XII GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1866. Transport ƒ3467.75. waarom het niet betaalde ad 297.25 als nog te ver halen in de rekening is aangebragt. Totale ontvangst wegens marktgelden ƒ3476.75. Hierbij gevoegd 1°. het bedrag der verleende remissie wegens de markt gelden sub a ƒ650.00. 2°. het niet aangezuiverde door den pachter van de marktgelden sub b genoemd - 297.25. - 947.25. Maakt te zamen het bedrag der som die volgens de contracten had moeten worden ontvangen ad 4424.00. Bij de bcgrooting was geraamd- 4500.00. De invordering dezer marktgelden geschiedt krachtens Raadsbe sluiten dd. 12 Jan. en 8 Junij 1854, goedgekeurd bij kon. be sluiten van 17 April en 22 Junij van dat jaar. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 6a, ƒ574.133. Opbrengst van de visclmiarkt, bjj gaardering. De hefting der regten aan de vischmarkt heeft plaats overeen komstig 's Raadsbesluit van 24 Maart 1864 goedgekeurd bij kon. besluit van 3 Julij 1864, no. 18, terwijl de inning daarvan aan den vischafslager is opgedragen. Het bedrag der door hem volgens de overgelegde maandstaten ingevorderde regten bedraagt over 1866 574.135, By de begrooting was geraamd- 660.00. Derhalve minder ontvangen85.865. Dit verschil in minder is veroorzaakt door den zoo aanzienlijk minderen aanvoer van visch aan den afslag, tengevolge de on gunstige vischvangst in 1866. Over 1865 beliep de opbrengst der vischmarkt ruim ƒ800. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 7 3000.02. Opbrengst der kaai- en walgelden. Deze heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 26 Sept. 1S61 goedgekeurd bij kon. besluit van 6 Oct. d. a. v. no. 3. De inning daarvan heeft in 1866 bij gaardering plaats gehad, ter wijl de in de rekening verantwoordde som is aangeduid op den overgelegden specifieken staat, behelzende ecne opgave van de wekelijks door de gaarders gestortte, door hen geïnde regten. Bij de begrooting was geraamd2650.00, Er is werkelijk ontvangen- 3000.02, Bedragende alzoo de ontvangst een verschil met de raming in meerder vanf 350.02. De oorzaak daarvan is hierin gelegen dat bij de raming van de opbrengst dezer belasting over 1866, met verlaging der voor 1864 en 1865 op de begrooting deswege te hoog aangebragte sommen, een te laag cijfer in ontvang is gesteld- Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 8 f 5642.90. Opbrengst der begraafplaats. a. Verkoop, verhuur en onderhoud van graven. b. Begrafenis- en grafgeldcn. Ter zake sub a bedoeld is ontvangen 1°. Voor verkoop van graven1060.00, 2°. verhuur - 348.00, 3°. onderhoud,, - 206.20, 4°. oversehrijvingskosten- 6.10, Deswege was geraamd Makende te. zamen 1620.30. - 900.00, Verschil in meerder 720 30, Dit belangrijk verschil vindt zijn oorzaak in de omstandigheid dat in 1866 een aanzienlijk aantal graven meer is verkocht dan in voorgaande jaren, en onder deze velen zijn op de le en 2e afd. der begraafplaats. In 1865 was voor verkoop van graven j slechts ƒ230 ontvangen. De ontvangen begrafenis- en grafgeldcn zijn de volgende; 1°. Voor vervoer van lijken2706 25, 2°. openen en sluiten van graven - 811.00, 3°. ligten en weder leggen van zerken - 38.00, 4°. gebruik van de verblijfkamer rouwgoederen - 177.10, 6°. buitengewoon 258.75, 7°. zegels der kwitantien- 31.50, Bij de begrooting was geraamd Zamen 4022.60. - 3700.00. Verschil in meerder 322.60. Het geringer aantal kostelooze begravingen zoowel als het meerder gebruik 'twelk van de 1® lijkwagen wordt gemaakt is oor zaak dat de ontvangen begrafenis- en grafgeldcn de deswege bij de begrooting geraamde som met ƒ322.60 hebben overschreden. In 1865 bedroegen dezelve ƒ3116,98. De invordering dezer regten had nog steeds plaats krachtens bet reglement op de stedelijke begraafplaats van 1832, gegrond op het kon. besluit van 21 Nov. 1829 no. 113, dewijl op het, den 22 Jan. 1864 gewijzigd vastgesteld tarief van begrafenisregten alsnog de koninklijke goedkeuring niet is verleend. Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 9, 19,613.65. Opbrengst van schoolgelden. De heffing van schoolgelden geschiedt voor het gijmnasium krachtens Raadsbesluit van 26 Aug. 1858, goedgekeurd bij kon. besluit van 19 Oct d. a. v. no. 71. \oor de franschc kostscholen en voor de ncderduitsche scholen ingevolge Raadsbesluit van 24 Nov. 1860, 27 Junij 1861 en 11/25 Oct. 1866, goedgekeurd bij kon. besluit dd. 31 Aug. 1861 no. 42 en 15 Dcc. 1866 no. 52. De opbrengst vergeleken met de raming was als volgt Verschil. liaming. Opbrengst. meer. minder. a. Gymnasiumf 880.00, f 728.75, f f 121.25, b. Fransche school voor jongens - 4108.00, - 4080.00, - 572.00,- c. Idem voor meisjes 3952,00, - 4680.00, - 728.00, - d. Burgerschool voor jougens .- 2270.00, - 2270.00, - - e. Idem voor meisjes 2260.00, - 2200.00, - - 60.00. Tusschenschool lc klasse .- 2060.00, - 2031.60, - - 28.40, g. le Tusschenschool 2e klasse- 1350.00, - 1566.75, - 2Ï6.75, - 2e 2e - 490.00, - 389.40, -100.60, 3e 2e - 535.00, - 455.15, - 79.85,. k. le Bewaarschool - 550.00, - 612 00, - 62.00, - 18,425 00, ^19,613.65, /rl578.75,/"390.10 Af het minder 390.10. Rest meer ontvangen dan geraamd ƒ1188.65. Hoofdst, II, Afd, VIII, Art, 10, ƒ247,875. Opbrengst V gedane werken voor particulieren. Deswege was bij de begrooting geraamd a. werken aan de straten, riolen enzƒ110,00, b. Idem van verschillenden aard- 60,00, Zamen ƒ170,00, Er is ontvangen en in de rekening verantwoord - 247,875, Zoodat de ontvangst de raming ovcrticftmet 77,873, Deze herstellingen en de restitutien van te dier zake aange wende kosten vinden bij voortduring plaats krachtens de publicatie van het stedelijk bestuur dd. 11 Juriij 1S20. Hoofdst. II, Afd. Vin, Art. 11, 53,210.87. Opbrengst der gasregten. Hiervoor werd bij de begrooting zooals die is gewijzigd bij Raadsbesluit dd. 23 Aug. 1866 geraamd: 1 a. Geleverd gas aan particulieren ƒ34700.00. li. Wegens gebruik der gastoestellen - 3000.00. 2. Vergoeding der gemeente voorde straatverlichting - 8000.00. 3. Diverse ontvangsten5300.00. Zamen uitmakende een bedrag van ƒ51000.00. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1866. XII Er is ontvangen voor a. Geleverd gasƒ36945.51. b. Vergoeding ?an de gemeente voor de straatverlichting- 7650.533. c. Gebruik en kosten van aanleg van gemeente-toestellen - 2034.913. d. Arbeidsloonen- 1328.40. e. Verschillende ontvangsten, daaronder begrepen de opbrengst van verkochte cokes, kooltccr en gaskalk - 5251.51. ƒ53210.87. Weshalve de werkelijke ontvangst de raming overtreft, met2210.87. De keffing dezer regten geschiedt overeenkomstig raadsbesluit dd. 31 Aug. 1865, goedgekeurd bij kon. besluit van 13 Sept. 1865, no. 54. Hoofdst. III. Baten en opkomsten, spruitende uit voor werpen aan de gemeente in eigendom behoorende. Hoofdst. Ill, Art. 1, 10,740.04. Huur of pacht van land en landgoederen. De opkomsten onder dit artikel in de rekening verantwoord, zijn de volgende Van a. Zathe en landen de magere weido, voor den tijd van 10 jaren, ingaande Maart en Mei 1858, ver huurd aan F. G. Dorkout, doch met vergunning van het ge meente-bestuur thans ingebruik bij S. S. van Wijngaarden 9c huurjaar ƒ2451.00. b. Zathe en landen achter Cambuur, verhuurd aan S. IJ. de Boer voor den tijd van 7 jaren, ingaande Maart en Mei 1865, 2e huurjaar- 1706.00. c. Zathe en landen achter Cambuur, verhuurd aan R. G. Wartena voor den tijd van 10 jaren, ingegaan Maart en Mei 1858, 9e huurjaar- 2107.00. d. Zathe en landen op Wijlaardsterburen, verhuurd aan B. M. Sticnstra voor den tijd van 7 jaren, inge gaan Maart en Mei 1865, 2e huurjaar - 2000.00. e. Twee perceelen weiland onder Lekkum, verhuurd aan J. D. de Vries voor den tijd van drie jaren, in gegaan 5 Maart 1864, 3e huurjaar229.00. Een perceel weiland onder Lekkum, verhuurd aan J. Traa voor den tijd van drie jaren, ingegaan 5 Maart 1864, 3e huurjaar- 83.00. g. Een moestuin bij het tolhuis onder Lekkum, voor den tijd van 10 jaren, ingegaan den 12 Mei 1861, verhuurd aan J. v. d. Wal, doch thans met vergunning van het gemeente-bestuur in gebruik bij D. Wiemers, 3e huurjaar- 15.00. li. Een perceel weiland aldaar, voor den tijd van drie jaren verhuurd aan L. v. d. Heide, iDgegaan 5 Maart 1864, 3c huurjaar203.00. i. 5 /A bunder wei- of hooiland aan den Zwarten weg onder Rijpcrkcrk. Het grasgewas van dit land en van de twee daarbij behoorende schansen wordt jaar lijks publiek verkocht. In 1866 was de opbrengst daarvan de in de rekening verantwoordde som ad - 290.25, zijnde 109.75 beneden de raming die echter, ten gevolge de buitengewoon aanzienlijke opbrengst over 1864, te hoog is geweest. Over 1865 bedroeg de inkomst wegens dit perceel slechts ƒ147.25. k Beide gedeelten van het oud exercitieveld, ter weerszijden van den spoorweg, voor den. tijd van 3 jaren, 5 Maart 18641867, verhuurd aan A. Beu kelaar, 3e huurjaar- 455.00. I. De helling bij het aschland Transporters ƒ9539.25.. Transport 9539.25 Vervallen als zijnde aan het Rijk overgedragen. m. Een plek grond bij Tonnenburg, ingebruik bij A. P. Miedema, voor eene jaarlijksche retributie van - 1.50. n. Een plek grond bij Dronrijp, voor den tijd van 5 jaren verhuurd aan A. M. Eeitsma, ingegaan 1 Jan. 1863, - 4e huurjaar- 6.00, o. Als voren bij den Posthoorn [in deze gemeente] in gebruik bij A. Beukelaar voor eene jaarlijksche huur van- 1.50. p. Als voren in het Zaailand- Deze plek grond, vroeger in gebruik geweest bij de wed. Soeting, is ingenomen voor de stichting der Rijks hoogere burgerschool. q. Als voren aldaar, in gebruik bij II. Pater voor eene jaarlijksche huur ad- 5.00. r. Onderscheidene bleekjes en gemeentegronden, bij particulieren in gebruik tegen eene jaarlijksche re tributie. Deswege is ontvangen- 17.50. Bij de begrooting was geraamd ƒ21.00. Aangezien sommige der bleeken, voor het stichten of uitbreiden van huizen aan de eigenaars der naastgelegen panden gratis worden afgestaan, komt de huur dier bleeken te vervallen. s. Een plek grond, sectie D no. 367, in gebruik bij R. J. Niemendal tot wederopzeggens, voor een jaarl. huur van- 5,00. t. Een gedeelte van den Harlinger trekweg, in gebruik bij T. R. Zijlstra te Dronrijp voor een jaarl. huur van- 6,00. u. Een plek grond in den aanleg achter het Zaai land, in gebruik by A. Zwolsman- 1.00. v. Een plek grond bij de Harlingervaartsbrug. Op de begrooting gesteld voor memorie en onver- kuurd gebleven- v). Een perceel weiland, sectie G no. 1038, van April 1860 tot 5 Maart 1867, verhuurd aan II. B. Schaap - 252.25. wx. Als voren, sectie G no. 836a, verhuurd voor gelijk tijdperk aan J. P. Brada- 270.00. x. Als voren, sectie G no. 1670, behoord hebbende aan A. Bekker en tot 5 Maart 1868 verhuurd aan G. Lunter - 275.04. ij. Als voren, sectie G no. 1729, verhuurd aan P. J. de Boer tot 5 Maart 1868 - 360.00. Te zamen ƒ10740.04. Bij de begrooting was geraamdƒ10704.00. Verschil in meerder 36,04. Veroorzaakt door de meerdere opbrengst der huur van de perceelen lett. w o-n icl vermeld, geraamd op 360, verhuurd voor 522.25, 162.25 en de mindere opbrengst van het hooi land, vermeld lett. i. ƒ109.75, de bleeken vermeld lett. r. - 3.50, en het land x. - 12.96, -ƒ126.21. Rest meerder 36,04. Volgens het contract, door den vorigen eigenaar van het land lett. x vermeld, met den tcgenwoordigen gebruiker aangegaan kan laatstgenoemde bij vooruitbetaling der huur daarvan 4'/2 pet. korten, tengevolge waarvan in plaats van 288.00 slechts 27~5.04 door. de gemeente is ontvangen. Hoofdst. III, Art. 2, ƒ4858.40. Huur van huizen, als: a. de herberg de Klanderij, van 12 Mei 1859 tot 12 Mei 1866 verhuurd aan G. J. Jonker, doch door dezen, met toc- BïJV\OEQ9ED TOT de PrOVIKCIALE FkIESCIIE CorBAXT. Bijlage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1867 | | pagina 7