/3 TWEEDUIZEND JAAR GELEDEN WOONDEN ER BOEREN OP DE PLAATS VAN CONDENS BOUWPUT ONTHULDE GROOT GEHEIM V Het nieuwe gebouw van de Coöperatieve Condensfabriek Friesland rust op historische grond: langer dan tweeduizend jaar geleden moet hier diep onder het huidige maaiveld een van de eerste zuivel- winplaatsen van Friesland zijn geweest. Broze restanten van het ge beente van koeien en schapen, opgediept bij het graven van de bouwput voor het nieuwe gebouw, hebben ons het grote geheim ont huld - eens woonden en werkten hier boeren, eens werd hier, pal onder het Condensgebouw, het vee gemolken, eens hield men hier de kostelijke koemelk al evenzeer in ere als nu. Het heeft maar een haar gescheeld of de zo vroege bewoning van dit deel van Leeuwarden was nooit aan het licht gekomen. Slechts een enkele op merking, opgevangen door de willige oren van Fries Museum-conservator G. Elzinga, is er de oorzaak van geweest, dat de uiterst verrassende vondsten van botjes en beenderen en scherven uit een tijd, die ver voor Christus lag, een algemene bekendheid kreeg. Potscherven |n augustus r96s stuitten de grond werkers bij het uitdiepen van de bouw put op een diepte van bijna vier me ter op een aantal potscherven, op been fragmenten, op aangepunte houten paaltjes en op mest van vee. Maar zolang het geen goud is wat er blinkt plegen grondwerkers geen extra aan dacht te schenken aan wat er uit de diepte te voorschijn komt en zo ging het ook hier: de mannen met de scheppen keken er bepaald niet van op. Alleen een voorman-timmerman vond de scherven en beenderen interessant genoeg om ze voorlopig maar eens even aan de kant te leggen, maar de enorme betekenis van de vondst be sefte hij allerminst. Daarom liet hij er ook pas maanden later heel toevallig iets van los tegenover conservator El zinga, die toen tot z'n verdriet moest constateren, dat intussen het beton voor de keldervloer al was gestort, zo dat een bezichtiging van de vindplaats niet meer mogelijk was. Toch kon later, in overleg met de Condens, de bouwdirectie en de aan nemer nog een profiel worden gesto ken en uit het onderzoek daarna volg de de verrassende conclusie, dat hier vier tot vijf eeuwen voor onze jaartel ling mensen hebben geleefd. Onder een ongeveer anderhalve meter dikke zandlaag van opspuitingen uit onze tijd lag een met rietstengels ver mengde kleilaag van ruim twee meter dik, die rustte op een uit mest, scher ven en brokjes veen bestaande woon laag ter dikte van ongeveer een halve meter. Onder deze woonlaag vond men nog een centimeter dikke in el kaar geperste laag veen en daaronder een ondergrond van klei, die met veel zand was vermengd. Op één plaats in het veen was in het grijze verleden een kuil gestoken en daarin hadden de boeren mest gestort. Op de vlucht Uit deze verschillende lagen en de aangetroffen scherven konden de on derzoekers opmaken, dat de mensen, die hier eens hebben gewoond door de zee op de vlucht zijn gejaagd en dat de zee zich hier nu eens terugge trokken heeft en dan weer opgekomen is. De bodem onder het nieuwe Con densgebouw heeft zich dan ook in ver schillende fasen gevormd, waarbij de zeespiegel voortdurend hoger kwam. Wat de vondst van de bonkjes en de potscherven zo uitermate belangrijk maakte was de ontdekking - voor de eerste maal - van een zó vroege be woning vlak ten oosten van Leeuwar den. De Condens op historische grond: het is goed bij de officiële opening van deze nieuwbouw even te mijmeren over de vreugden en zorgen van de veehouders, die hier tweeduizend jaar geleden de zuivelwinning dienden.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 2000 | | pagina 13