DE TIJD STROOMT NOG STEEDS DOOR HET VLIET COMMISSARIS VERTELT pagina 7 Eenmaal per jaar verwisselde commissaris Voordewind het IJ en de Amsterdamse grachten voor het Vliet, de Murk en de Wielen. Dat was een week lang zeilen met zijn vriend Hein Appeldoorn. Over zijn politiewerk schreef Voordewind twee boeken: 'De com missaris vertelt' en 'De commissaris vertelt verder'. De bekende conferencier en verteller Willem van lependaal, ontstemd over de eenzijdigheid waarmee de penose werd getekend, schreef toen de bestseller 'De commissaris kan me nog meer vertellen'. nijvere neringdoenden moesten dan vaak langer wachten op hun geld. Er waren grote en kleine winkels, sommige opvallend door hun mooie etalages, ande re verscholen en donker ogend. GIJZEN - OME JAN - JODEN Er waren bakkers, slagers, krui deniers, groentenhandelaren, winkeltjes van sinkel, sigaren winkels en melkboeren. Er stond zelfs een enkele echte boerderij tussen de huizen, fabrieken en winkels. Bij al die winkels en fabrieken en huizen horen namen, namen die al heel vaak genoemd zijn. Hoewel, de naam Gijzen misschien niet. Waarom Gijzen met zijn propere, blinken de zuivelwinkel? Vanwege Ome Jan en de Joden. Ome Jan, werkzaam bij de Zui velfabriek Emmakade (nu Nieu we Weme) bevoorraadde op een vaste middag in de week alle zuivelwinkels met kaas en boter. Neefjes in verschillende jaargan gen mochten soms meerijden: ,,met ome Jan butter riedel" en zagen ademloos naar zijn toer. De linkerarm werd gestrekt en vanaf de open hand tot de schouder werden de pakjes boter opgestapeld. Op het bovenste pakje drukte hij zijn kin en vervolgens werd het parcours vanaf zijn kar naar binnen in de winkel foutloos afgelegd. Gijzen had zoals gezegd een mooie winkel en het gezin woon de boven de zaak. In de oorlogs jaren werd dat gezin groter, want Gijzen heeft Joodse landgeno ten 'geherbergd' zoals het Oude oorlog. De Poppebrug was een 'trapkebrug' en zo één lag er ook tegenover de Noordvlietstraat. Het heeft immers tot 1930 geduurd voor de Bleeklaan over het water heen werd verbonden met de Bote van Bolswertstraat. Het begin van een nieuwe tijd: meer (vracht)auto's en meer fiet sers. Hoewel die zich voortbe wogen op de steeds smaller lij kende oevers. Toen dat proces zich hevig doorzette en het Vliet werd afgesloten door een dam in het oosten (met als gevolg stil staand water, vuil, stank) tegen de Indische buurt aan, naderde het eind van dat Ouwe Vliet. DEMPEN! Dag water! Wat herinnert nog aan dat Ouwe Vliet? De zalen van de Vrij-Evan- gelischen aan het begin van het Zuidvliet? Een gedenksteen in het geboortehuis van Pieter Jel- les Troelstra? Het rijtje huizen aan het Noordvliet-slot doet dat zeker. En echte ouwe Liwwad- ders zullen aan weerszijden van de asfaltbaan in een enkel pand nog wel eens iets van vroeger terugvinden. Toen was dat nog geen disco of coffeebar; of een computer- of doe-het-zelfwinkel. Zeker geen moskee waar ande re gelovigen hun gebed uitspre ken. Een van die Liwwadders bezocht wellicht ooit de 'bewaarskoal' die er al staat vanaf 1861! Die heeft veel meer gezien dan hier is opgeschreven door de man die in 1920 is gebo ren en tussen 1926 en 1935 in de Javastraat woonde op num mer 10. Jakob Vellenga WATER - WERKEN - WINKELS Ooit verkocht vader Hakse snoep in zijn winkel ergens tus sen de Baptistenkerk en Koop- mans Meelfabrieken. Zoon Jerre Hakse begon daar later zijn car rière als kunstschilder. Nog weer later werd daar het zogenaamde 'Politiek café' georganiseerd: 'gewone' mensen gingen aan de praat met politici. De zestiger jaren beloofden immers inspraak? Op zulk een avond kregen raadsleden van de mees te Vlietbewoners als motto mee: DEMPEN! Zo verdween het water dat een aantal eeuwen door die uitbuurt van heel vroeger had gestroomd. Het water waar grote en kleine schepen af en aan voe ren, beladen met grondstoffen en materialen. Het was lossen en laden bij de grote meelfabriek en de graanfactorij van Huisen- ga. Ooit was er een zeepziederij van Pieter van der Meulen. De naam Pietersburen herinnert er nog aan. Zoals de verdwenen Cichoreibuurt aan de cichorei- branderijen en de Tichelstraat aan de tichelwerken doen den ken. In de dertiger jaren werkten in die buurt een paar sigarenma kers, maar veel Vlietster mannen rookten de 'korte pijp': ze pruim den want het bestaan was sober, en loon of steun karig. Er werd soms te veel geld naar de kroeg gebracht en dan bleef er te wei nig over voor de afbetaling. Want velen kochten op de pof en de Tot 1970 heeft er water door het Vliet gestroomd. Hier een beeld van het Noordvliet uit het begin van deze eeuw. (Foto collectie Fenno Schoustra) Boek dat vraagt. Bijna niemand was hiervan op de hoogte, dus vandaar dat Gijzen het verdient hier genoemd te worden. Zijn onderduikers overleefden, in tegenstelling tot vele andere medeburgers, die ook uit de pan den aan het Vliet zijn wegge voerd. NIEUWE TIJDEN - OUDE SCHOOL De bedrijven van eeuwen her zijn verleden tijd. De naam olie molen (olieslagerij) leefde lang voort in een ruïne dicht bij de Poppebrug. Na de brand midden twintiger jaren stond die ruïne daar tot na de Tweede Wereld- Hein Appeldoorn (Foto collectie Fenno Schoustra)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1997 | | pagina 7