iou
Jm
'T KLEINE KEANTSJE
FLINKE ARBEIDER
WERD HOLBEWONER
COLLECTIE
G. J. RIENKS
UIT 'T LAATJE
MET LIEDJES
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 8
VOSSENBERG
In het K.K. van juli en augustus
tref ik een vrijwel gelijkluidend
artikel aan over de fa. Vossen-
berg van de heer Schaafsma uit
Wolvega, met een voor mij in
het ooglopend verschil. In het
K.K. van juli is sprake van de
tweede zoon Bart of Aegidius.
In het K.K. van augustus staat
evenwel de tweede zoon Bart
Aegidius. Er zijn inderdaad
twee zoons en wel Bart en
Aegidius (roepnaam Gidi). Ik
heb vóór de oorlog met hen
gemusiceerd in het strijkorkest
van Salvatore Sterck. Bart
speelde cello en Gidi (alt)viool.
Wie van hen de oudste is, ik
vermoed Bart.
Op een foto in het K.K. van
maart 1994 staat bij een artikel
over de Muziekschool van
Sterck, geschreven door
George Schatraad een foto,
genomen aan de Bleeklaan,
met het orkest voor een tou
ringcar. Op de motorkap zit Gidi
met z'n viool onder de armen. Ik
acht het niet uitgesloten dat
beide Vossenbergs nog leven.
- Dan zouden zij naar mijn schat
ting tegen de tachtig moeten
zijn.
Groot Ammers
Wiepke de Jong
FVC-TERREIN
In 't Kleine Krantsje no. 630 zijn
Sip Molewijk en Katja Pront-de
Jong een speurtocht begonnen
naar de precieze ligging van het
eerste FVB-terrein en roepen
daarbij de hulp in van de lezers.
Ze hebben daarmee een hui-
zumomvattend probleem aan
gesneden.
Honderden zijn al naarstig aan
het speuren in geschiedenis
boeken, naslagwerken en oude
kronieken. Archeologen staan
gereed om in de grond te gaan
spitten. Ik zal proberen de lijnen
uit te zetten waarbinnen dat het
beste kan geschieden.
Ik nodig u daarom uit met mij
een rondgang te maken door
het te onderzoeken gebied. We
gaan daarvoor terug naar de
jaren 1922/24. In die tijd had
den sommige straten in deze
omgeving een andere naam.
Om in stijl te blijven zal ik de
straten bij hun oorspronkelijke
naam noemen (lijkt mij ook een
geslaagde uitvlucht als je de
huidige namen niet kent).
Het is omstreeks 1923. We
beginnen onze rondgang in de
Sportlaan vanaf de Huizumer-
laan. De eerste zijstraat is de
Oosterstraat, rechts op de hoek
de kruidenierswinkel van De
Jong.
De tweede zijstraat is de
Kerkstraat. Na de Kerkstraat
staan aan beide zijden van de
Sportlaan nog slechts enkele
woningen.
Daarna komen we in de onbe
woonde wereld. In het laatste
huis aan de rechterkant woont
de familie Keegstra (in 1982,
dus 60 jaar later, ontdekte ik tot
mijn grote verbazing dat de
familie Keegstra daar nog
steeds woonde en dat het oude
naamplaatje zelfs nog op de
deur zat).
Het einde van de bewoonde
wereld was ook het einde van
de Sportlaan. Na het huis van
Keegstra was de weg afgeslo
ten met een houten hek. Dit hek
gaf toegang tot het eerste
sportveld van FVC en dat reikte
tot aan wat later de (verlengde)
Borniastraat zou worden.
Vanaf dit gesloten houten hek
keren we terug en gaan linksaf
de Kerkstraat in. Die komt uit in
de Nieuwstraat. Links op de
hoek de kruidenierswinkels van
Algra. Rechts op de hoek de
bakkerij van Polstra. Hun grote
St. Bernhardhond lag bijna
altijd voor de winkeldeur. Veel
grote mensen durfden dan de
winkel niet in te gaan, ik als
klein jongetje wel. Daar heb ik
heel wat koekjes en snoepjes
mee verdiend, en een slecht
gebit aan overgehouden.
We gaan linksaf de Nieuwstraat
in en bereiken na ca. 25 meter
de Heyermansstraat, die
rechtsaf naar de Schrans loopt.
Op de rechterhoek is de kruide
nierswinkel van Rijpstra.
Eind 1921 werd vanaf dit punt
begonnen met de verdere
bebouwing van de Nieuwstraat.
Het eerste blokje bestond uit
zes woningen. In 1922 kwamen
mijn ouders met mij in het eer
ste huis te wonen, hoek
Nieuwstraat/Heyermansstraat.
In het laatste huis van dit rijtje
kwam de familie Douna met
zoon en dochter. De heer
Douna was brandweerman en
later een multifunctioneel
medewerker van FVC (deze
Nederlandstalige functieaan
duiding is overigens pas een
halve eeuw later uitgevonden).
De hier genoemde bebouwing
vond uitsluitend plaats aan de
rechterkant van de Nieuw
straat. Aan de linkerkant lag het
FVC-terrein.
Op het sportveld, maar recht
tegenover ons huis stond een
houten box. In de wand van die
box zat een rond gaatje, waar
schijnlijk van een oest. Als klein
jongetje stak ik daar mijn vinger
eens door. Aan de andere kant
werd daar prompt in gebeten.
Totaal overstuur gilde ik dat ik
gebeten was door een schaap.
Met deze kleine anekdote ver
wijs ik naar de foto in 't Kleine
Krantsje, met het Koninginne
dag vierende gezelschap, de
box en de in aanbouw zijnde
huizenblokken op de achter
grond.
Aangenomen dat dit de box is
die tegenover ons huis stond,
dan kan ik me niet voorstellen
om welke huizenblokken het
hier gaat. De bomenrij op de
achtergrond doet mij denken
aan de Huizumerlaan. Dan zou
het om de bebouwing van de
Oosterstraat kunnen gaan,
maar dan is deze foto waar
schijnlijk reeds vóór 1922
gemaakt.
Naar de kleding te oordelen lijkt
me dat ook aannemelijker. In
een poging deze plek te lokali
seren refereert Molewijk aan
een garage. Ik kan mij tussen
de Huizumerlaan en de voor
malige sportvelden absoluut
niet een garage herinneren.
Verder goochelt hij met huis
nummers alsof het coördinaten
zijn. Met huisnummers kan je
op grote afstand niet veel
beginnen. Misschien moeten
we het rondje van 1923 nog
eens herhalen in 1996, maar
dan met deze foto in de hand,
mogelijk wordt het onverklaar
bare dan verklaarbaar.
Omstreeks 1924 verhuisden de
sportvelden naar de andere
kant van de inmiddels verleng
de Borniastraat. Sportlaan en
de Nieuwstraat werden doorge
trokken naar de Bornia-straat.
De Vondelstraat en de
Costastraat werden aangelegd
en de huizenbouw in deze stra
ten werd voortvarend ter hand
genomen.
Gevraagd werd de precieze lig
ging van het eerste FVC-ter
rein. Na deze rondgang lijkt het
me niet zo moeilijk dat veld met
een redelijke nauwkeurigheid te
traceren:
1. Waar in 1923 de bebouwing
van de Sportlaan ophield en
een houten hek de weg afsloot,
dat toegang gaf tot het sport
veld, dat is ook het punt waar
de verlenging van de Sportlaan
naar de Borniastraat begon.
Dat is ook het punt waar in
1924 de nieuwbouw begon. Het
eerste nieuwbouwhuis aan de
rechterkant werd de electrici-
teitswinkel van Bergsma.
2. Op de hoek Sportlaan/-
Borniastraat slaan we op de lin
kerhoek het tweede piketpaaltje
de grond in.
3. Op de hoek Borniastraat/-
Nieuwstraat. Direct op de rech
terhoek wordt het derde piket
paaltje ge-plaatst.
4. Vanaf de hoek Nieuwstraat/-
Vondelstraat volgen we de
bebouwing richting Kerkstraat.
Na ongeveer vier huizen is dui
delijk het einde van de nieuw
bouw (anno 1924) vast te stel
len. Hier kunnen we hier vierde
piketpaaltje installeren.
Binnen deze vier piketpaaltjes
heeft het eerste FVC-terrein
gelegen. Als verder speurwerk
hiermee gediend is, is mijn mis
sie geslaagd.
Arnhem
J. Abelsma
(Vervolg van pag. 5)
duivelachtige figuur zag hij er
uiteindelijk ook uit met zijn
lange hoofd- en baardharen,
die nooit meer met een mes of
een schaar in aanraking kwa
men.
Ook zal Yke Nannes in geen tij
den meer water hebben ge
voeld; hij degenereerde meer
en meer.
Toch stopten sommige medele
venden hem wel eens wat
voedsel toe en zo nu en dan
kreeg hij wel eens een afgedra
gen kledingstuk, waarin hij zich
dan later weer bij de deur ver
toonde.
Toen hem, ouder geworden, het
bezemmaken zwaarder begon
te vallen, verhuisde de zwerver
naar de bossen bij Ruigahui-
zen, waar hij zich weer in een
hol installeerde.
Nu begon hij zwaardere gras
sprieten te verzamelen, waar
van hij vingerdikke bosjes
maakte, die hij voor een halve
of een hele cent verkocht: als
pijpdoorstekers voor de in deze
tijd zo populaire lange Gou
wenaars kreeg hij die wel aan
de man.
Nog vele jaren woonde de erg
oud geworden Yke Nannes in
zijn boshol bij Ruigahuizen, tot
een oud vrouwtje, een zekere
Siementje, zich over de hoog
bejaarde stumper ontfermde.
Zij bood hem een vaste slaap
plaats aan in een schapen-
schuur, welk aanbod de oude
man ook aanvaardde.
Maar lang moet de weelde van
een dak boven z'n hoofd voor
Yke Nannes niet hebben
geduurd. Op een morgen, toen
hij maar niet te voorschijn
kwam, ging Siementje er een
kijkje nemen en vond ze de
zonderling dood naast haar
enige schaap.
BUURTVERENIGING
'ONZE JEUGD'
Als trouwe lezer van 't Kleine
Krantsje' lees ik weinig verhalen
over het Molenpad en omstre
ken. Vandaar dat ik nu maar
eens de pen ter hand neem.
In de jaren 1940-1960 heb ik
hier mijn jeugd doorgebracht.
Wij woonden in de Jac. van
Aakenstraat, hoek Molenpad.
Aan deze periode heb ik goede
herinneringen overgehouden,
zoals aan de buurtvereniging
'Onze Jeugd'. De actieve fami
lies Koopal, van Hattum, De
Vries en vele anderen, organi
seerden de buurtfeesten,
's Morgens optochten door de
straten, 's middags kinderspe
len in de Van Cronenburgh-
straat en 's avonds gezellig dan
sen voor de ouderen.
Als jongen van ongeveer tien
jaar vond je zo'n dag geweldig
gezellig. In 1950 bestond de
vereniging vijf jaar. Ter gelegen
heid van dit lustrum kregen wij
als kinderen een bestek aange
boden met de inscriptie '1940-
1950 Onze jeugd' - de lepel is
nog in mijn bezit.
Dan voetballen op het pleintsje
voor de Ambachtschool. Met
jongens als Bokke Meijer,
Henkie Erich, de broers van
Seijen, Weiland, Talman. Dat
waren de jongens tegen wie je
op zag. Ze konden niet alleen
goed voetballen, maar klommen
ook op de Ambachtsschool om
vogelnestjes uit te halen. Terwijl
de conciërges Veldman en
Vermeulen hoofdschuddend
deze acrobatische toeren volg
den.
Draakje vliegen op ut pleintsje.
Stond de draak goed in de
lucht, dan werd er een kunstzin
nig papiertje aan het touw
bevestigd. Deze 'postbode (de
wind)' bracht dan dit poststukje
naar boven. De kunst was ook
nog om met de draak (vlieger)
naar huis te komen. Er moesten
dan nog al wat obstakels wor
den genomen, zoals het boven
grondse bedradingsnet. De
touwklos werd dan nog over de
bedrading heengegooid.
Leuke tijden gehad met onze
onvolprezen houtzaagclub in
het padvindersgebouw. Onder
leiding van De Vries uit de van
der Kooystraat.
Maar ook de padvinders zelf,
die zaterdagsmiddags drukke
activiteiten hadden rondom hun
gebouw.
Februari 1961 landt er 's nachts
een parachutist op één van de
woningen in de Joh. Semstraat.
Is daar al eens over geschre
ven?
Tuinman Casper de Haan die
altijd de tuintjes zo netjes hield
WENDT UW ROER!
KOOPT BIJ DE BOER
HERENKLEDING -
VAKKLEDING
Voorstreek 71 Leeuwarden
(1949)
Hé molentje molentje hoog in
de wind/Wat sta je weer dapper
te draaien/Je doet of je het
uiterst noodzakelijk vindt/Het
licht van de zomer te maaien.
Refrein
De wieken bewegen en vliegen
en vegen/Hun schaduwen
tegen de grond/De stenen die
dreunen en draaien en steu
nen/Ze komen al kreunende
rond.
Maal verder maal verder maal
vrolijk en straf/Je werken blijft
toch onbegonnen/Je maait er
het licht van de zomer niet
af/Het licht van de zomerse
zon.
Ingezonden door onze abon
nee mevrouw Th. K. de Vries-
Joha te Leeuwarden, die het
versje in 1930 leerde bij mees
ter Hofker in de Johannes de
Dooperschool.
woonde met zijn moeder in het
steegje naar het Vliet met nog
vele anderen. Vreemde geuren
door de buurt van de Vetsmel-
terij Jellema.
De opstootjes van vechtende
Ambachtschooljongens na
schooltijd.
Leraren van de Ambachts
school waren plm. 1950 onder
anderen: Drentje, Van Apel
doorn, Rohn, Meijer en natuur
lijk Annema, die het zo mooi kon
zeggen. "Du must ut self maar
wete, mar ik hew in mien boek
je staan 'let niet op'."
In de wintermaanden worden dit
soort verhalen met Izaak
Vermeulen (zoon van de con
ciërge ABS) onder genot van
een glaasje nog eens extra uit
gediept.
Dus, verhalen genoeg. Wie
neemt nu de pen eens?
Leeuwarden Frans Zomers
Als geboren en getogen
Leeuwarder placht hij alles wat
er over deze stad geschreven
werd uit de krant te knippen. Zo
bracht de Chef de bureau van
de CAF, Gerrit Jan Rienks in
tientallen jaren een indrukwek
kende hoeveelheid kranten
knipsels bijeen.
Een en tachtig jaar oud over
leed de heer Rienks in april van
dit jaar. En nu is zijn gehele ver
zameling als "Collectie öerrit
Jan Rienks", dankzij de goede
zorgen van de familie, toege
voegd aan de verzamelingen
van Fenno Schoustra/'t Kleine
Krantsje.
Het ligt in de bedoeling, dat de
Collectie Rienks intact zal blij
ven en dus niet verbrokkeld
wordt.