DE LEEUWARDER COURANT A EN Z'N KLEINE KRANTSJE EZELLIG KRANT! 'T KLEINE KRAHTSJE W VAN DOODZWIJGEN Isteravond nai de ves- tij in hun jas- ran het „Klei- we vogel in aden, dat zich de vroede va- arij is weer pening op Pa- >0 mensen di "^ren u? VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 aan de Emmakade Leeuwarden 40 cent ntertien dagen 7 OKTC ïtsje wij zullen ons uiterste best doen dat er van zelen zal daarbij onontbeerlijk zijn. Veel wordt er va iëgd, maar dit weinige zal voor 't voortbestaan va zijn: geeft U zich op als abonnee, stel het niet uitj us nu! ;an meteen ook de naam van Uw buur of van Uw kl >nd op visite komt. Alleen met z'n allen kunnen we' ten, hoe gek dat ook klinkt, it al in de kop van deze krant: in een half jaar. twee .en tartri(hnrrftoiriiT''T m ter Courant in 1964 meen eten aankondigen. stra's Publiciteitskantoor" en eigenlijk van de eerste dag af kwam ik tot over de oren in het werk te zitten met zaken als copywriting voor bedrijven en het incidenteel uitgeven van kranten en boekjes (met adver tenties!) als bijvoorbeeld "Interieur", "Skütsjesilen" en "Trekpleisters in Friesland". Het was of ik terechtkwam in een andere wereld en het duur de maar even of het inkomen steeg tot ver boven wat ik ooit bij de krant had verdiend, ook al doordat mijn wekelijkse werk als sportverslaggever voor de Vara- radio gewoon doorgang vond. Er kon snel een auto worden aangeschaft, wat nu het noemen nauwelijks waard zou zijn, maar wat in die tijd, nu vijf en dertig jaar geleden, nog vrij uitzonder lijk was. Ook kon ik de bescheiden woning aan de Valeriusstraat al gauw verlaten om een heel groot en riant pand te betrekken bij de Emmakade. Er is alle aanleiding te veronder stellen, dat deze onmiskenbare vooruitgang niet zo goed in de smaak viel bij verschillende col lega's van de Leeuwarder Courant, die voorlopig nog moei zaam op hun fietsjes moesten voortpeddelen. Een deel van het werk, dat ik nu deed, zoals bijvoorbeeld het werven van advertenties voor sommige van mijn eigen uitga ven, werd kennelijk niet gezien als overeenkomend met de standing van een journalist. Of betrof het hier een kwestie van kinnesinne soms, van jaloe zie misschien? Meestal bleef het ongenoegen onderhuids en kon er nog wel gezamenlijk met genoegen een kop koffie gedronken worden - slechts eenmaal kon een redac teur van de L.C. zich niet beheersen en riep hij tijdens een samenzijn in het hotel De Klanderij wit van woede uit: "Fenno Schoustra dient zijn plaats te weten!" Opvallend was het ook, dat er nu een periode aanbrak, waarin dezelfde redacteuren van de Leeuwarder Courant, die me eerst zo grandioos hadden bin nengehaald, het niet zo nauw met de waarheid namen, wan neer - noodgedwongen - Fenno Schoustra ter sprake kwam. Ook kon het gebeuren dat, op niet verwachte momenten, het ter sprake brengen van Fenno Schoustra en/of zijn Publici teitskantoor in de Leeuwarder Courant in het geheel vermeden werd. Frappant was het ook, dat er nu en dan georganiseerde bijeen komsten van Leeuwarder jour nalisten plaatsvonden, waarbij Fenno Schoustra opzettelijk werd buitengesloten, iets wat eerder eenvoudig ondenkbaar zou zijn geweest. Intussen bleven mijn werkzaam heden maar toenemen en wel zodanig, dat ik het nodig vond mijn regelmatige medewerking aan het maandblad "De Leeu warder Gemeenschap" te beëindigen. Al jaren schreef ik voor dit blad verhalen over onder andere Oud-Leeuwar den, die blijkbaar door de lezers erg op prijs werden gesteld, want net had ik de pen voor dat blad voorgoed opgeborgen, of ik werd allerwegen aan de jas getrokken en kreeg ik telkens dezelfde vraag te horen: "Waar om skrief jou gien verhaaltsjes meer over Oud-Leewadden, die vonnen we altied hartstikke mooi." Deze voortdurend terugkerende vragen maakten me duidelijk, dat er een behoefte bestond aan "een gezellig krantsje voor Leeuwarden" en zo kwam ik op idee van ,,'t Kleine Krantsje voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen," waarvan het eerste nummer op 7 oktober 1964 ver scheen. De voorpagina van deze uit twaalf pagina's bestaande krant in het weekendformaat bevatte onder andere behalve de kapi tale kop "EEN GEZELLIG KRANTSJE VOOR LEEUWAR DEN" een verhaal "Ter introduc tie", waarin de gang van zaken tijdens een verjaardag van echte Leeuwarders werd geschetst en dat we op een andere plaats op deze pagina's nog eens afdrukken. Hoe zou de redactie van de Leeuwarder Courant op dit nieuwe "Gezellige Leeuwarder krantsje" reageren? Met enige sympatie? Nee toch... Op de dag, waarop het eerste nummer verscheen, was er net een vergadering van de Leeu warder gemeenteraad en het leek me aardig in de zak van in de garderobe aanwezige jassen zo'n eerste nummer te stoppen, een leuke verrassing voor alle leden van de raad. Zo gebeurde het dus en... het nieuws kwam prompt de vol gende dag in de Leeuwarder Courant te staan en wel in de rubriek: Gehoord en Gezien". En wat wist de L.C. over deze nieuwe gezellige leeskrant te melden? Wel dit: "Toen raadsleden gisteravond na afloop van vergadering in de vestiaire kwamen vonden zij in hun jaszakken een exemplaar van het "Kleine Krantsje" een nieuwe vogel in de rij van adver tentiebladen, dat zich aldus pre senteerde aan de vroede vade ren." Hé, een nieuwe vogel in de rij van advertentiebladen? Zou de redacteur van dit bericht nou werkelijk niet hebben gezien, dat het hier niet om een advertentieblad, maar om een leeskrant ging? Zou hij zich, met al zijn ervaring, zo verschrikkelijk hebben kun nen vergissen? Nogal in de wiek geschoten zet ten we onmiddellijk deze reactie op papier: Het feit, dat de grote Leeuwar der Courant al zo snel de komst van 't Kleine Krantsje signaleer de mogen wij verheugend noe men. Denigrerend en bepaald (Vervolg op pag. 10) De grandioze ontvangst in Leeuwarden in 1960 van Fenno Schoustra na zijn verblijf in het Studenten Sanatorium. Op de bovenste afbeelding, het verraste echtpaar Schoustra voor de ramen van de flatwoning. (Foto's Sjoerd Andringa)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 11