jiécwwn<&n
in c/e fiem
VOQR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 4
BIJ DE LINNAEUSSTRAAT
In het juninummer las ik een
stukje over de Linnaeusstraat.
Wij woonden in het Groot
Vierkant in de Houtstraat van
waar we, toen ik een jaar of
zeven, acht was, verhuisden
naar een nieuw huis in de
Linnaeusstraat 216. Die huizen
waren net opgeleverd. Het
waren mooie huizen en ik kreeg
een eigen slaapkamer. Ook
was er een douche en wc en ik
hoefde niet meer in de tobbe
om te worden gewassen.
Ik moest eerst naar de
Vijverschool aan de Ooster
singel omdat de Finse school
(nr. 30) in de Boerhavestraat
nog niet klaar was. Naar ik
meen voor een half of een heel
jaar. Het was een behoorlijk
eind lopen vanaf het laatste
blok uit de Linaeusstraat.
Toen de Finse school klaar was
werd mijn vader Willem
Wolfslag er schoonmaker/con-
cierge. De school had geloof ik
een primeur: er zat gasverwar-
ming in. Elke klas had een
eigen gaskachel met radiato
ren. Er zat volgens mij nog
geen tijdklok in. Mijn vader
moest 's morgens de kachels
weer hoger zetten. Ook hadden
wij als leerlingen een eigen
nutstuintje bij de school. Mijn
vader heeft er ongeveer tien
jaar gewerkt, daarna is hij naar
school 14 in de Tjerk Hiddes-
straat gegaan en vandaar naar
de Brugschool in de School
straat. Daar werd de kachel nog
met kolen gestookt. Als ik zon
dags avonds naar de Harmonie
ging dansen, moest ik altijd
eerst even kolen op de kachels
gooien. Ik had dan mijn nette
kleren aan en moest eerst mijn
colbert en overhemd uittrekken
en een overal aan anders werd
het overhemd pikzwart van het
stuiven van de steenkool.
Het buurtfeest werd gehouden
achterin de Linnaeusstraat. De
straat liep daar toen nog dood.
De flats aan de Archipelweg,
die ook alweer zijn afgebroken,
bestonden toen nog niet. De
speeltuin bestond toen ook nog
niet.
Het kuipjessteken was altijd
een groot onderdeel. Ik weet
nog dat mijn moeder Jacobje
Talen altijd met een zekere
Postma in het karretje zat. Mijn
moeder kon altijd goed kuipjes
teken. Ze wonnen vaak de eer
ste prijs.
Ik herinner me ook nog dat
onder de vloer van onze
woning dikke ratten zaten, die
zijn toen weggehaald door de
gemeente. In 1958 moesten we
i.v.m. gezondheidsredenen van
mijn moeder verhuizen. Ik
geloof dat er vocht of schimmel
onder de vloer zat. Maar ik heb
er een leuke jeugd gehad. We
konden alle kanten op naar het
opgespoten land (nu Heech-
terp) waar ome Jack, stroper en
zwerver, wel lag te slapen, het
stroomgemaaltje aan de
Kalverdijkje of de houten molen
en uiteraard het kattekwaad dat
we uithaalden. Maar als politie
Snorrewiets ons te pakken
kreeg, moesten we soms alle
maal op woensdag- of zater
dagmiddag op het politieburo
komen strafregels schrijven.
dus inhield dat het beestje de
respectabele leeftijd had van
ruim zestig jaar! Ik wil opmer
ken dat tortelduiven zeer krach
tige gezonde diertjes zijn en
bijna nooit ziektes vertonen.
Reden misschien dat vroeger
door hun gezondheid én hun
hoge leeftijd hieraan bijzondere
waarden werden toegekend.
Leeuwarden G. A. Wolfslag Goutum
G. de Vries Jr.
BEJAARDE TORTELDUIF
In het julinummer van 't Kleine
Krantsje is een artikeltje opge
nomen waarin het Friesch
Dagblad wordt geciteerd om
trent een tortelduif van zes en
dertig jaar oud en welke op zijn
oude dag nog vader werd.
De tendens van de inhoud is
zodanig dat deze mij wat nega
tief overkomt.
Het is namelijk door het FD
overgenomen uit het clubblad
'Wel en Wee' van de FSC ofte
wel Friesche Sierduiven Club
(Leeuwarden) en het is ge
schreven door ondergetekende
(ofwel 'die meneer uit
Goutum').
Echter moet aan het artikeltje
nog iets toegevoegd worden,
namelijk dat de bewuste tortel
duif 's zomers in een volière
verbleef van ruim 1.75 x 2.50
m, samen met nog een tortel-
doffertje en een paar tropische
vogeltjes, 's Winters werden de
dieren naar binnen gehaald.
Dat was dus (gelukkig) wel heel
iets anders dan in uw artikeltje
wordt gesuggereerd!
Waarom twee doffertjes ofwel
mannetjes bij elkaar? Omdat
koppeltjes kweken als muizen,
terwijl twee doffertjes mooi
tegenelkaar koeren.
Ik neem aan dat U. die altijd
schrijft over 'de goede oude
tijd', mogelijk hebt gedacht aan
het feit, dat vroeger op vele
boerderijen het de gewoonte
was, dat boven in de gang een
kooi met een tortelduif hing. Er
werd verondersteld dat wan
neer de tortelduif steeds achter
een koerde, er regen zou
komen en dus op de boerderij
dit dier als weervoorspeller
werd beschouwd. In vroeger
dagen zeer belangrijk in ver
band met het maaien van het
gras, het drogen en het binnen
halen van het hooi.
Ook werd verondersteld dat
een tortelduif een genezende
werking bezat. Wanneer er een
(ernstig) zieke patiënt was,
werd de kooi met de tortelduif
boven het bed met de patiënt
gehangen, opdat de tortelduif
de ziekte zou overnemen en de
patiënt zou herstellen.
Aardig is misschien te vermel
den, dat toen wij nog jongens
waren en de volière nog in de
Prinsentuin aanwezig was, wij
zondagochtends altijd de toen
malige tuinman P. A. Visser
hielpen de dieren te voederen.
Deze vertelde ons, dat toen hij
nog als leerling tuinman op
Stania State bij Oenkerk bij de
fam. Baron van Weideren
Rengers in dienst was, bij een
der pachtboeren een baby werd
geboren. Naar aanleiding daar
van werd er in de gang van de
boerderij een kooi met een tor
telduif opgehangen.
Toen deze baby zestig jaar later
de boerderij verliet, hing de
kooi met dezelfde tortelduif nog
steeds boven in de gang, wat
DE OUDE
CONDENSFABRIEK
De foto van de oude
Condensfabriek in het augus
tusnummer deed me terugden
ken aan mijn jeugd, die ik hier
heb doorgebracht - ik ben er in
1920 in de Oeverstraat geboren
en heb tot '84 in deze omgeving
gewoond. Ik heb er dan ook
heel veel zien veranderen.
Op de foto zie ik schepen aan
de wal liggen. Misschien met
materiaal voor het bestraten
van een nieuwe weg naast het
Kanaal. Op de gedraaide brug
staat brugwachter ledema. Die
woonde met zijn gezin in het
prachtige hoekhuis van de
Julianastraat. Ik kende hem
heel goed. Menigmaal mocht ik
met hem meedraaien op de
brug. ledema was een rustige
man, die liet zien, dat hij hier
het commando voerde, wan
neer bijvoorbeeld het publiek
zich begon te ergeren, als het
voor zijn brug al te lang moest
wachten naar zijn smaak.
Het kwam ook nog wel eens
voor, dat een wat onstuimig
wachtende de afsluitboom een
swieper omhoog gaf, waarna
deze weer terugviel. Maar met
de hand omhoog gaf ledema
"het officiële" teken, dat de brug
was vrijgegeven.
Vele jaren was brugwachter
ledema hier zo een bekende
figuur tot hij werd afgelost door
een zekere Verdonk.
Ook de woninkjes van het
Condenspersoneel staan nog
op de foto. Daar zijn veel stad
genoten geboren en die gingen
met mij naar School 13 aan
Achter de Hoven. De
Boonstra's, Visser en De Graaf
om er zo maar een paar te noe
men.
Verder waren daar de melkbo-
ten, die de melk van de fabrie
ken ophaalden en naar de
Condens brachten. Bekende
kapiteins in die tijd waren
Heidema, Ladenius en de
Gebroeders Kok.
Ik denk nu ook aan die lekkere
karnemelk, de "suup", zo uit de
fabriek, die ik wel mocht drin
ken.
Al deze genoemde mensen zijn
er niet meer, maar in mijn herin
nering leven ze voort.
Dan de Poppeweg met z'n hou
ten woninkjes en waar ook vele
kinderrijke gezinnen woonden.
Bij de oudejaarswisseling
plachten de jongeren er op hun
etenspannen en deksels te
slaan, terwijl er ook de knallen
van de donderbussen werden
gehoord.
Ook zie ik nog in gedachten de
oude boerderij op de hoek van
Bergsma, die later naar de
Greunsweg verhuisde. Heel
veel hebben we hier met buurt-
vriendjes gespeeld. Zo hebben
we er wel eens een grote diepe
ronde kuil gemaakt met steile
wanden om daar op onze zoge
naamde racefietsen onze kun
sten te vertonen.
Er liep toen ook nog een sloot
vanaf het Kanaal naar het Vliet,
de Petroliesloot. Dat was een
smerige sloot, waar enkele
fabrieken hun afvalwater in
loosden, maar waarin ook veel
eenden hun nesten maakten.
Sommige buurtbewoners gin
gen er dagelijks naar toe om er
een of meer eieren te bemach
tigen...
Leeuwarden
Rinze van der Heide
FAMILIE VOSSENBERG
Hierbij wil ik graag reageren op
het artikel 'Vossenberg' van de
heer of mevrouw Schaafsma uit
Wolvega in de rubriek 'As jo het
mij frage' in het julinummer.
Het idee van Schaafsma dat de
familie Vossenberg waarschijn
lijk omstreeks 1760/1770 uit
Duitsland naar Nederland is
gekomen, is denk ik niet waar.
Jaren geleden heeft iemand
van de Fryske Akademie een
speurtocht naar de Vossenber-
gen gedaan.
Hij kon de familie terugvolgen
tot 1574, in welk jaar er in
Harlingen ene Lou Ripperts
Forssenburgh (de Duitse
afkomst klopt wel) wordt ge
noemd.
Dit is de over-over (9x) grootva
der van mij. De naam wordt
later (1705) Fursenburg en in
1775 Vossenberg.
De 'verf- en 'gardenier'-
Vossenbergen zijn hier ook
afstammelingen van.
Mijn grootvader (Mathias Pe
trus Vossenberg, 1874-1930)
was boterkoopman en later
expediteur.
Mijn vader (Jacob Pieter
Matheus Vossenberg, 1903-
1984) was expediteur.
Hopende enige informatie te
hebben gegeven voor geïnte
resseerden.
Groningen
Anja de Jong-Vossenberg
KITTY MOLEWIJK
De inzending van de heer S.
Molewijk in 't laatste KI. Kr.
plaatste mij weer terug naar de
jaren '40 en '50. Ik ben geboren
en opgegroeid in de
Jouwsmastraat op nr. 16.
Tegenover ons woonde mijn
vriendin Annemie de Vries, nr.
15, op Sportlaan 9 woonde mijn
andere vriendin Gretha
Meinders en de vierde vriendin
was Kitty Molewijk. Vooral tij
dens onze lagere schooltijd
speelden we veel samen, hoe
wel we op verschillende scholen
gingen. Ook daarna waren we
veel weekends bij elkaar,
ofschoon onze opleiding op ver
schillende scholen plaatsvond.
Kitty Molewijk, links, met haar
vriendinnen Pietie de Vries,
Annemie de Vries en Gretha
Meinders in mei 1955 in de stad
gefotografeerd.
We wisten wel dat Kitty niet bij
haar echte ouders woonde en
dat ze eigenlijk Johanna de
Jong heette, maar hoe een en
ander in elkaar stak wisten we
niet en daar vroegen we ook
niet naar. Ze hoorde er gewoon
bij. Ik heb nog een foto waarop
we, door een straatfotograaf
genomen, gearmd over de
Kelders lopen, we waren toen
circa veertien jaar.
Van Annemie weet ik dat ze
ergens in Groningen woont,
Gretha is met een Canadees
getrouwd en woont in Ontario
Canada, maar Kitty was ik volle
dig uit het oog verloren. Leuk,
om nu te weten dat ze in
Amsterdam woont, ik hoop dat
het goed met haar gaat.
Leeuwarden
P. Bokma-de Vries
GESTOORD...
De buren van mijn neef, onpret
tig gestoord/maken zich gaarne
schuldig aan moord/en elk
denkbaar vermogensdelict.../Ik
had er anders niet van gekikt/
Maar ze weten gewoon niet
hoe het hoort!
Ter Apel
Jelle Vening
GRONINGERSTRAATWEG
Het is leuk dat er zoveel reac
ties komen op de verhalen over
de Groningerstraatweg van
toen.
Om te beginnen bij mevr.
Albers-Gemser. Ja, Kap. La Roi
is in de Meidagen van 1940
gesneuveld. Hij was reserve
Officier bij de Kon. Landmacht,
zeer actief bij de Bijz. Vrijw.
Landstorm, een semi Mil.
Instelling ter verdediging van
het Vaderland. De door haar
bedoelde Jellema was directeur
van een Vetsmelterij in Leeu
warden, inderdaad een pedant
persoon. Het matglas herinner
ik me nog, want we voetbalden
wel eens op dat veldje naast
zijn huis.
De familie Havinga waren de
tweede bewoners van dat
pand, mijnheer Havinga
bespeelde zondags het orgel in
de Noorderkerk. Daarnaast
woonde de fam. Overdijk, meu-
belhandel op de Voorstreek.
Dan kwam de fam. Boekweit
met de ingang aan de zijkant
van het huis.
Ook de herinneringen van
mevr. Gr. Smeding kan ik volle
dig staven daar ook wij, de jon
gens van de Straatweg, vaak
het Kealledykje omgingen en
op de schietbaan naar kogels
zochten achter de bergen. Er
staan nog enkele bomen aan
de Pasteurweg die langs de
schietbaan stonden. Het was
altijd een hele "loop" om dat
blokje te voet af te leggen. Wij
(Vervolg op pag. 12)