BANGETOCHT
IN MIJNENVELD
'T KLEINE KRAHTSJE
BRAVE
HENDRIK
BIJ KALVERDI
SPECIAALZAAK IN VLOER- EN WANDKLEDEN
VOORSTREEK 80
EL 72?gg
HENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVE l
HENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
Tijdens de oorlogsjaren hebben
de Duitse bezetters op verschil
lende plaatsen rond de stad
mijnenvelden gelegd. De aan
wezigheid van dit wapentuig
was in de meeste gevallen wel
met duidelijke waarschuwings
borden aangegeven, maar toch
bleef er voor mensen, die er
zich in de buurt waagden, groot
gevaar bestaan.
Eenmaal, in oktober 1944,
heeft dit tot een drama geleid.
Vijf jongens, die van hun
gedwongen werkzaamheden in
Drente waren gevlucht en
lopend hun veilige huis in
Leeuwarden trachtten te berei
ken, kwamen bij Wijlaarder-
buren, vlak bij hun eindbestem
ming dus, in zo'n mijnenveld
terecht.
Twee van die jonge mannen,
Halbe van der Veen en Hendrik
Schippers, werden op slag
gedood, een derde, Reitze van
der Veen, overleed de volgende
dag en een vierde, Simon
Vlietstra, stierf aan de gevolgen
van dit verschrikkelijke ongeval
vele weken later, op de elfde
februari.
Slechts een van de getroffenen,
Dirk van Dijk, bracht er het
leven af, maar zou nog tiental
len jaren geplaagd worden door
pijnen, die het gevolg waren
van zijn kwetsuren.
Dat deze mijnenvelden al vóór
deze tragedie mensen in moei
lijkheden brachten en dat ze
nog veel meer ellende teweeg
hadden kunnen brengen, mag
blijken uit het hierbijgaande
relaas van onze abonnee de
heer Henk Zijlstra, die nu in
Assen woont, maar zijn jeugd in
Leeuwarden heeft doorge
bracht.
Op een mooie dag in de winter
van 1943 op '44 schaatsten
mijn broer Jouke Zijlstra en ik
via de bevroren vlakten van de
ondergestroomde landerijen
rond Leeuwarden in de richting
van de stad. Nadat wij bij de
molen van de Kalverdijk een
stukje hadden geklünd reden
we over de Molensloot naar
Leeuwarden. Een paar honderd
meter verder zagen we opeens
hekken met prikkeldraad en de
bekende zwarte bordjes met de
witte doodshoofden en de
woorden: "Achtung Minen", die
ons waarschuwden voor een
levensgevaarlijk mijnenveld.
Dwars door het mijnenveld ver
volgde de sloot z'n weg. Wij
dachten toen heel dom, dat we
al schaatsend wel gemakkelijk
onze weg konden vervolgen. In
de sloot zouden de Duitsers
beslist geen mijnen hebben
gelegd!
Het ijs lag er prachtig bij. Het
was natuurlijk nog niet bereden.
We kropen dus onder het prik
keldraad door. Dat ging gemak
kelijk. Het draad boven de sloot
was hoger gespannen.
Mijn broer voorop en ik met een
onbekende jongen, die ook te
lui was om een eind om te rij
den en te lopen. Met de handen
op de rug zwierden we over de
brede sloot. "Zie je wel, er is
niets aan de hand," dachten we
in onze jeugdige overmoed.
Plotseling kregen we de schrik
van ons leven. Jouke kwam te
vallen en wij vielen over hem
heen. Toen we overeind krab
belden, zagen we dat m'n broer
met z'n schaats achter een
struikeldraad was blijven han
gen. De Duitse soldaten had
den over dè sloot ijzeren dra
den gespannen. Gelukkig voor
ons, schoot de struikeldraad
slechts over enkele meters los
uit het ijs. Overal lagen ijssplin
ters. De ijzerdraad stond
natuurlijk in verbinding met de
landmijnen, die in de slootswal
waren verstopt. Dat de mijnen
gemakkelijk hadden kunnen
ontploffen, beseften wij maar al
te goed.
We zagen ons in gedachten al
zwaar gewond op het ijs liggen.
Hadden wij even mazzel gehad!
De linkerschaats van Jouke
was finaal afgerukt. Alle riem
pjes waren gescheurd.
Langzaam rijdend, schuifelend
en voorzichtig glijdend vervolg
den we onze angstige tocht
door het mijnenveld. We stap
ten daarna met angst in het
hart over de andere staaldra
den. Sommige draden in het ijs
Een vorige maal hebben we
gezien hoe Brave Hendrik als
opgeschoten jongen voor de
eerste maal op het politiebu
reau aan het Hofplein belandde
en hoe hij in het begin van de
tachtiger jaren, toen hij even in
de twintig was, herhaaldelijk
met het wettig gezag overhoop
kwam te liggen.
Het voor hem veelbewogen
jaar 1884 sloot hij op de elfde
december passend af door, sa
men met een maat, in zwaar
benevelde toestand over Achter
de Hoven te lopen, schreeu
wend en zingend en niet bereid
zich te houden aan de aanwij
zingen van een passerende
agent om zich rustig te houden.
Dus kwam hij voor de zoveel
ste maal in dat jaar in de cel
terecht.
Het nieuwe jaar 1885 is nauwe
lijks begonnen of het is alweer
raak met Hendrik V. De politie
dienaar Eekhof treft hem in een
uitermate vrolijke toestand aan
in de binnenstad. Dat is te gek
natuurlijk; de politieman vindt
het raadzaam hem naar huis te
brengen.
Nauwelijks drie weken later
vertoont Brave Hendrik zich al
weer zwaar boven zijn theewa
ter op straat. Nu is het de poli
tiedienaar De Vries, die hem op
de korrel krijgt, maar ditmaal
voelt Hendrik er helemaal niks
voor om zich in de kraag te la
ten vatten. Hij slaat er duchtig
op los en onderneemt zelfs po
gingen de agent in de gracht te
smijten.
Maar gelukkig krijgt die hulp
van het nieuwsgierig toekijkend
publiek, dat dit weet te verhin
deren. Vooral Hans van der
Veen uit de Kleine Kerkstraat
en Johannes de Jong uit Post-
hoornsteeg helpen de agent
om de dronkeman in bedwang
te krijgen. Bij de hevige scher
mutselingen wordt de politie1
man door Brave Hendrik in de
hand gebeten en Hans van der
Veen krijgt ontvellingen aan zijn
rechterbeen. Bovendien wordt
de overjas van De Vries finaal
aan flarden gescheurd.
Tenslotte krijgt men de dronk
aard toch op de plaats, waar hij
nu het beste kan zijn en we
mogen aannemen, dat dit muis
je voor Hendrik V. nog wel een
staartje krijgt. Verzet tegen de
politie wordt in deze goeie
ouwe tijd nog hoog opgenomen
en zwaar bestraft. Voor de rest
van het jaar hoeft het gezag in
ieder geval tegen de langza-
Brave Hendrik, officieel Hendrik
V., was een Leeuwarder, die
leefde van 1862 tot 1941. Hij
onderscheidde zich van zijn
stadgenoten door ontelbare
malen met de politie in aanra
king te komen, nu eens door
dronkenschap, dan weer door
hardhandigheden of opzettelij
ke vernielingen, 't Kleine
Krantsje heeft kans gezien een
aantal van zijn escapades te
achterhalen. Nu, meer dan vijf
tig jaar na Hendriks dood,
komen ze nog eens bij brokjes
en beetjes in de krant.
merhand 'beruchte' Hendrik V.
niet meer op te treden.
In januari 1886 evenwel wordt
de draad weer opgenomen. In
de nacht van de zestiende op
de zeventiende komt de drieën
dertigjarige arbeider Jacob van
der Geest van de Groeneweg
in hevig opgewonden toestand
op het politiebureau met de
klacht dat hij door Brave Hen
drik is geslagen. Het is gebeurd
in de tapperij van Molenkamp
aan de Nieuwekade, waar tus
sen beide heren een twist ont
stond, die door Hendrik op
hardhandige wijze werd be
slecht.
Het is in ditzelfde horecaeta-
blissement van Molenkamp aan
de Nieuwekade, dat brave Hen
drik een paar weken later op
nieuw bij een heibel betrokken
wordt. Hij slaat er nu ook maar
de ruiten in en hij is zo agres
sief, -dat er maar liefst drie
agenten nodig zijn om hem uit
het café te krijgen: de politie
dienaren Ynia, Havekës en De
Vries, een ouwe bekende voor
Brave Hendrik, brengen ge
drieën het recaltricante heer
schap aan de wacht.
Hoe tapperijbaas Molenkamp
de aanwezigheid van deze vas
te klant in zijn zaak beschouwt,
vertelt de historie niet, maar
duidelijk is het wel, dat hij er
heel wat mee te stellen heeft.
In de meimaand is het alweer
muizen in deze tapperij: de po
litiedienaar Bijl moet nu in aller
ijl toesnellen om in de gelagka
mer een twist te beëindigen
tussen Brave Hendrik en
Hermannus Paassen, die aan
de Wissesdwinger woont.
.Twee wekèn later ontstaat er
groot tumult Achter de Witte
Hand. Hendrik komt daar even
langs om bij Johannes Eldering
drie glasruiten in te gooien. Na
tuurlijk volgt er aangifte en de
politie zal de zaak onderzoe
ken.
Tenslotte: in de nacht van 16
op 17 oktober treft de politie
dienaar Taatgen de hem wel
bekende Brave Hendrik dron
ken aan in het Sint Jobsleen.
De politieman denkt er goed
aan te doen de beschonkene
even te begeleiden naar zijn
huis, hier vlak bij in het Heer
Ivostraatje. Maar dat zint Hen
drik niet: hij verzet zich hevig
tegen de goed bedoelde pogin
gen van de politieman en rukt
zich los en begint te schoppen
en te slaan.
Het hevige kabaal brengt ver
scheidene buurtbewoners op
de been: zij verlaten hun spon
de om ter plaatse in nachtge
waad van de schermutseling
getuige te zijn. De houtmole
naarsknecht Abraham Faber,
die in de Boterhoek woont, zal
de politiedienaar wel even hel
pen, maar ook hij krijgt er, door
het schoppen en slaan van
Brave Hendrik, behoorlijk van
langs.
Tenslotte lukt het een aantal
buurvrouwen na heel veel
moeite de woesteling in huis te
krijgen. Opnieuw volgt er pro
ces verbaal en het is aanneme
lijk dat Brave Hendrik weer voor
een tijdje uit de roulatie gaat.
Bent u benieuwd hoe het verder
met deze Brave Hendrik gaat?
Dat zullen we in het nummer
van januari van 't Kleine
Krantsje wel zien...
en andere waren strakker
gespannen. Wat waren wij
opgelucht, dat we veilig de
andere kant van het mijnenveld
hadden bereikt.
Toen we eindelijk bij de warme
kachel van ons huis aan de
Camminghastraat zaten, heb
ben we maar niets aan onze
ouders van onze gevaarlijke
tocht door het mijnenveld ver
teld.
Af en toe wordt deze belevenis
door ons opgerakeld en dan
beseffen we, dat het leven
soms aan een zijden draadje
hangt. Maar toen hing het dus
duidelijk aan een ijzeren draad
je!
Assen
Henk Zijlstra
CARPETS -j
i t i tiutiiiu •'vkUM/»"
i
Leeuwarden, 058-2129784