'TKLEINE KRANTSJE
HERINNERING
RIENTS BEINTEMA
EEN SCHANDAAL VAN
VOOR TWEEHONDERD JAAR
OPSPORING
VERZOCHT
Uit grootmoeders ansichtenalbum
FETTJE DIE ZWANGER WERD...
AAN DE PAAL
mm
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 12
Het is alweer twintig jaar gele
den, dat er een heel bekende
Leeuwarder overleed: de
gevierde musicus Rients Bein-
tema. In 1893 geboren in
Franeker vestigde hij zich in
1917 als "klavierleraar" in onze
stad.
Al in het volgende jaar werd hij
dirigent van de Christelijke
Zangvereniging Euphonia, die
later de Christelijke Oratorium
vereniging kwam te heten en
die hij rond vijftig jaar zou lei
den.
In 1926 werd Rients Beintema,
die ook het orgel bespeelde,
benoemd tot vaste organist in
de nieuwe Koepelkerk, een
functie die hij tot en met 1970
bleef vervullen.
Als componist kreeg Beintema
vooral in protestant-christelijke
kringen een grote bekendheid -
hij maakte meer dan tweehon
derd composities. Ook leidde hij
dirigentencursussen, die de
Christelijke Bond van Zangver
enigingen organiseerde.
Verder was Rients Beintema
jarenlang de stadsbeiaardier
van Leeuwarden: hij bespeelde
in het koepeltje van het stad
huis de klokken, die in een ver
verleden in de helaas verdwe
nen Nieuwe Toren in de Grote
Hoogstraat hebben gehangen.
Er zullen zeker veel oudere
Leeuwarders zijn, die nog wel
eens weemoedig terugdenken
aan het virtuoze spel van deze
musicerende stadgenoot.
Wat zullen ze er in Weidum en
wijde omgeving een schande
van gesproken hebben - maar
voor die arme Fettje de Graad
was 't een drama zonder meer.
Was het avontuurtje zonder
gevolgen gebleven, dan had
geen haan er naar gekraaid,
maar nu hoorde de hele wereld
ervan.
ledereen immers mocht op die
januaridag in 1803 de zitting
van het Provinciaal Geregtshof
van Friesland bijwonen en daar
werd, via de tenlastelegging,
alles haarfijn uit de doeken
gedaan:
"dat Fettje Frederiks de Graad,
geboortig van de Lemmer,
wonende te Weidum, oud 29
jaaren, in de maand Januarij
1802 vleeschelijke gemeen
schap met een mans persoon
heeft gehad en naa dien tijd
geweeten heeft, dat zij zwanger
was, zijnde vervolgens nog
bevestigd in dit haar denkbeeld,
dat deze zwangerschap heeft
voortgeduurd tot October 1802,
dat de Gevangene als meid bij
den Old Professor Henricus
Verschuur te Weidum wonende,
's morgens van den 5e October
op het secret aldaar is gaan zit
ten, zeer pijnlijk in haar
ligchaam zijnde,
.dat de Gevangene aldaar een
zeer langen tijd is blijven zitten
en wel zoo lang, tot haar iets,
hetgeen zij klaarblijkelijk konde
weeten een kind te zijn, ent
geen ook werkelijk bij visitatie
gebleeken is een voldragen
kind van vrouwelijke kunne te
zijn, hetwelk in of na de geboor
te geleefd heeft, ontvallen was
in den drek van het secret
dat de Gevangene daarop voel
de sterk te vloeijen, dat de
Gevangene van het secret in
huis gegaan is, zijnde het toen
ongeveer half negen 's mor
gens, dat de Gevangene er
tegen geweest is, dat de
Chirurgijn van Jorwerd, die ont
boden was, bij haar zoude
komen.
dat de Gevangene niet eerder
dan 's middags ongeveer drie
uur aan Margaretha Verschuur
gezegd heeft, dat haar op het
secret iets was ontvallen.
dat de Gevangene vervolgens
verlost is van de nageboorte,
welke zij in hét geheel heeft
berold in een blauw boezelaar
Schorldoek, aan haar, Gevan
gene, toebehoorende en op
haar, Gevangenes kist gelegd.
dat die nageboorte alzoo in de
Schorldoek berold gevonden is,
liggende op deze, Gevange
nes kist,
dat de Gevangene op den
avond van den zelfden 5en
October 1802 met het
Weidumer Schip gebragt is
naar hare moeder te
Leeuwarden, vanwaar zij naar
Amsterdam is gevlucht".
Ja, ja, dat loog er dus allemaal
niet om en het zal iedereen op
de zitting duidelijk zijn geweest,
dat Fettje niet zonder straf de
deur uit kon.
Het Hof veroordeelde haar dan
ook "omme bij den
Scherprechter op het Schavot
geleidet, aldaar ruggelings aan
de paal gebonden te worden,
hebbende in haare armen eene
poppe in lappen gewonden en
alzoo te staan een vierendeels
uur.
Voorts werd Fettje Frederiks de
Graad uit Friesland verbannen
voor een tijd van zeven jaar.
Toen onze stadgenoot Andrin-
ga Zaterdagmiddag omstreeks
half drie met een kar, beladen
met eenige ingrediënten en
toebehoorende aan de winklier
ster in boter en kaas, C. An-
dringa, Uniabuurt 2, vanaf de
Weaze naar de Nieuweweg
reed, werd, ongeveer ter hoog
te van de Friesche Bank, de er
onder loopende trekhond weer
spannig met het gevolg, dat
zoowel hond als kar pardoes
het water inplonste. De kar
werd spoedig op het droge ge
bracht, terwijl de hond, die in
middels los van het tuig was
geraakt, door den vijftienjarigen
N. Bulthuis, geholpen door een
omstander, vanaf de wal werd
gered.
(1932)
Onze abonnee, de heer K. D.
Mulder van Leens Dijkstra,
Postbus 3701 6202 NS
Maastricht, verzoekt opsporing
van gegevens betreffende een
DR. POSTMA, die weleer in
Leeuwarden heeft gewoond.
De heer Mulder van Leens
Dijkstra heeft ons het volgende
geschreven:
"In en vlak na de oorlog woon
de er op de Wirdumerdijk,
boven het pand waar, naar ik
meen de Fryske Boekhandel
was gevestigd, een arts. Deze
dr. Postma (naar ik me herinner
overleden in de vijftiger jaren),
hield er een opmerkelijke
levensbeschouwing op na, die
hij ook uitdroeg in lezingen en
boekpublicaties.
Zijn opvatting was gebaseerd
op natuurwetenschappelijke
meningen met invloeden van
wat later zo ongeveer de
Antroposofische Vereniging
zou worden.
Is er documentatie over deze
persoon of is er al eens over
gepubliceerd, dan zou ik daar
graag kennis van willen nemen.
Zo niet, zou er dan een moge
lijkheid bestaan eens te infor
meren onder de lezers?
In de hoop een reactie te ont
vangen."
w
Oprotpen voor drzjc rubriek
OPSPORING VERZOCHT kun
nen schriftelijk ingediend wor
den bij de Redactie van 't Kleine
K rants je. De oproepen worden
gratis geplaatst. Deze service
geldt aüeen voor aborèiees van
't Kleine Krantsje.
De fotograafdie lang geleden deze foto heeft gemaakt, stond dicht bij de Vrouwenpoortsbrug met het gezicht in
de richting van de Spanjaardslaan. Links stond dus, net niet zichtbaar op de plaat, de herberg De Groene Weide
en rechts, in de bocht van de Noordergracht, de Badinrichting, die door de Leeuwarders gewoonlijk als "De
Intpot" werd aangeduid, omdat het badwater daar bepaald niet doorzichtig was. Dwars over de rijweg loopt de
trambaan in de richting van het Bildt, maar het trammetje zelf laat zich net niet zien. S. A. Markus was indertijd
de uitgever van deze leuke kaart.
SUWiELEN
iUTAJ&CSjJ