TRAGEDIES ROND GEZINNEN IN WILLEM LODE WIJKSTRAAT pagina 8 Ooit hebben er aan de Willem Lode wijkstraat twee joodse gezinnen gewoond, dat van George Stephan De Kadt, die getrouwd was met Bertha Davida Polak op nummer 45 en dat van Hartog Beem, die gehuwd was met Rosette Kannegiesser, op nummer 129. Beide gezinshoofden namen in de Leeuwarder samenleving een respectabele positie in: de heer De Kadt was scheikundige bij de Coöperatieve Condensfabriek en de heer Beem was als leraar Duits verbonden aan onder andere de Gemeente H.B.S. En beide gezinnen zouden in de loop der jaren door zeer tragische omstandigheden getroffen worden. Op zaterdag de 21e maart 1931, 's middags om één uur, speelde het enige kind van het gezin Beem, de vijf jaar oude Salomon, op het trottoir bij het ouderlijk huis. Pas sedert een paar weken mocht hij op straat komen om wat te wennen aan het stads verkeer - aanstonds immers zou hij de grote school bezoe ken en toch de straat over moeten. RIJWEG OP Plotseling, voor iemand het zou kunnen verhinderen, verliet de kleine Salomon het trottoir en schoot hij de rijweg op, juist toen er van de kant van de Juli- anastraat een tractor naderde van de Gemeentereiniging. Salomon probeerde daar nog voorlangs te komen en dat ge lukte hem ook. Maar daarbij zag hij een van de andere kant komende vrachtauto van de Wasinrichting Ph. Jeelof uit de Gysbert Japicxstraat over het hoofd. Krachtig remmen van de niet hardrijdende chauffeur mocht helaas niet baten. Door een van de spatborden werd Salo mon ernstig aan zijn hoofd ge wond, terwijl er ook nog een van de achterwielen over zijn lichaam heenreed. Het zwaargewonde slachtoffer tje werd binnengedragen in de woning van de heer S. C. Baas, waar twee artsen de eer ste hulp verleenden. Met een schedelfractuur en in wendige kneuzingen werd Sa lomon Beem daarna naar het Diaconessenhuis vervoerd - hier werd hij behandeld door de doktoren H. L. Straat en C. van Staveren. Maar de kleine Salomon was te zwaar gekwetst om hem nog te kunnen redden; om half zes deze middag kwam hij te over lijden. Ruim een jaar na deze kolos sale klap voor de heer en me vrouw Beem, op 31 maart 1932, kreeg het echtpaar een dochtertje, Eva. En nog eens twee jaar later, op 13 juni 1934, werd er weer een jongetje ge boren. Abraham. Het gezin van George en Ber tha de Kadt had op dat mo ment ook twee kinderen, twee meisjes, Paulina Esther, gebo ren op 5 december 1929 en Esther Ribka, geboren op 1 au gustus 1931. Later werd het gezin met nog drie kinderen verrijkt: Ruth Hanna, geboren op 9 januari 1935, Abraham Michael, gebo ren op 20 september 1937 en David Jan, die in de oorlog, op 30 oktober 1941, het levens licht zag. Toen tijdens de oorlogsjaren de toestand voor de joden door de barbaarse Duitse maatregelen steeds benarder werd, ontston den er vergevorderde plannen het gehele gezin via Spanje naar Amerika te laten vluchten Op de 19e juli 1942 moet het echtpaar De Kadt van de Con dens of van de illegaliteit hef sein hebben gekregen zich ge reed te maken voor vertrek: het zou de volgende avond met de kinderen worden gehaald voor de ongetwijfeld riskante en ook onzekere reis naar het verre Spanje. De heer en mevrouw De Kadt, die in tegenstelling tot veel van hun joodse medeburgers terde ge beseften welk lot de joden in Duitse handen te wachten stond, moeten als een berg te gen deze gevaarlijke onderne ming hebben opgezien. Zo kwamen zij tot het noodlottige besluit om een eind aan hun aller leven temaken. Dat deden zij door de gaskraan open te zetten, nadat zij het wiegje met de kleine David Jan, toen negen maanden oud, voor een geopend raam had den geplaatst. Wat de radeloze ouders stellig hadden gehoopt, gebeurde ook: de baby overleefde de ramp en werd verder veilig ver zorgd door het dienstmeisje van de familie De Kadt. Later kwam David Jan De Kadt als de enige overlevende van deze tragedie terecht bij zijn grootmoeder in Californië. Toen hij zestien was kwam ook hij dramatisch om het leven, door dat de auto waarin hij zat ver pletterd werd door een trein. Ook het gezin van Hartog en Rosette Beem ging gebukt on der de druk van de Duitse be zetters. Gelukkig echter kreeg het echt paar Beem begin november 1942 een onderduikplaats bij een collega van de Gemeente H.B.S., die in de Potgieterstraat woonde, Ir. Willem Koster van Groos. VEILIGE PLAATS En voor de kinderen werd er een veilig lijkende plaats ge vonden in een landhuisje van een familie in Ermelo, waar Eva en Abraham zich konden voordoen als niet-joodse eva- cuées. Lange tijd leek het met allen goed te gaan, tot de kinderen eind februari 1944, waarschijn lijk door verraad, werden opge pakt en als gevangenen in het kamp Westerbork belandden. Op 6 maart werd daar een door Eva en Bram verzonden brief aan hun pleegouders afgestem peld, waarin zij meldden dat ze het goed hadden. Eva schreef: "Met mij gaat het best. U zei, dat u de schoenen zou sturen, zou u ook mijn stof kam en mijn kleren, die ik heb laten hangen en mijn strik wil len sturen? Mijn viool zal wel niet kunnen, hè?" En Abraham meldde: "Het is hier goed. We krijgen 's och tends vier boterhammen en koffie en 's middags groenten en aardappelen en 's avonds vier boterhammen en pap en het is hier gezellig." Waarschijnlijk zijn de kinderen nog diezelfde vierde maart, of een dag eerder, op transport gesteld en naar het vernieti gingskamp Auschwitz gebracht. Daar werden Eva, toen elf en Abraham, toen negen jaar oud, op 6 maart vergast. Tot half 1944 heeft het echt paar Beem nog bij de familie Koster van Groos in de Potgie terstraat ondergedoken geze ten - daarna kreeg het een schuilplaats in het kruideniers winkeltje van Gerlof van der Meer in Joure. Daar waren de heer en mevrouw Beem nog, toen - eindelijk - in april 1945 de bevrijding kwam. Nooit zijn Hartog en Rosette Beem over het verschrikkelijke verlies van hun kinderen heen- gekomen Eens schreef de heer Beem: "We lachen slechts van buiten met ons gezicht, maar niet meer van binnen met ons hart." Jaren na de oorlog, toen het echtpaar Beem naar Hilversum was verhuisd, kreeg Hartog Beem landelijke bekendheid als nestor van de joodse geschied schrijving. Hij schreef meer dan vierhonderd artikelen en een aantal boeken over de joodse gemeenten in ons land, over het jiddisch en over het zionis me. Ook het boek "de Joden van Leeuwarden" was van zijn hand. HOGE LEEFTIJD In 1976 kwam de zwaar be proefde Rosette Beem te over lijden; Hartog Beem bereikte de hoge leeftijd van vier en negen tig jaar en stierf in 1987. FENNO L. SCHOUSTRA De heer Hartog Beem, links, samen met zijn collega J. Jansma ("Pierke"), op weg naar de Gemeente H.B.S. (Foto: Collectie Fen no Schoustra/'t Kleine Krantsje) Twee opnamen van de familie De Kadt, beide in een onbezorgde tijd gemaakt (Foto's: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 8