DE DUBBELE
PLUKSTRAAT
BESTOND ER HIER
EEN OUDE KOEMARKT?
BRAVE
HENDRIK
'T KLEINE KEANT5JE
DOLLE HOND
VRAAG VOOR OUDEREN:
HENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVE
geen woord
HENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVE
pagina 10
Virdumsrdijk.
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
Heeft het stuk van het Fluiterskwartier tussen de Wirdumerdijk en de Oude
Lombardsteeg ooit een andere naam gehad? Was dit eens de "Oude Koemarkt" mis
schien, zoals een naambord op het hoekhuis van de Wirdumerdijk, waarin vroeger
de sigarenzaak van Bloemhoff zat, moet hebben vermeld?
-Op de laatste bladzijde van
't laatste 't Kleine Krantsje komt
een nuttige vermelding voor
van straatnamen rondom net
Wilhel-minaplein. Er komt mi]
echter één straatnaam in herin
nering die nü dan wel
Ruiterskwartier heet, maar des
tijds van hoek Wirdumerdijk
(Bloemhof dus) tot Lom^ar^"
steeg als naam droeg: Oude
Koemarkt. Er zullen met mi)
(hopelijk) oudere lezers zijn, dat
zich een aantal café's herinne
ren die destijds functioneerden
als marktcafé. Het langst heeft
café Jongsma stand gehouden.
Ik denk dat de redacteur nu wel
even een duik neemt naar zijn
kast met 99793 foto's (fantas
tisch heer Schou-stra) om de
tabakszaak te tonen waarop
dat Oude Koemarkt-bordje nog
voorkomt."
Tot zover de heer Scheepstra,
wiens schrijven ons buitenge
woon interesseerde. Vooral
ook, omdat wij zelf nooit van
een dergelijke aanduiding had
den gehoord.
Natuurlijk weten we, dat op
deze plaats inderdaad de vee
markt is geweest en we tot het
jaar 1874, toen er, dicht bi) het
station tegenover de s°Phia"
laan, een nieuwe markt in
gebruik werd genomen. Van dat
moment af was de naam Oude
Koemarkt" voor dit deel van de
stad dus zeer gebruikelijk, maa
of dit stuk van wat we nu als net
Ruiterskwartier kennen ook
inderdaad zo heeft geheten
De zeer gezaghebbende Wil
lem Dolk maakt in zijn in 1969
uitgegeven boekje Leeuwar
der Straatnamen" met geen
enkel woord melding van de
naam "Oude Koemarkt en ook
in het Wijkboek van de
gemeente Leeuwarden van
1878 komt de aanduiding hele
maal niet voor - hienn wordt de
gehele straat tussen het Groot
Schavernek en de Wirdumer
dijk gewoon Ruiterskwartier
genoemd, precies zoals we dat
nu ook nog doen.
Desgevraagd bevestigde de
heer Dolk, die toevalligjuist
bezig is zijn uitgave van dertig
jaar geleden te bewerken, ook
nooit van die naam 0u^e
Koemarkt" te hebben gehoord
Raadplegen we oude ansicht
kaarten van het hoekhuis van
de Wirdumerdijk en het Rui
terskwartier, dan kunnen we
deze aanduiding met op het
straatnaambord ontcijferen
zelfs met behulp van een loep
lukt dat niet.
Wel lijkt er op één zo'n bord
een korte tweeregelige naam te
staan - zou dat dan toch Oude
Koemarkt kunnen zijn?
De heer Scheepstra schreef in
zijn brief ook nog over de eer
ste sigarettenreclame in neon
op het net al genoemde hoek
huis. "Dat was destijds de eer
ste neonreclame in Leeuwar
den in fel rode kleur en
bestemd voor de avond- en
nachtverlichting."
"Toen die verlichting na te zijn
aangebracht," aldus de brief
schrijver "door monteurs in
overall, (nog nooit eerder in
Leeuwarden gezien!) voor de
eerste maal was ontstoken,
moeten mensen in Weidum in
de mening verkeerd hebben,
dat er een felle brand in de stad
was uitgebroken, zo meldde
destijds het Leeuwarder
Nieuwsblad."
Goed, dat was nog een zij
sprongetje, maar wat ons nog
even blijft bezighouden is van
zelfsprekend de aanduiding
"Oude Koemarkt" waarmee we
dit verhaaltje begonnen. Zijn er
meer abonnees, die zich deze
naam herinneren?
Of kan het zo zijn geweest, dat
het geen officiële straatnaam
was, maar dat de Leeuwarders
toch altijd over de Oude Koe
markt spraken, zoals de Oude
Lombardsteeg ook immer als
de Bargesteeg werd aange
duid? Die fraaie aanduiding van
Bargesteeg, ontstaan doordat
in een ver verleden de bargen
door deze steeg werden gedre
ven, op weg naar of komend
van het veemarktterrein, zul je
ook niet in de boeken tegenko
men. a
Maar hoe zit het dan met het
straatnaambordje, dat de heer
Scheepstra zich van het hoek
huis herinnert?
In de buurt van Istanboel wordt
een mijnwerker door een dolle
hond gebeten. Twee maanden
later krijgt hij een aanval van
hondsdolheid. Hij rent onder
het uitstoten van onverstaanba
re klanken de straat op, smijt
alles stuk wat binnen zijn be
reik komt en brengt drie en der
tig mensen, die hem willen grij
pen, beetwonden toe. Toch
wordt hij overmeesterd; enkele
uren later is hij dood (1934).
Hendrik V. is de zoon van een
man, die aan het Oldegalieën
woont en die zijn geld verdient
door dagelijks bij het station
treinreizigers behulpzaam te
zijn met het sjouwen van hun
bagage. Zodra er een trein bin
nenrolt en de passagiers te
voorschijn komen, is het de
oude V. die toeschiet om tegen
een passende vergoeding de
koffers over te nemen. Ook rei
zigers, die de stad verlaten,
behoeven zich niet vermoeid te
maken door met hun koffers te
gaan zeulen: de ijverige V. is er
voor om iedereen behulpzaam
te zijn.
Zijn zoontje Henkie, die we
voortaan gemakshalve maar
als "Brave Hendrik" aanduiden,
lijkt een minder plichtsgetrouw
leven tegemoet te gaan. Het is
een opstandige knaap, die na
zijn achttiende verjaardag
opvallend vaak tegen dienaren
van het gezag opbotst.
In 1880 komt hij voor de eerste
maal op het politiebureau aan
het Hofplein terecht, wanneer
er gerapporteerd moet worden,
dat hij zich heeft schuldig
gemaakt aan het merkwaardige
delict "een dame met een zwar
te pet te hebben geslagen".
Daarna gaat er gewoon geen
jaar voorbij of Brave Hendrik
komt in aanraking met een of
meer "politiedienaren", die hem
moeten arresteren of hem min
stens tot de orde moeten roe
pen.
Op de vijfde mei 1881 krijgt hij
op de Nieuwekade zo'n heibel
met Salomon Troostwijk uit de
Amelandsstraat, dat er een
fikse vechtpartij ontstaat.
Gelukkig kan nu een ijlings toe
geschoten agent de gemoede
ren nog sussen en wordt de
rust hersteld.
Wanneer Hendrik een degelijk
lijkende baan krijgt als smid bij
rijtuigmaker De Hoo in de
Baljeestraat, heeft hij er helaas
meer en meer moeite mee de
borreltjes te laten staan, waar
door hij ook dikwijls in moeilijk
heden komt.
Twee grote kerels, de politiedie
naren Ynia en Van der Heide,
moeten er op de sinterklaas
avond van '82 aan te pas
komen om de twintigjarige smid
op te brengen naar het bureau,
nadat hij in opgewonden toe
stand op de Voorstreek twist
heeft gezocht. Hij wordt "ter kal-
Onlangs werden we opgebeld
door onze abonnee de heer
Simon J. Popma te Oenkerk,
die ons de vraag stelde of we
eigenlijk wel wisten, waar in
Leeuwarden de "Dubbele
Plukstraat" was geweest.
Dat dit geen officiële straat
naam was begrepen we
meteen en omdat we ons vaag
herinnerden de aanduiding ooit
gehoord te hebben in verband
met de aanwezigheid van een
belastingkantoor in die straat,
gokten we op de Grote
Kerkstraat en de Bolleman-
steeg.
Toen dat niet juist bleek, kwa
men we in de Sint Jacobsstraat
terecht, waarin immers ook een
belastingkantoor is geweest.
Dat bleek inderdaad zo te zijn,
al dachten wij aan een
Plukstraat, maar niet aan de
Dubbele Plukstraat, zoals de
heer Popma had gevraagd.
Maar op dat "Dubbele
Plukstraat" kwamen de Leeu-
Brave Hendrik, officieel Hendrik
V., was een Leeuwarder, die
leefde van 1862 tot 1941. Hij
onderscheidde zich van zijn
stadgenoten door ontelbare
malen met de politie in aanra
king te komen, nu eens door
dronkenschap, dan weer door
hardhandigheden of opzettelij
ke vernielingen, 't Kleine
Krantsje heeft kans gezien een
aantal van zijn escapades te
achterhalen. Nu, meer dan vijf
tig jaar na Hendriks dood,
komen ze nog eens bij brokjes
en beetjes in de krant.
mering" opgesloten, maar
wordt een uur later alweer na
een reprimande op straat
gezet.
In de nacht van 14 op 15 mei
1883 zien de agenten Brok en
Boogaart, Brave Hendrik dron
ken over de Grachtswal lopen.
Op zaterdag de achttiende
augustus vindt de politiedienaar
Havekes onze vriend dronken
in het gras bij het Hoeksterpad
en op zondag de tweede
december treft politiedienaar
Hendriks, Brave Hendrik in
beschonken toestand aan op
de Noorderweg. In al deze
gevallen moet de intussen wel
bekende stadgenoot ter ont
nuchtering worden ingesloten
op het politiebureau.
warders, aldus onze abonnee,
vanwege dat belastingkantoor
én het daar tegenoverliggende
Poeliersbedrijf van Piet de
Jong, waarin immers net zo
voortvarend werd geplukt als in
het belastingkantoor.
De heer Popma moest aan
deze fraaie benaming van de
Leeuwarders uit vroeger jaren
denken, toen hij in 't Kleine
Krantsje het verhaaltje las,
waarin het definitieve verdwij
nen van de Poelier De Jong uit
de Sint Jacobsstraat werd ver
meld.
Eerder al verdwenen de belas
tingen uit het gebouw van het
vroegere hotel de Phoenix,
zodat die aanduiding Dubbele
Plukstraat nu niet meer toepas
selijk is. Maar om ze nooit meer
te vergeten hebben we de kreet
voor altijd vastgelegd in onze
verzameling "Namen uit het
Oude en Nieuwe Leeuwarden",
een curieuze collectie, die nog
voortdurend wordt uitgebreid.
Op de elfde maart van het jaar
daarna zijn het de agenten Bijl
en Schuitmaker, die Brave
Hendrik waggelend aantreffen,
opnieuw op de Noorderweg en
maandag de twaalfde mei
wordt de zwarte dag, dat de rij
tuigmaker De Hoo zich genood
zaakt ziet zijn voortdurend ont
sporende knecht op staande
voet te ontslaan.
Dat gaat met heel veel herrie
gepaard en de politiedienaar
Rijnhart moet er zelfs aan te
pas komen om de gerezen
kwestie te beëindigen; beide
partijen nemen mokkend af
scheid van elkaar.
Intussen is Brave Hendrik
komen te wonen in het Heer
Ivostraatje, waar zijn buurman
Arend Bottinga al gauw bij de
politie komt klagen omdat hij
lastig gevallen en uitgeschol
den wordt.
Op de tweede november, nog
altijd in dat zelfde jaar 1884,
wordt onze recalcitrante vrind
die nu als los-arbeider zijn
brood verdient, door de agen
ten Brok en Turksma gearres
teerd in de Amelandstraat, waar
hij zich niet rustig gedraagt. Hij
wordt ter kalmering aan de
wacht gehouden en een paar
uur later door de agent Ynia
naar huis gebracht.
De volgende dag is het alweer
helemaal mis en wordt Brave
Hendrik duidelijk boven zijn
theewater aangetroffen bij de
Gasfabriek - daar verzet hij zich
hevig tegen zijn arrestatie en
schopt hij de agenten Kruit en
Haarsma, waar hij ze maar kan
raken.
Op de elfde december loopt
Brave Hendrik, kennelijk in een
bovenstebeste bui samen met
een eveneens beschonken
kameraad aan de Achter de
Hoven te zingen en te schreeu
wen en nu zijn het de agenten
Douma en Van der Horst, die
beiden afleveren bij het bureau.
Het visiteren van beide heren
brengt aan het licht, dat zij op
dit moment aan het hoofd staan
van geen enkele cent.
En hiermee sluiten we dan de
periode van 1880 tot en met
1884 af. Bent u benieuwd hoe
het verder met deze Brave
Hendrik gaat? We zullen het in
het nummer van november wel
gaan zien...