel een verschil met de situatie van destijds, met de vaak wat 'stijl volle' medewerkers. Boven de ingang herinner ik me nog de grote ronde electrische klok, die vaak door ons werd geraad pleegd. In de kelder van het kantoor bevond zich een soort bakkerij- tje van de 'Lijempf', waar we te gen inlevering van een brood bon A, koeken kochten. Wie die bakkerij daar beheerde, weet ik niet en hoe de 'Lijempf' daar verzeild is geraakt, is mij ook totaal vreemd. Wie lost dit raadseltje op? KINDERKERMIS Voor de grote, echte Leeuwar der kermis was in 1944 een kinderkermis in de plaats geko men, die van 19 t/m 30 juli werd gehouden op het toenma lige terrein tussen de Harmonie en het Paleis van Justitie. Toch nog wat plezier voor kinderen in die donkere jaren. Wie weet daar nog wat van te vertellen? Hoewel door het hoofdkantoor in Den Haag door het verstrek ken van een "Ausweis" tewerk stelling in Duitsland of elders lange tijd kon worden afge wend, na maart/april 1944 wer den meerdere vrijstellingen on geldig verklaard door de Duitse instanties. Voor een deel van het perso neel zat er niets anders op dan te 'verdwijnen' en op een veilige plaats op betere tijden te hopen. In dit artikel heb ik de namen van oud-medewerkers ge noemd, die nu al heel lang uit mijn gezichtsveld verdwenen zijn. Overigens realiseer ik me heel goed, dat allen niet meer in leven zullen zijn. REACTIES Mochten er lezers en lezeres sen zijn, die hun naam of van een familielid of bekende in dit artikel zien staan, dan heel Voor de voordeur van het kan toor aan het Ruiterskwartier de dames Hommes en Koopman. Op de foto links zien we chef B. Meintema uit Mantgum, "de enige, die mijns inziens goed ingevoerd was in de agrarische wereld." graag reakties aan 't Kleine Krantsje. Surhuisterveen J. H. Berduszek Werd vroeger gezongen door het Kinderkoor van Jacob Hamel. Mijn zusje heeft een keuken tje/Daar zit van alles in/Een schoorsteen om te roken/Een potje om te koken/En ook een kleine koekepan/Waarin zij koe ken bakken kan. Het is alles even net, ja, ja/Het is alles even net. Eerst gaat ze groente halen/Dan moet ze koffie malen/De groente doet ze in een pan/De koffie doet ze in de kan. Dan heeft mijn zusje pret ja, ja/Dan heeft mijn zusje pret. Ingezonden door mevrouw Th. de Vries te Leeuwarden. In het gezin O'Callighan in Bir mingham wordt de moeder wakker door het gehuil van haar kind, een baby van twee maanden. Zij staat op om thee water op te zetten. Wanneer zij haar man thee wil brengen ont dekt zij dat hij dood is. De vrouw haalt hulp bij de buren en hoort, dat het geen maan dagmorgen, maar woensdag morgen is. Door kolendampver giftiging is mevrouw O'Callighan twee en een halve dag buiten kennis geweest. (1956) Het personeel van het "Provinciaal kantoor van den handel Stroo" met onder andere de dames en heren Hommes, Groeneveld, Strikwerda, Koopman, Beintema, Berduszek en Postma. Vrijwel direct na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog, zo omstreeks half mei 1945, ontvingen mijn ouders via het Roode Kruis een soort informa tieformulier, waarin vragen wer den gesteld aangaande ons welzijn en aanwezigheid op deze aardbol. Deze inlichtingen werden ingewonnen op verzoek van Pake's drie zonen in Ame rika. Ons welbevinden kon be vestigend worden beantwoord. Vrij spoedig daarna kwamen er van tijd tot tijd kleine pakketten, waarin allerlei zaken werden aangetroffen, die door ons gaarne werden geaccepteerd. Zo bevond zich in een van die pakketten een jampot met een lichtbruine substantie. Mijn va der en moeder draaiden de pot meermalen in het rond en pro beerden het etiket te ontcijfe ren. Daar beiden geen woord Engels konden lezen, kwamen ze niet veel verder. Op dat moment was Pake niet thuis. Toen hij tegen de avond arriveerde, werd hem ogenblik kelijk de raadselachtige pot ge toond. "Oh," zei hij, "dat is spul foar op'e bólle!" "Heit bedoelt, dat dit spul op 't broad deen wurdt?" vroeg mijn moeder. "Jaseker,antwoordde Pake. Stadgenoot Jacobus Dou- ma, geboren in 1873 en overleden in 1952, is jaren lang brugwachter geweest van de spoorbrug over de Harlingervaart bij Schenken schans. In die tijd heeft hij heel wat meegemaakt. Een kleindochter heeft nu als "Saskia" verschillende bele venissen van haar Pake op schrift gesteld. "De kynders daar (hij bedoelde de Verenigde Staten) binne er gek op. Soms stroaie se der oeknoch sükelade over!" "Het heit ut dan wel es had?" vroeg mijn moeder verder. "Ja hoar, mar ik geef er niks om. Ut binne fynmaalde ape- nüten. Het is wat flauw eten. Na deze informatie werd de pot opengedraaid. Voorzichtig werd er eens aan geroken. "Waarachtig," zei mijn vader, "het rukt naar apenüten!" De familie proefde voorzichtig, maar beslist niet enthousiast. Ik vermoed dat er Peanut Butter op het etiket stond. Dat kan ik nu gemakkelijk suggereren: wij kregen Engels op school. Toch was het fijn zo nu en dan wat leuks te ontvangen. Ik zelf denk daarbij aan mijn eerste nylons en echte mooie lingerie. Kennelijk voor de mannen be doeld was er ook eens een soort hansop bij: hemd en on derbroek aan elkaar met ope ningen aan weerszijden van het broekgedeelte. Het gebruik daarvan laat zich raden, maar kon toch de goedkeuring van mijn vader niet wegdragen. Ook Pake liep er niet mee weg, hoewel hij wel de neiging had de spullen uit Amerika te pas en te onpas te verdedigen. "Ze hewwe soms oek wel 'ns wat nuvere ideeën en och, dis- se onderkleren kanne je om- mers nog moai as poetslappen brüke!" zei hij vergoeilijkend. En die suggestie hebben we toen maar opgevolgd. Saskia

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 8