REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN 'T KLEINE KEAHTSJE SCHOOL 14B AAN TJERK HIDDESDWARSSTRAAT VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 15 adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef israëlsstraat 6-10 leeuwarden telef. 058-2124984 fax 058-2155524 Deze foto werd ons toegestuurd door onze abonnee de heer Jelle Vening te Ter Apel. Het betreft hier de eerste klas van School 14B aan de Tjerk Hiddesdwarsstraat uit het schooljaar 1930-1931. We gaan van voor naar achter en we beginnen uiteraard bij de eerste rij: Marten Brouwer, Wim Pet en Katrienus van Breden, Jurjen met een vraagte ken en Jelle Vening, een onbekende en Adriaan met een vraagteken, Jan Brugman en Izak van der Schaaf, die volgens de inzender 'zo geweldig kon rekenen', Hanny Veil inga en Hilda Jonker. Op de mid delste rij: Hennie Tammes en Frans Tamminga, Rinse de Boer en Simon van der Meer; Mieneke Dijkstra en Marietje met een vraagte ken, Aukje Brouwer, Mientje Boontje, Siety Kuipers, Annie van der Wees, Hanny met een vraagteken en twee onbekende jongens. Tenslotte op de rechtse rij: Hinke Veenstra en Niesje Visser, Gerrie Langendijk en Coen met een vraagteken, Sierk Cornelissen en Berend Aning, Piet Rodenhuis ("die zo prachtig kon tekenen") en Folkert Duiker, Hennie Born en Feike met een vraagteken. (Vervolg van pag. 12) van het koor. Ze keken naar mij en dan weer naar het koor. Uiteraard moest ik het mijne ervan hebben en verliet zo onopvallend mogelijk mijn plaats. In het koor aangekomen, ontwaarde ik aldaar twee poli tieagenten. De dienst ging uiter aard gewoon door. Op mijn vraag aan de beide dienaren der wet: "Is er iets?", werd mij op gedempte toon toegevoegd: "Is Mr. van Maanen ook in de kerk?" Ik gaf te kennen, dat ik daar niet op had gelet, waarop de mannen vertelden, dat mevrouw Van Maanen een ongeluk had gekregen, zodat het gewenst was, dat de echt genoot zo spoedig mogelijk naar huis kwam. Ja, wat moest ik. De dienst zou ongeveer nog een half uur duren. Eén der agenten: "Kunt u de dominee niet even waar schuwen, zodat hij Mr. van Maanen kan verzoeken naar huis te gaan?" Ik besloot een brief te schrijven met de woorden: "Mr. van Maanen wordt verzocht, in ver band met een ongeval, onmid dellijk thuis te komen." Gewapend met deze bood schap begaf ik mij naar de kan- seltrap, die (de regelmatige bezoekers van de Grote Kerk weten dat natuurlijk) om een pilaar is gebouwd en achter de preekstoel uitkomt. Dit was oor zaak, dat de dominee mij niet kon zien aankomen. Misschien hadden de kerkgangers wel meer oog voor hetgeen zich zou voltrekken daarop die kansel- trap, dan oor voor hetgeen de dominee namens zijn Zender te zeggen had. Ik trok, uiteraard achter de rug van dr. De Bruijn, aan de laag afhangende togamouw. De dominee schrok, onderbrak z'n preek, draaide zich nijdig om en keek mij kwaad aan, kennelijk denkende: "Wat heb ik nu weer aan mijn fiets hangen?" Ik overhandigde het briefje en daalde meteen de trap weer af. Dominee las op wat er op het briefje stond, keek de kerk over, doch zonder resultaat. Nogmaals de vraag gesteld, bedoeld voor de (niet aanwezi ge) Mr. van Maanen en ging toen (ja, wat kon Dr. de Bruijn anders doen?) maar door met z'n preek. De politieagenten begrepen, dat Mr. van Maanen niet in déze kerk was en spoed de zich ras naar een andere kerk. Hoe hun missie verder is afgelopen weet ik niet meer, maar wél weet ik, dat mevrouw Van Maanen, na het overlijden van haar echtgenoot, dat jaren later plaatsvond, is gaan wonen in een rusthuis te Driebergen, in hetzelfde rusthous, waar, ten tijde van het te boek stellen van deze memoire, nu nog woont mevrouw M. C. Hellemans- Frederikse, de weduwe van een oud-Leeuwarder predikant, die mijn vrouw en ik wel eens ple gen te bezoeken als wij aldaar in de buurt zijn. Maar dit even terzijde. We gaan terug naar de Grote Kerk. De dienst was inmiddels beëindigd en dominee ontdeed zich in de togakamer van z'n ambtsgewaad. Onderwijl werd er druk gepraat over het inci dent. Ik ging ook even naar de consistoriekamer en trof aldaar een zeer ontstemde dr. De Bruijn aan. "Hoe komt u erbij, meneer Kuperus, mij in mijn preek te storen. Had dat niet even kunnen wachten?" Ik was juist bezig met de peroratie van de preek en... enz. enz." Ik ving dat voor mij vreemde woord op: "de peroratie van de preek." Wat is dat nu weer? Peroratie... peroratie. Nee, dat woord kende ik niet. En bij mezelf dacht ik: 'Thuis maar eens opzoeken in Van Dale." Ds. ging maar door met zijn ver maning aan de koster en onder wijl dacht ik: "Ik moet dat vreem de woord niet vergeten: perora tie... peroratie." Thuis gekomen, vond ik in Van Dale: Peroratie: besluit van een r.edevoering, waarin het vooraf gaande wordt samengevat, oftewel: slotrede... Kermis op 't Oud Tolhuis Gisteren is er op den Gronin gerstraatweg, nabij het Oud Tolhuis, de zogenaamde klein- Burgumerkermis gehouden. Vooral 's middags was het er vrij druk, ofschoon deze kermis niet bijster veel attracties bood (1929)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 15