BRAVE
HENDRIK
'T KLEINE KRANTBJE
Oeroud nieuws uit de
Stads- en Dorpskroniek
van dr. G. A. Wumkes
BEELD ONBEKENDE ELFSTEDENRIJDER"
HENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVE
HENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVEHENDRIKBRAVE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 10
Een vorige maal hebben we
gezien hoe Brave Hendrik be
trokken raakte in een nachtelij
ke schermutseling in het Sint
Jobsleen. Hij was het er, dron
ken en wel, toen niet mee eens
dat een politieman hem even
naar zijn huis in het Heer Ivo-
straatje wou begeleiden. Het
tumult bracht de halve buurt op
de been en tenslotte waren het
kortdate buurvrouwen, die kans
zagen de dronkelap in huis te
krijgen.
Dit herhaalde verzet tegen de
politie zal hem wel duur zijn ko
men te staan: in de maanden
daarna kreeg de Heilige Her
mandad in ieder geval niet met
Hendrik V. te maken.
Maar op een zaterdagavond in
augustus van het jaar daarna,
1887, meldt Brave Hendrik zich
weer duidelijk present. Hij be
vindt zich nu met een stuk in
z'n oor in de Amelandsstraat,
waar hij uitermate lastig is voor
het passerend publiek. Er gaat
een noodkreet naar de politie
en twee politieagenten, Tam
boer en Van der Leest, snellen
toe om de ordeverstoorder te
arresteren. Met een grote scha
re belangstellenden achter zich
aan brengen de politiemannen
Brave Hendrik voor de zoveel
ste maal naar het bureau aan
het Hofplein.
Precies een week later, weer
op een zaterdag dus, wordt
Hendrik V. opnieuw aange
schoten aangetroffen in de bin
nenstad. Hij is ditmaal blijkbaar
niet dronken genoeg om hem
naar de wacht te brengen. De
politiedienaren Vellinga en Ste-
van achten het voldoende om
Brave Hendrik te geleiden naar
zijn huis in de Heer Ivostraat.
Wel wordt er, voor de hoeveel
ste keer wel niet, proces ver
baal opgemaakt.
In het volgende jaar 1888, wan
neer hij zes en twintig is, zal
Brave Hendrik het wel heel erg
bont maken. Na enkele rustige
weken gaat er vrijwel geen
maand voorbij of hij wordt in de
kraag gepakt en op het politie
bureau in de cel gesmeten.
De ellende begint op een dag
in maart, wanneer Hendrik V.
op de Voorstreek op een bij
zondere manier de aandacht
trekt van het wandelend en
winkelend publiek. Hij loopt
daar in een door drank opge
wonden toestand te zwaaien
met de sabel van een infante
rist en hij krijgt een hele ploeg
nieuwsgierigen achter zich aan.
Prompt wordt de politie gealar
meerd en de toegesnelde poli
tiedienaren Eekhof en Bijl aar
zelen niet om hem het
gevaarlijke wapen af te nemen.
Brave Hendrik gaat maar weer
eens mee naar het bureau en
daar komt hij met een sensatio
neel verhaal. Hij zegt in de tap
perij van Hempenius in de
Brave Hendrik, officieel Hendrik
V., was een Leeuwarder, die
leefde van 1862 tot 1941. Hij
onderscheidde zich van zijn
stadgenoten door ontelbare
malen met de politie in aanra
king te komen, nu eens door
dronkenschap, dan weer door
hardhandigheden of opzettelij
ke vernielingen, 't Kleine
Krantsje heeft kans gezien een
aantal van zijn escapades te
achterhalen. Nu, meer dan vijf
tig jaar na Hendriks dood,
komen ze nog eens bij brokjes
en beetjes in de krant.
Amelandsstraat door een hem
onbekende soldaat op het
hoofd te zijn geslagen met een
bajonet en daarna door een
korporaal of een tamboer met
een sabel te zijn bedreigd. On
vervaard heeft Hendrik de mili
tair de sabel ontfutseld, waarna
hij met de veroverde buit de
straat opzocht. Een bloedende,
maar niet gevaarlijke verwon
ding aan zijn hoofd, wijst erop,
dat Brave Hendrik de waarheid
spreekt. De politie, die Hen
driks hoofd van een pleister
voorziet, zegt de zaak te zullen
onderzoeken - voorlopig blijft
Brave Hendrik ter ontnuchtering
aan de wacht.
Een maand later is het de poli
tiedienaar Wigboldus, die Hen
drik in een kennelijke staat van
dronkenschap op de Nieuwebu-
ren aantreft en weer een
maand later leert de politiedie
naar Langendijk de beruchte V.
in eenzelfde situatie kennen in
de Amelandsstraat. In beide
gevallen wordt proces verbaal
opgemaakt - zijn herhaalde
aanhoudingen kosten de politie
langzamerhand heel wat pa
pier.
In de maand juni wordt het heel
erg druk rond de figuur van
Hendrik V. Eerst krijgt hij ruzie
met een zekere Jan Broers,
een arbeider uit de Baljeebuurt.
Brave Hendrik timmert er lustig
op los en wanneer de agenten
Stevan en Taatgen ten tonele
verschijnen vinden zij het raad
zaam Hendrik V. naar de wacht
te brengen om te voorkomen,
dat de ruzie verder uit de hand
zal lopen. Na enige tijd "toe
ven" op het bureau wordt Hen
drik de straat weer opgestuurd.
Een week later heeft Brave
Hendrik weer een borreltje te
veel op en nu zoekt hij onenig
heid met iedereen, die hem
voor de voeten komt. De politie
komt er bij om hem tot rust te
manen, maar alle goede woor
den halen niets uit. Tenslotte
zijn er liefst vier mensen voor
nodig om Brave Hendrik op het
bureau te krijgen: de politiedie
naren Bok en Ynia en de mili
tairen Broer Visser en Jan de
Leeuw, beiden hier in garni
zoen, die zich geroepen voelen
de agenten terzijde te staan.
Nog eens een week later krijgt
Brave Hendrik het in de Ame
landsstraat aan de stok met
twee geniesoldaten - hij is ze
ker nog niet vergeten, dat hij
de laatste maal mede dankzij
de militaire macht in de kraag
is gevat. Het wordt een pittig
gevecht, waarbij Hendrik een
mes hanteert en de soldaten
zich van hun sabels bedienen.
Stevig vastgepakt door de
agenten Wigboldus en De Vries
gaat Hendrik mee naar het bu
reau.
Op de eerste juli, in het holst
van de nacht, krijgt de politie te
horen, dat er een man laveloos
op de grond ligt op Tulpenburg
bij de Romkeslaan. Omdat ze
vermoedt, dat het wel eens "de
beruchte" Hendrik V. zou kun
nen zijn stuurt ze er niet minder
dan drie agenten op af, Bijl,
Terpstra en Vellinga. Die zien
al bij de eerste oogopslag, dat
het inderdaad om Brave Hen
drik gaat. Maar weer mee dus
naar het Hofplein. Daar blijkt,
dat hij nog niet eens zijn laatste
oortje heeft versnoept: hij heeft
nog een bedrag van een gul
den en vier en twintig op zak.
Tenslotte geniet Hendrik V. in
dit jaar nog eens de eer door
een heuse inspecteur te wor
den opgebracht. Het is de in
specteur van politie De Haan,
die, geholpen door enige agen
ten, twee beschonkenen aan
de wacht brengt, de welbeken
de Hendrik V. en een zekere
Douwe de Bruin, een jonge
koopman uit Zwaagwesteinde.
De heren hadden op de Voor
streek danig de orde verstoord
- nu worden zij ter ontnuchte
ring in de cel gestopt.
Bent u benieuwd hoe het ver
der met deze Brave Hendrik
gaat? We zullen het in het num
mer van maart wel zien...
5J
De faam van de Friese Elfste-
denschaatstocht is de laatste
tientallen jaren ook over onze
landsgrenzen gegaan: buiten
landse bladen gaven de wed
strijduitslagen en grote geïllu
streerde bladen brachten
boeiende fotoreportages.
Ook de vele geruchten bij iede
re Elfstedentocht kennen geen
grenzen. De lugubere verhalen
van Elfstedenrijders die in de
onafzienbare Friese sneeuw
en ijsvlakten verdwalen en dan
jammerlijk omkomen van de
kou, worden niet alleen in Am
sterdam verteld en in Gronin
gen en Maastricht, maar ook in
Londen, in Berlijn en in Parijs.
Toen het befaamde Parijse
blad 'Paris Match' in 1966 het
nieuws vernam dat de Coöpe
ratieve Condensfabriek Fries
land een beeld van een Elfste-
denrijder aan de gemeente
Leeuwarden zou aanbieden,
trakteerde het blad zijn lezers
op dit fraaie verhaal: "Omdat
verscheidenen schaatsenrijders
deze winter op de Friese me
ren van kou zijn gestorven tij
dens de Elfstedentocht, zal te
Leeuwarden een standbeeld
worden opgericht voor de On
bekende Schaatsenrijder."
Dr. J. Vitringa Coulon te Leeuwarden opent in het
Theatrum Anatomicum van den Nieuwen Toren zijn
ontleedkundige lessen over de ingewanden van een
manlijk lijk, "wordende tot bijwoning uitgenoodigd de
genees- en heelkundigen, gelijk mede alle beminnaren
van wetenschappen en een ieder, welke begeerig is 't
maaksel van 'f menschelijk ligchaam van naderbij te
leeren kennen. "(1818)
Gewaarschuwd worden allen, die het medicament van
Smalle Ee noodig hebben, dat zij wegens namaak er
een biljet bij ontvangen van Jan Klazes Wildeboer; het
is nergens te bekomen dan bij de Smaleester schip
pers aan huis. 1803)
R. J. Noordbeek te Leeuwarden verkoopt de boeken,
curieuze glazen, fraaije insecten en schilderijen, nage
laten door Jhr. W. A. van Unia, old-grietman van Kol-
lumerland. (1755)
De beroemde Friesche os Groote Pier, geboren op de
hoeve van Pieter Jans van der Wier te Goënga, merk
waardig exemplaar van Friesch vee, te bezichtigen bij
Wiebe de Boer, veemarkt te Leeuwarden, entree fl.
0,25. (1882)
Te Ballum op Ameland wordt de van hout opgetrokken
toren aan de kerk afgebroken en door een andere van
steen vervangen. Ook wordt een vast schavot met
steenen trap en geeselpaal op het plein aan dien
toren verbonden. 1755)
Verkoop der boekerij van wijlen W. Eekhoff, waarvan
1100 Friesland raken. (1880)
Aanbesteed het afbreken der oude en weer opbouwen
van de nieuwe synagoge te Leeuwarden. 1803)
Verkocht ten huize van Simon Wink, wijnhandelaar in
't Zwart Kruis bij de Waag te Leeuwarden 17 geboet
seerde borstbeelden, namelijk Democritus, Heraclitus,
Diana, Galathea, Jupiter, Ceres, Neptunus, Bellona,
Bachhus, Sirene, Cibele, Pompejus, Fuastina major,
Scipio, Selenus, Polyphemus en de koning van Prui
sen. (1758)
Het Provinciaal Bestuur van Friesland besluit dat alle
adelijke en familiewapens aan en in publieke gebou
wen, particuliere huizen, wagens, voertuigen, grafzer
ken, stoelen en banken binnen zes weken moeten
worden verwijderd; dat het dragen van livreien wordt
verboden, dat niemand zich een trotschen titel als
baron, graaf, jonker enz. mag aanmatigen, dat zal
worden afgeschaft alle diaconie weeskleeren, arme-
teekens, reggeringsbanken op poene van 100 car.
guldens. (1796)
Veertien persoonen, meest Amelander matrozen, be
geven zich te voet over ijs van hun eiland naar Hol-
werd; weldra moeten zij wegens den vloed terugkeer-
en en op een ijsschots hun leven trachten te redden.
Na daarop een etmaal verkeerd te hebben, bereiken
Zij op Zondagmorgen behouden Ameland. 1809)
Coenraad Gebhard te Leeuwarden maakt silhouetten
in twee minuten, twee stuks a elf stuivers. 1794)
Overleden tengevolge van het omvallen van zijn rijtuig
Epeus Wielinga, ontvanger-generaal van 't Comptoir
der lijfrenten van Friesland, een zeer kundig en eerlijk
regent, die den zomer placht door te brengen te Mars-
sum. 1785)
Een Fransche kaper van vier stukken kanon, sterk
vijftig man, uit Duinkerken gevaren, is 's avonds laat
door een Engelsch kaperschip van zestien stukken bij
Ameland aan de grond gejaagd. Het schip was verlo
ren; de bemanning is door een visscher te Wierum
aan land gebracht. 1758)