ïocc
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
Dit is het spinnekopmolentje van Tysma, dat tot 1934 gestaan
heeft aan de noordzijde van het Kaiverdijkje, niet ver van de
Poppeweg af. (Foto: Collectie Fenno Schoustraft Kleine Krantsje)
MOLEN KALVERDIJKJE
Wij willen zo graag weten of de
molen aan het Kaiverdijkje die
afgebrand is en nu misschien
naar de polder bij Burgwerd
gaat, om daar weer opgebouwd
te worden dezelfde is, als die
welke bij de Tysmaplaats hoor
de. Mijn man is daar namelijk
geboren en herinnert zich nog
dat heit bij een aanhalende
wind naar de molen moest. Zou
u dat weten, of een van de
lezers?
Wij genieten van 't Kleine
Krantsje en staan vaak versteld
hoeveel men nog weet van
vroeger.
Wij zien met spanning uit naar
het antwoord dat we, naar we
hopen, kunnen lezen, in een der
volgende Kleine Krantsje.
Drachten P. Tysma en
T. Tysma-Haan
De uit 1850 daterende
Cambuurster poldermolen,
die door vandalen in brand
werd gestoken, en nu moge
lijk op een andere plaats
herrijst, is zeker niet de
molen, die behoorde bij de
boerderij van Tysma. Dat
was immers een spinnekop,
die veel dichter bij de
Tysmaplaats stond, tussen
de Schapestraat en de
Poppeweg in. Wij hebben er
wel een foto van maar die is
jammer genoeg niet zo best.
Dit spinnekopmolentje is in
1934 afgebroken.
Red. 't KI. Kr.
IN LEEUWARDEN GEWOOND
Op 7 februari 1957 ging mijn
man in dienst: kamp Zeeburg
Amsterdam. Vandaag, 7 febru
ari 1997 gaan we samen op pad
om te zien of er nog iets over is
van dat militaire kamp van veer
tig jaar geleden.
De kaart hebben we grondig
bestudeerd, maar als we er
aankomen is het één chaos van
aanleg van nieuwe wegen. Na
een wat smalle weg komen we
op de Diemer zeedijk terecht. In
de verte zien we een prachig
gebouw met daarachter twee
koetshuizen. We besluiten naar
de kleine parkeerplaats bene
den te rijden.
Voor één van de koetshuizen
hangt was buiten, dat betekent:
bewoning. We stappen door het
hekje en bellen aan. Een
mevrouw, iets ouders dan wij,
doet de deur open. Dat treft
goed, zij weet wellicht meer
over de omgeving.
Mijn man begint ons bezoek uit
te leggen. En, och heden, als
mevrouw begint te praten; geen
Amsterdams, maar een zuiver
Fries accent.
Wanneer er even een adem
pauze is vraag ik: "U komt uit
Friesland?" Ze kijkt me verwon
derd aan: "Ja, komt u er ook
vandaan?" Ik vertel dat ik in
Ljouwert heb gewoond en dan
gaat de deur wijd open.
"Kom erin, dan praten we bin
nen verder." Even later zitten we
gezellig om de tafel en maken
we verder kennis met mevr. Van
Duinen. Zij en haar man wonen
hier al vanaf 1960, maar in het
gesprek horen we haar zeggen:
"Wij zijn hier import".
Na veel informatie stappen we
weer op. Zo zie je maar: Als je in
Leeuwarden hebt gewoond,
kom je nog eens ergens bin
nen...
Gouda
Adriana v. Dam-Kortenoeven
SONNENBORGH
Als alles gegaan is, zoals des
tijds is afgesproken dan is het
archief van "Sonnenborgh"
overgebracht naar het Ge
meente-archief, Grote Kerk
straat. Mijnheer Dolk heeft dus
alle gegevens dichtbij de hand.
Daar moet te vinden zijn, dat de
Hervormde Diaconie in 1924
een "boerenhuizinge" heeft aan
gekocht genaamd "Sonnen
borgh". Architect Feddema ging
aan het bouwen en per 1 no
vember 1925 werd het rusthuis
geopend. Het heette toen inder
daad rusthuis. Men werd bewo
ner van dit rusthuis als je kon
voldoen aan enkele voorwaar
den: men moest a. het zelf kun
nen betalen; b. men mocht niet
ouder zijn dan zeventig jaar en
je moest goed gezond zijn.
De heer Bart van Raalte (bij
deze de groeten) noemt in "t
Kleine Krantsje als verkoper de
naam Dorhout. Was er ook niet
een Dorhout vroeger burge
meester van "L" en heeft deze
familie niet een eigen begraaf
plaats achter het Schapendijk
je?
De heer Dolk moet nog maar
eens goed zoeken. Dan vindt hij
vast ook het grote legaat dat
"Sonnenborgh" kreeg in mei
1926 van Douairière A. W.
Andringa de Kempenaer, waar
door "Sonnenborgh" in het bezit
kwam van Harsta State in
Hoogebeintum, maar dat is
weer een ander verhaal.
Tilburg Cor de Jong
HISTORISCHE OPTOCHT
Toen ik de voorplaat van het
februarinummer zag met een
foto van de historische optocht
in 1935 kwamen er een paar
herinneringen boven. Mijn moe
der, mijn zusje en ik stonden bij
de oude Noorderbrug om deze
optocht voorbij te zien trekken.
Ik was toen tien jaar en vond het
prachtig. Ook weet ik nog dat de
vroegere ingangspoorten van
de stad waren nagebouwd, de
Hoeksterpoort, de Tuinster-
poort, een poort bij de Beurs en
de Waterpoort.
Op Bij de Put was weer een
waterput neergezet. En als ik
me goed herinner liepen de
bewoners voor deze gelegen
heid in oude klederdracht.
Drachten A. Kramer
ONRECHT
Onrecht is één van de vele kwa
len waardoor de vrouw het
meest moet betalen... Is moe
derschap of carrière haar medi
cijn? Laten mannen toch recht
vaardiger zijn, zodat zij het zélf
kan bepalen!
Ter Apel Jelle Vening
TOMKE-FILEMOMKE
In het vorige nummer werd
Opsporing verzocht van een
vroeger versje of zegje over
"Tomke, filemomke".
Uit reacties van onze lezers
begrepen wij, dat het hier ging
om de vijf vingers van de hand,
die tot een vuist werden gemaakt
na de tekst: "Tomke-filemomke,
klaas hamke, pieter damke,
lytse karpoes bewarje dien hüs
zoals onze abonnee mevrouw
N. Ellens-Visser te Leeuwarden
ons schreef, of om de bijna
gelijkluidende tekst: "Tomke,
Filemomke, Klaas Hamkes,
Piter Tamkes, Lytse Kapüs: de
figers fan in han", die onze
abonnee de heer J. A. Bouma,
eveneens uit Leeuwarden, ons
doorgaf.
OVER STOETT
Naar aanleiding van het artikel
van de heer K. Y. Tamminga uit
Achlum over de heren Stoett
nog even het volgende: Ik heb
nooit van de heer Stoett (Prof.
Castaletto) gehoord, dat hij ook
op de Stienserstraatweg ge
woond heeft en daar een kip-
penboerderij heeft gehad.
Volgens mij zaten de heren
Stoett al van ongeveer 1932 in
de muziekhandel De City in de
Sint Jacobsstraat en in hun
pand op de Tuinen zat het
Nationale Reddingsleger, thans
genoemd Nederlands Leger
des Heils.
De brand in de Sint Jacobs
straat moet in het jaar 1938
geweest zijn.
De opmerking van onze heer
Schoustra, dat de heer Stoett
na de oorlog onder de naam
Prof. Castaletto optrad, klopt
niet, want ik heb nog een folder
van hem met vier grote foto's uit
ongeveer 1936.
Van Duo Ensing-Jordan wist ik,
dat zij voor een goochelaar altijd
belden met IJbe van
Zandbergen (Prof. Bergini) uit
Grouw of met Prof. Castaletto.
Dat was ook in de jaren 1936-
1940.
Nooit heb ik in ons Kleine
Krantsje gelezen, dat de heren
Stoett ook lange tijd in ons voor
malige Nederlandsch Indië
waren geweest. Dat moet vóór
1930 geweest zijn.
JAN MUTSKESTEEG
Ik wil u meedelen dat ik het niet
eens ben met het onderschrift
van een foto gepubliceerd in het
februarinummer met betrekking
tot de Jan Nutskesteeg.
Als je het naambordje goed
bekijkt, staat er Jan Mutske-
steeg. Wie die goede man is
geweest weet ik niet, wellicht
zijn er mensen die het me kun
nen vertellen.
U ziet hoe 't Kleine Krantsje
bekeken en gelezen wordt. Het
is altijd weer een feest als het
de brievenbus inglijdt. Heer
Schoustra, blijf ons nog lang
verwennen, zodat ook degenen,
die nu buiten Leeuwarden
wonen zich echte Leeuwarders
blijven voelen!
Met vriendelijke groeten,
Haarlem W. F. Hijgenaar
De Jan Mutskesteeg bij de
Dat de rechter de heer Stoett
"een brandende fakkel" noem
de, doet er niet toe: ik vond het
een heel aardige man bij wie ik
vaak - na de oorlog - in de win
kel kwam, waar veel Indische
kunstvoorwerpen aanwezig
waren. Maar daar heb ik al eens
over geschreven.
Leeuwarden
Ritsko J. van Vliet senior
De brand in de kippenboer-
derij van de heer Stoett heeft
zich afgespeeld ver voor u
deze "heel aardige" man
leerde kennen. Dat de
Officier van Justitie hem
"een wandelende fakkel"
noemde geeft treffend weer
hoe hij op dat moment over
hem dacht. De brand in de
Muziekhandel De City vond
plaats op 15 februari 1939.
Red. 't KI. Kr.
BOMMEN FONTEINSTRAAT
Op het schrijven over bommen
in de Fonteinstraat wil ik ook
even reageren. Ik was toen acht
jaar en wilde beslist naar het
zwembad. "Liever niet" zei mijn
moeder, "als er eens wat
gebeurt." Maar na veel zeuren
dan toch maar. Inderdaad
gebeurde er wat. Ik was in het
zwembad en stapte net uit het
water toen de bom viel. Ik stond
te trillen als een blad aan de
boom. We mochten geen stap
meer verzetten, want overal
lagen glassplinters. De bad
meester had op elke arm een
kind, en ik zat op z'n rug, zo
heeft hij ons naar beneden
gedragen, en een mevrouw
heeft ons de kleren aangetrok
ken, ik meende iemand van
garage Rosier en volgens mij
waren er ook nog drie Duitsers
die onder het bloed zaten. Er
hebben ook heel lang foto's van
de bomaanval in de Overdekte
gehangen. Toen mijn moeder
werd verteld dat de Overdekte
plat lag, kreeg ze het op de
zenuwen. Gelukkig was dat
bericht niet juist.
Warga H. Dorenbos
Nieuwekade, niet ver van de
Tuinen af, bestaat al lang
niet meer en de typiste van
onze zetterij, die de naam op
onze kopij onder ogen
kreeg, zal er dan ook nooit
van hebben gehoord.
Vandaar dat zij er Jan
Nutskesteeg van maakte, tot
tweemaal toe. En, laten we
maar eerlijk zijn, dat had
natuurlijk ook gekund. De
Jan Nutskesteeg, genoemd
naar een meneer die bij de
Leeuwarders als "Jan
Nutske" door het leven ging.
Hij zou hier vermaard kun
nen zijn geweest, omdat hij
er bijvoorbeeld een gewoon
te van maakte allemaal
nutskes te verzamelen. Dat
waren halve centen in die
goeie ouwe tijd.
En net als de verzamelaar
zelf zijn die nutskes er ook al
lang niet meer...
Red. 't KI. Kr