MEMORIE VAN TOELICHTING,
48
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijiagc tot het verslag der Zitting van 9 Sept. 1869.
Transport 200.00.
Art. 3. Verschotten wegens huisvesting, voeding
en reisgeld voor lotelingen en verlofgangers der
militie- 200.00.
Totaal der Ille Afd 400.00.
Afd. IV. Schutterij.
Art. 1. Toelage ten behoeve der dd. schutterij 5750.50.
Art. 2. Kosten bij de loting, voor drukwerk enz. - 25.00.
Art. 3. Onderhoud van den dam bij het exercitie
veld enz- 20.00.
Totaal der IVde Afd. 5795.50.
Afd. V. Uitkeeringeu.
Art. 1. Teruggaaf aan het Rijk wegens evenredig aandeel in
de verevende uitgaven voor kwade posten op de grondbelasting,
volgens art. 1 der wet van den IS September 1S52 (Staatsblad
no. 177)f 150.00.
Art. 2. Teruggaaf als voren, in de verevende uit
gaven voor kwade posten der personele belasting, vol
gens art. 6 der wet van den 29 Julij 1848 (Staats
blad no. 32)- 500.00.
Art. 3. Teruggave voor ontheffingen op de plaat
selijke directe belastingen- 300.00.
Art. 4. Vermoedelijke storting der ontvangen gel
den wegens de korting op de Iractementen van de
hoofd- en hulponderwijzers en onderwijzeressen. - 1582.50.
Totaal dey Vde Afd. 2532.50.
Afd. VI. Eeredienst.
Art. 1. Uitkeering aan de ze3 predikanten der Ncderduitschc
Hervormde gemeentef 6600.00.
Totaal der Vide Afd. f 6600.00.
Afd. VII. Nihil.
Totaal der Vilde Afd. Nihil.
Vide - 6600.00.
Vde - 2532.50.
IVde - 5795.50.
lilde - 400.00.
Ilde - 61,782.00.
Iste - 62.761.30.
Totaal van het Vilde Hoofdstuk ƒ139,871.30.
iioofdst. vm. Afd. I. Renten en aflossingen van
de door de gemeente aangegane geldleeningen.
Art. 1. Verschuldigde renten wegens geldleeningen en tijdelijk
opgenomene kapitalen ƒ28,370.00.
Art. 2. Als boven wegens de lccning voor de
overname der gasfabriek en hare exploitatie - 11,700.00.
Art. 3. a. Verpligte aflossing van schuld 7,000
b. buitengewone aflossing van
schuld- 14,000
-21,000.00.
Art. 4. Aflossing op de lecning ten behoeve
der gasfabriek- 3000.00.
Totaal der Iste Afd. 64,070.00.
Afd. IR Nihil.
Afd. III. Pensioenen, gratificatiën en toelagen,
Art. 1. Pensioenen2942.00.
Art. 2. Vergoeding aan den staat van het '/3 ge
deelte van het bedrag der aan de hoofd- en hulp
onderwijzers te verleenen pensioenen- 300.00.
Art. 3. Gratificatiën- 402.00.
Art. 4. Schadeloosstelling aan J. Heins, gewezen
directeur van de brandspuit no. 4, volgens contract - 156.00.
Art, 5. Teruggave aan II. Cremer van de 20 °/0
Transpor tere 3800.00.
Transport f 3800.00,
afloopende korting op zijne jaarwedde over 1870 ab
leeraar aan de burger dag- en avondschool - 260.00.
Totaal der lilde Afd, 4060.00.
ilde -
Iste - 64,070.00
Totaal van het VlIIsto Hoofdst. 68,130.00.
Hoofdstuk ix. Andere uitgaven niet onder de
vorige Hoofdstukken behoorende.
Afd. I. Kosten de7' door de gemeente gevoerde gedingen.
Art. 1. Voor mogelijke kosten ter zake te voeren gedingen
en in te winnen regtskundige adviezen100.00.
Totaal der Iste Afd. 100.00.
Afd. II. Koston voortvloeiende uit art. 122 der gemeente
wet.
Art. 1. Voor aandeel der gemeente in de kosten van het
onderhoud der tolhekken en tolgaarders-woningen op den kunst
weg naar Hijurn25.00.
Totaal der Ilde Afd. 25.00.
Afd. III. Kosten van openbare vermakelijkheden.
Art. 1. a. prijzen voor de harddraverijen in de kermis en
bij de voorjaars-paardenmarkt460
b. toestellen voor de harddraverijen, bij ijs
vermaak en voor het onderhoud en uitsteken
van vlaggen- 300
c. voor publieke vermakelijkheden - 500
d. diverse uiigaven- 100
/•1360.00.
Art. 2. Subsidie aan het stedelijk muzijkkorps - 2200.00.
Totaal der lilde Afd. 3560.00.
Ilde - 25.00.
Iste - 100.00.
Totaal van het IXde Hoofdstuk ƒ3685.00.
Hoofdstuk X. Nihil.
Hoofdst. xi. Art. 1. Onvoorziene uitgaven, 7000.00.
Totaal van het Xlde Hoofdstuk J 7000.00.
V E BI K .4 H K li I G.
Totaal van het Iste Hoofdstuk 18,147.00.
- 11,414.00.
- 121,197.60.
- 6,158.00.
- 5,500.00.
- 16,716.64.
- 139,S71.30.
- 6S,130.00.
- 3,685.00.
- 7,00()!oo.
Totaal der Uitgaven 397,819.54.
BALAIS.
Gemeente Inkomsten ƒ397,891.16.
Uitgaven - 397,819.54.
"Waarschijnlijk batig saldo 71.62,.
Ilde
lilde
IVde
Vde
Vide
Vilde
VUIste
IXde
Xde
Xlde
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijiage tot het verslag der Zitting van 9 Sept. 1869.
49
behoorende bij de ONTWERP-BEGROOTING
van de Gemeente Leeuwarden,
voor het dienstjaar 1870.
ONTVANGSTEN.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. I, Art. 1, 10161.345. Hoofdst. I, Art. 1, 8171.75.
De rekening over het dienstjaar 1868 is gesloten met een
batig saldo van 21171.75. Van dit bedrag zal echter ten be
hoeve der dienst van 1869, ter verevening van sommige over
1868 onverantwoord gebleven uitgaven, cene som van 13000.00
moeten worden afgeschreven, zoodat daarvan voor de dienst van
1870 niet meer beschikbaar blijft dan het cijfer op dit artikel
iu ontvang gesteld.
Begr. 1869. Begr. 187
Hoofdst. II, Afd. I, Art. 1, Hoofdst. II, Afd. I, Art 1,
ƒ20050.47. Art. 2 956.73. ƒ19929.13. Art. ƒ956.83.
Op deze artikelen zijn in ontvang gesteld gelijke sommen als
wegens deze opcenten over 1869 op het kohier der grondbelas
ting uitgetrokken en op bijlage no. 1 aangeduid zijn.
Begr. 1869. Begr. 187
Hoofdst. II, Afd. II, Art. 1, Hoofdst. II, Afd. II, Art. 1,
ƒ17381.28. ƒ17318.30.
Deze opcenten zijn berekend naar het bedrag de'r belasting
in hoofdsom, volgens de kohieren over het dienstjaar 1868/69,
vermeld op bijlage no. 2.
Begr. 1869. Begr. 187
Hoofdst. II, Afd. IV, Art. 1, Hoofdst. II, Afd. IV, Art. 1.
ƒ97412. ƒ101229.10.
Ten einde een behoorlijk evenwigt te behouden tusschen de
inkomsten en uitgaven ten behoeve der gemeente, is het noodzakelijk
geacht de plaatselijke directe belasting op het inkomen voor
het jaar 1870 met 10 ten honderd van het belastbaar in
komen te verkoogen.
Twee oorzaken werken daartoe zamen. Vooreerst dezedat
de gewone uitgaven, hoofdzakelijk ten gevolge eener verhooging
der kosten van Onderwijs, tot een kooger cijfer dan ten vorigen
jare moesten worden uitgetrokken, terwijl daarnevens de gewone
inkomsten door het verminderd bedrag der opkomsten uit ge
meente-eigendommen voortspruitende, verlaging onderging, wegens
den verkoop van sommige dier eigendommen. Ten anderen deze,
dat de som van bet belastbaar inkomen, waarover de bedoelde
belasting wordt omgeslagen, vrij zeker voor dit dienstjaar eene
belangrijke vermindering zal ondergaan.
Voor 1869 toch beliep het zuiver belastbaar inkomen, bij het
primitief kohier aangebragt, 2,882.941.25. Ten gevolge echter
van het overlijdeu van belastingschuldigen, (waaronder eene der
hoogst aangeslagenen) wier erfgenamen elders wonenzal aan
dat bedrag meer dan wuarsckijnlijk eene niet onbelangrijke som
ontvallen daar het niet te voorzien is dat de vermeerdering, uit
het van elders inkomen van nieuwe belastingpligtigen voortsprui
tende, al dadelijk tegen dit verlies zal kunnen opwegen.
Met het oog hierop heeft men gemeend genoemd cijfer min
stens ongeveer ƒ53,000 lager in berekening te moeten brengen
en is dus een belastbaar inkomen van f 2,8510.000, tot grondslag
der becijfering van de vermoedelijke opbrengst dezer belasting
aangenomen. Dientengevolge en iu aanmerking genomen het
totaal der gewone uitgaven in verband met dat der inkomsten
Bijvoegsel tot de Puovinciale Ebiescue Coukant.
oordeelt men den omslag niet lager dan 3,65 ten honderd te
moeien stellengevende zulks de onder dit artikel aangebragte som.
Wilde men volkomen getrouw zijn aan het beginsel dat de
gewone uitgaven geheel door gewone inkomsten over het zelfde
dienstjaar behooren gedekt te worden men had zelfs eene meer
dere verhooging van deu procentsgcwijs toe te passen omslag
moeten aanbrengen, doch met oog op het batig slot waarmede
de rekening over 1868 werd afgesloten, heeft men geoordeeld
zich daarvan te kunnen onthouden. Bij berekening toch blijkt
dat in dit saldo ten bedrage van ƒ21171,75 eene som van nage
noeg ƒ4000 begrepen is die daaruit voortsproot, dat de gewone
inkomsten over dat jaar boven de begrooting liepenterwijl daar
nevens onderscheidene posten van gewone uitgaaf daar beneden
bleven. Met die som hebben dus de gewone ontvangsten de
gewone uitgaven over dat jaar overschreden.
Men heeft daarom vrijheid gevonden nagenoeg zoodanige som
van het nog beschikbaar gedeelte van het batig slot van 1868
tot bestrijding van gewone uitgaven op de dienst van 1870 aan
te wenden waardoor eene verdere verhooging der directe belas
ting kon worden vermeden.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. II, Afd. VI, Art. 1, Hoofdst. II, Afd. VI, Art. 1.
ƒ1400.00. ƒ1300.00.
De opbrengst der bij dit artikel bedoelde belasting vermindert
van jaar tot jaardoordien de belastingschuldigen zich meer en
meer van hunne honden ontdoen. Tengevolge hiervan wordt
op dit artikel 100.00 minder dan ten vorigen jare in ontvang
gesteld.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. II, Afd. VII, Art. 1, Hoofdst. II, Afd. VII, Art. I,
ƒ700.00. 600.00.
Dewijl, blijkens de uitkomsten over 1868 en 1869, de opbrengst
dezer belasting niet meer dan ongeveer ƒ600.00 kan bedragen
heeft men gemeend die som als 't gemiddeld cijfer te moeten ramen.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 1, Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 1,
ƒ650.00. ƒ720.00.
Ten behoeve der aanschaffing van meerdere zegels voor extrac
ten uit registers van den burgerlijken stand is op hoofdst. II,
afd. X, art. 1 der uitgaven ƒ70.00 meer dan over 1869 uitge
trokken. In verband daarmede is de raming voor dit artikel
met gelijke som verhoogd.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 2, Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 2,
ƒ776.50. 776.50.
Gelijk gesteld als over 1869 in overeenstemming met het be
trekkelijk contract van verpachting.
Begr. 1869. Begr. 187fr.
Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 3, Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 8,
ƒ2318.50. ƒ2564.
Het meerder bedrag der bruggelden op dit artikel in ontvang
gesteld, is een gevolg van de hoogere pachtsommen wegens de
bruggen bij lett. g, en h bedoeld, van welke opkomsten op
nieuw verpachting heeft plaats gehad.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 4, Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 4,
ƒ536. ƒ536.
Gelijk geraamd als voor 1869 dewijl de loopende verpach
ting eindigt met 1 Julij 1871.
Begr. 1869. Begr. 1870.
Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 5, Hoofdst. II, Afd. VIII, Art. 5
ƒ5250. ƒ5000.
In verband met de opbrengst over ISO'S der aan de Waag
geheven regtendie circa ƒ500.00 beneden het voor 1869 ge
raamd bedrag is gebleven, wordt op dit jaar ƒ5000.00 in ont-
15