BRAND! BRAND!! 'T KLEINE KRANTSJE KOBES KROEGJE De twintigste eeuw in ons Leeuwarden "Pieker ik over de gevolgen voor later Drink ik het tóch weer als water" VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 12 Ooit is het monumentale pand van De Witte Beer aan de Nieuwestad door een felle brand met de ondergang bedreigd. Het was op de zesde oktober 1934, dat een voorbijganger tot zijn schrik van onder de dakpannen van het perceel rook tevoorschijn zag komen. Onmid dellijk rende hij de zaak binnen, waar hij de heer S. Landstra, de exploitant van de winkel in kinderwagens, die hier gevestigd was, in zijn kantoortje aantrof - die zat er rustig te schrijven. De man vertelde hem wat hij had gezien, waarna de heer Landstra terstond het nummer van de brandweer belde. Nog voor deze met het blussen kon beginnen sloegen de vlammen al uit het dak en pessimisten onder de snel toegestroomde menigte toeschou wers dachten al aan het geheel verloren gaan van het prachtige pand. Maar de brandweer tastte het vuur met zes slangen krachtig aan en gelukkig zag ze kans de verwoesting te beperken tot de bovenste verdiepingen. Maar die werden dan ook volslagen geruïneerd. Wel kon voorkomen worden, dat de kostbare bibliotheek van de inwonende stadsarchivaris Van der Minne een prooi van de vlammen werd. Zelf was de heer Van der Minne niet thuis, maar burgemeester Jhr. Van Beijma, die de ernst van de situatie terstond begreep, liet dé boeken in manden naar beneden en naar een veiliger plaats in het stadhuis overbrengen. De poes van de heer Landstra, die op het dak had liggen zonnen, werd door het vuur verrast. Het beestje maakte een soort dodensprong en bleef op de derde etage hangen aan een raamkozijn. Pas na het blussen van de brand kon men het angstige dier uit z'n benarde positie bevrijden. En de oorzaak van alle ellende? Die moet zijn ontstaan, doordat schilders verf van de gevel afbrandden. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/ 't Kleine Krantsje) Verschillende grotere steden in ons land hadden het al; Leeuwarden evenwel nog niet. Maar nu is het er dan toch: een echt 'Kroegenboek'. Nou ja, laten we maar zeggen kroegenboekje. Het geeft een beknopte beschrijving van alle café 's in de binnenstad. 1989) Tegenover de Fabriekssteeg aan Achter de Hoven wordt een nieuwe school gebouwd. Het is de Ge meenteschool nummer 12, waarin later de Gemeente H.B.S. een plaats zal vinden. (1905) Een spectaculaire verbetering van de straatverlichting: Leeuwarden wordt geëlectrificeerd. Maar de lantaarn opstekers, die met hun laddertje op de schouder twee maal daags door de starten gaan, kunnen nog lang niet met pensioen - ook voor deze oude beroepstak blijft er nog geruime tijd werk. (1912) Orgeldraaier Klaas Tolsma begint met het exploiteren van het uit Amsterdam gekomen draaiorgel De Gou we. Het Gavioliorgel heeft vroeger in Zaandam in een danstent gestaan en werd daar wel "De ouwe muus" genoemd. Bij een brand in deze zaak werd het nogal beschadigd. De Duitse orgelmaker Carl Frey kocht het op en liet het na een restauratie spelen in Rotterdam en Amsterdam. Daarna kwam het in handen van de bekende orgelman Mr. Romke de Waard, die het nog eens door G. Perlee liet restaureren. En nu vervolgt het z'n avontuurlijke levensloop dus bij ons in Leeu warden. (1954) Op de Wilhelminabaan verliest een elftal van de Jood se voetbalclub Achdoeth een wedstrijd tegen een team van Frisia met de verschrikkelijke cijfers 14-0. Een paar minuten voor het einde van het drama wordt de verliezende ploeg nog door een trouwe supporter hartstochtelijk aangemoedigd. "Vooruit jongens, het kan nog wel!" schreeuwt de man over het veld. (1935) De Kamer van Koophandel, laat de fraaie villa op de hoek van de Willemskade en de Sophialaan, waarin ze gevestigd is, afbreken om op deze plaats een gro ter kantoorgebouw te laten verrijzen. (1975) Ten gevolge van een aanrijding overlijdt op twee en tachtigjarige leeftijd de heer J. S. Luxwolda, oud-leid er van de Gymnastiekvereniging Brinio en oud-amenuen- sis van de Rijks Hogere Burgerschool. (1967) De Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer stuurt een aantal foto's van oude gebouwen en andere beziens waardigheden in Leeuwarden naar het Franse tijd schrift "Guide Bleu" en verwacht er heel wat van. "Moge een stroom van Franse toeristen hiervan een gevolg zijn,notuleert de secretaris in zijn jaarverslag. (1922) De graanhandel Fortuna bestaat een halve eeuw. Er werken veertien mensen op het kantoor en zeventig in de fabriek aan de Harlingerstraatweg. Verder zijn er voortdurend tien reizigers voor het bedrijf op pad. (1924) Bij het slatten van een sloot in het land van boer S. Koopmans aan het Kalverdijkje wordt een vliegtuig bom van vijf kilo gevonden. (1949) De door ziekte gekwelde Friese beeldhouwer Pier Pander, die in Rome woont, wil graag, dat zijn levens werk een plaats krijgt in zijn geboorteland. Hij heeft de gipsvorm van zijn beelden klaar staan, maar het uit voeren in marmer moet twintigduizend gulden kosten. Drie vooraanstaande figuren, burgemeester Patijn, Th. Weideren en baron Rengers en R. Buisman, zorgen ervoor dat er achtduizend gulden op tafel komen. Dan zorgt de Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer zeer royaal voor de rest. Zo wordt het fundament gelegd voor wat de Leeuwarders later zullen kennen als het Pier Pandertempeltje. (1917)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 12