RAPPORT EX VOORSTEL
4
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot liet verslag der Zitting van 17 February 1870.
Hoofdstuk IV.
Art. 1.
In afwachting dat ter uitvoering van 's Raads besluit van 15
Junij 1869, no. 4/26 eene regeling zou zijn ontworpen van de
wijze <'er opzameling van de haardaseh en het vuilnis enz. in de
gemeente, en in verband daarmede eene raming zoowel van de
ontvangsten als van de uitgaven daaruit voortvloeijende kon wor
den opgemaakt, werd aanvankelijk op dit artikel in ontvang
gesteld eene som, gelijk staande met die welke voor het tegen
woordige door den pachter wordt betaald.
Nu evenwel het tijdstip nadert waarop met de exploitatie van
de asch en het vuilnis enz. van wcgc de gemeente zal worden
aangevangen, is de vorenbedoelde raming opgemaakt, waarbij
voorshands is aangenomen dat de ter zake te doene uitgaven,
nagenoeg gelijk zullen staan met hetgeen als opbrengst der fae
cale stoffen rloor de gemeente wordt ontvangen.
Men heeft gemeend zich aanvankelijk hiertoe te moeten be
palen, omdat men ten aanzien der vermoedelijke opbrengst ge
heel in het onzekere verkeert en ten einde te voorkomen dat
eene te hooge raming een tekort op de inkomsten zou opleveren.
De uitgaven tegen de bij dit artikel voorgedragen inkomsten
overstaande, zijn in bijgaand besluit aangebragt onder hoofdstuk
HI, afd. I, art. 5a.
Art. 14.
Deze post is op de begrooting voor memorie gesteld uithoofde
destijds nog niet bekend was welk bedrag door heeren voogden
van het St. Anthonij Gasthuis over 1S70 ten bewusten einde zou
worden toegezegd.
Bij missive van 8 Februarij jl., no. 1523, hebben genoemde
heeren voogden medegedeeld dat ter zake evenbedoeld over IS70
eene som van 1500.00 wordt beschikbaar gesteld, welk bedrag
r.u op dit artikel is uitgetrokken.
Hoofdstuk V.
Aideeling II.
Art. 1.
Tengevolge van den verkoop van de perceelen bouwterrein
nos. 35, 3 6, 43 en 47, waarvan de koopsommen in 1870 zul
len kunnen worden ontvangen kan de wegens «lezen post
uitgetrokken som worden verhoogd met 7750.525.
Bovendien kan daaraan worden toegevoegd
a. de koopsom van de voormalige infirmerie, ad - 4819,00;
b. de som waarvoor aan C. F. Schwaner is afge
staan eene plek gemeentegrond op de Nieuweburen,
ten bedrage van- 590.00;
c. het te ontvangen gedeelte der koopsom van
de lokalen bij de bank van leening in gebruik, ad - 5170.00.
Zamcn 18329.525"
Wat de sub c vermelde som betreft, wordt opgemerkt dat deze
uitmaakt het bedrag der getauxeerde waarde van de aan «lebank
van leening over te dragen gebouwen, na aftrek der som van
ƒ6080.00 die volgens raadsbesluit van 9 December 1869 van
<le getauxeerde waaide zal worden gekort.
Uitgaven.
Hoofdstuk 111.
Afdeeling I.
Art. 5a.
Op dezen post wenscht men in uitgaaf aan te brengen de
kosten welke het gevolg zullen zijn der opzameling van de haard
aseh en het vuilnis enz. van wege de gemeente.
Die kosten zijn geraamd op ƒ300.00 per week, zoodat deze
van 1 Mei tot ulto December 1870, dus over 35 weken, zullen
bedragen10500.00.
Hierbij gevoegd voor bezoldiging van den di
recteur der stadsreiniging, over genoemd tijdvak - 500.00.
Maakt ÏIOOO.OO*
Ten opzigte van de evengemelde kosten van exploitatie, ge
raamd op 300.00 per week, strekke ter inlichting dat deze,
volgens bekomen informatie, gedurende de laatste 5 jaren ge
middeld hebben bedragen per week ƒ270.00 en met het oog
daarop, aannemende dat de opruiming der faecalc stoffen van
wege de gemeente op meer voldoende wijze zal geschieden en
bij gevolg meerdere uitgaven zal vorderen, is het dienstig voor
gekomen die kosten op een bedrag van ƒ300.00 's weeks tebegrooten.
Afdeeling VI.
Art. 11.
Voor dit op de begrooting voor memorie aangebragt artikel is
eene som van 11500.00 uilgetrokken, ter voldoening der koop
som en van de kosten op den aankoop vallende, van de huizen
it: de Prins Hendrikstraat, bij raadsbesluit van 16 December
1869, no. 3/104, goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten
bij resolutie van den 24 dier maand no. 17, voor de gemeente
aangekocht van den heer G. Postma.
Art. 12.
De herstelling van de ijzeren draaibrug over de Harlinger
vaart, bij 't voormalig Verlaat en van de Noorderbrug is, blijkens
daarvan opgemaakte overeenkomst, opgedragen aan de maatschappij
„de IJssel" te Kampen, voor hoogstens J 1800.00.
Voor deze buitengewone uitgaaf waren bij de bcgrooting geene
fondsen aangewezen, waarom het noodzakelijk is deswege een
i^ost op de begrooting aun te brengen en deze uit te trekken
tot zoodanig bedrag, dat daaruit tevens kunnen worden gehoed
de uitgaven vereischt voor de noodzakelijk bevonden verbetering
van de Prins Hendrikbrug en voor de herstelling der gebroken
ijzeren draaibrug, bij tie voormalige Vrouwenpoort, zoomede de
salariën en verschotten der deskundigen, met het onderzoek der
bruggen belast geweest. Ofschoon de herstellingskosten van de
twee laatstgenoemde bruggen vooralsnog niet met eenige juistheid
kunnen worden begroot, heeft men echter gemeend dat de uit
getrokken som welligt voor het aangewezen doel bcnoodigd zal zijn.
Art. 13.
Ingevolge de bepalingen der pachtvoonvaarden zal de Gemeente,
met 1 Mei e. k., van den pachter der asch en vuilnis onder
scheidene gereedschappen en goederen moeten overnemen tegen
de waarde door deskundigen daaraan toetekennen.
Tevens is het meest wenschelijk geoordeeld, met genoemd tijd
stip voor de Gemeente van den pachter tegen de getauxeerde
waarde over te nemen, de alsdan op de verzamelplaats aanwezige
faecale stoften, die, bij niet overname, krachtens de straksbedoelde
pachtvoorwaarden nog gedurende vier weken na expiratie van
den pachttijd ter beschikking van den pachter op het terrein
zouden moeten worden gelaten, hetgeen welligt tot mocijelijk-
heden voor de Gemeente aanleiding zou kunnen geven.
Ook stelt men zich voor dat eenig nieuw materieel zal moeten
worden aangeschaft.
Uit dienhoofde is deze post op de begrooting uitgetrokken tot
een bedrag, 't welk niet anders dan bij benadering kon worden
geraamd.
Hoofdstuk VII,
Afdeeling V.
Art. 2.
De verhoogde raming voor dit artikel vindt zijn' grond hierin,
dat bij dc vaststelling der begrooting niet is gerekend op het
geen de Gemeente aan het Rijk zal hebben te voldoen, als aan
deel in de kwade posten wegens de personele belasting, ter zake
het aan de Gemeente uitgekeerd 4/5 gedeelte dier belasting,
over het dienstjaar 186^/68, - en waarvan het bedrag, met het
oog op dezer dagen bekend geworden vordering van het Rijk ter
zelfder zake wegens 't dienstjaar 186^/67, moet worden begroot
op 1000.00 a ƒ1100.00.
Hoofdstuk VIII.
Afdeeling I. Art. 3(5.
Uithoofde de uitgaven volgens de wijzigingen hier vorenbe
doeld aan de begrooting toetcvoegen 5000.00 meer bedragen
dan de in bijgevoegd besluit opgenomen inkomsten, is het nood
zakelijk geoordeeld het by de begrootir.g, voor buitengewone af
lossing van schuld, beschikbaar gesteld bedrag van 21,000.00
met 5000.00 te verminderen, dewijl zulks meer verkieslijk voor
kwam dan door 't in ontvang stellen eener geldleening de in
komsten te vermeerderen.
3ijlende, /dlo-3
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage tot het verslog der zitting van Donderdag den 24 Maart 1870. 5
betreffende het aangaan eener Geldleening
ten behoeve van de verbeterde inrigting
van het Aschland en van daarmede in
verband staande werken, zoomede betref
fende eene verordening regelende het ge
tal enz. der ambtenaren en bedienden bij
de Stadsreiniging.
Bij Uw besluit van 15 Junij 1869, tot exploitatie van het
ophalen der faecale stoffen enz. regtstreeks van wege de Ge
meente en waarbij eenige daarmede in verband staande punten
werden geregeld, ontving ons Collegie tevens dc opdragt om,
•zoodra kon worden overgegaan tot de inrigting van het Asch
land op de wijze omschreven door de Raadscommissie in haar
gedrukt rapport van 11 Maart bevorens, aan Uwe Vergadering
aan te bicden een volledig plan van afvoer en opzameling der
faecale stoffen enz. en var. inrigting «Ier verzamelplaats daarvoor,
zoomede van de wijze waarop de exploitatie zal moeten geschie
den, vergezeld van eene begrooting van kosten van een en ander.
het is Uwer Vergadering bekend hoe een groot deel var. het
afgeloopen jaar werd ingenomen door het voeren van onderhan
delingen en correspondenten, die een gevolg waren van 's Raads
evenbedoelde besluiten en hoe die onderhandelingen, voor zoo
veel de overname van het Aschland betreft, in 't begin dezes
jaars met een gewenschtcn uitslag werden bekroond, terwijl het
ons daarentegen niet mogt gelukken om ook heeren Gedepu
teerde Staten te overtuigen van het ongegronde hunner bezwaren,
tegen Uw plan om dat Aschland, mits voldoende ingerigt, bij
voortduring te doen dienen tot algemeene verzamelplaats van
faecale stoffen voor deze gemeente.
De onverholen afkeuring van 's Raads plan door genoemd
Collegie, deed ons niet tonder reden een meer werkdadig verzet
van "dien kant vreezen, zoodra de wettelijke medewerking van
Gedeputeerde Staten tot de uitvoering van 's Raads plannen
mogt worden gevorderd. Deze omstandigheid speciaal
heeft ons er toe geleid om, in stede van een geheel volledig
plan van afvoer en opzameling van faecale stoffen en van de
inrigting der verzamelplaats aan Uwe Vergadering in te dienen,
meer stuksgewijze te werk te gaau en aanvankelijk sommige
thans door den Raad reeds goedgekeurde maatregelen voor te
stellen, die in ieder geval, hoe ook het verschil met Gedepu
teerde Staten mogt worden beëindigd, noodzakelijk voorziening
vercischen.
Een ander bezwaar tegen het indienen van een volledig plan
zooals wij ons aanvankelijk hadden voorgesteld, was hierin ge
legen, dat zoodanig plan, gelijk het in punt 5 van s Raads
bovengemeld besluit wordt omschreven, zal het inderdaad volle
dig kunnen worden genoemd, de regeling ook voor eene betrek
kelijk verwijderde toekomst zoude moeten omvatten en noodwen
dig onderwerpen aanroeren waaromtrent thans eene beslissing,
zoo al niet onmogelyk, toch hoogst onraadzaam zoude zijn.
Om slechts één voorbeeld te noemen, dan zou daarbij wel in
de eerste plaats het thans algemeen besproken rioolstelsel moe
ten worden opgenomen. Doch bij het groote verschil dat nog
steeds onder de deskundigen omtrent dat gewigtig onderwerp
bestaat en de vruchtelooze pogingen die elders in ons vaderland
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant.
worden aangewend om tot eene beslissing dien aangaande te
geraken, zal wel niemand het oogenblik gunstig achten om reeds
nu een vast stelsel van riolering voor deze gemeente aan te
nemen, dat welligt binnen ettelijke jaren ongeschikt zoude
blijken.
Te minder bezwaar zien wij in bet onbeslist laten van dit
en dergelijke punten, dewijl reeds aanvankelijk een sijsteem van
riolering in deze gemeente wordt in practijk gebragt, dat, zoo
al niet geheel onberispelijk, toch uit een hijgiënisch oogpunt evenzeer
als voor de behoorlijke opzameling van meststoffen, verre boven
de vroegere wijzen van afvoer aanbeveling verdient.
Wij gelooven dus èn aan 's Raads bedoeling èn aan de eischen
van het oogenblik te voldoen, indien wij onze voorstellen, tot
het sluiten eener geldleening en tot vaststelling der veror
dening regelende het getal enz. der beambten en bedienden bij
de stads reiniging, doen vooraf gaan door eene korte ontwikke
ling van het plan dat bij «le exploitatie der mest- en aschver-
zameling door de gemeente zal worden gevolgd.
I. Opzameling en afvoer van faecale stoffen,
asch, straatvuilnis enz.
Aan te vangen, zoo mogelijk met Mei aanstaande, wordt het
bestuur en het opzigt van dezen tak van administratie opgedra
gen aan den te benoemen Directeur, aan wicn ten spoedigste
twee opzigters zullen worden toegevoegd, waarvan de één speci
aal belast is met het «lagelijksch toezigt op het aschland en de
expeditie der verkochte raestspccie, terwijl de ander den Direc
teur ter zijde staat bij het toezigt en de controle op het perso
neel, het materieel en de werkzaamheden binnen de gemeente.
Voor dit zal vooreerst één opzigter voldoende wezenwelligt
zullen later even als in Groningen meer worden vereischt.
De Directeur blijft voor alles wat de admiuistratie betreft de
verantwoordelijke persoon, derhalve zal de keuze der opzigters
in overleg met hem «lienen te geschieden.
Onder deze ambtenaren zullen, overeenkomstig het plan van
den heer Buttinger (zie rapport bladz. 9)41 werklieden met
de dienst «Ier reiniging worden belast.
Het Dagelijksch Bestuur stelt zich voor die dienst geleidelijk
te doen waarnemen op de wijze als door den heer Buttinger op
bladz. 10 en 11 van zijne memorie wordt uiteengezet.
Hoezeer men zich aanvankelijk met het zeer onvoldoende ma
terieel van «len tegenwoordigen pachter zal moeten behelpen,
zijn reeds karren volgens het te Groningen gebruikelijk model
besteld en wenscht men bij goed bevinding tot eene spoedige ver
vanging der thans gebezigde wagens, zoomede tot de verbeterde
inrigting der pramen over te gaan.
De aanschaffing van een toestel tot het ledigen van putten
zal insgelijks binnen kort worden vereischt, ofschoon men te dien
opzigte geen voorstel aan den Raad zal kunnen aanbieden, dan
na een voldoend onderzoek omtrent dergelijke elders gebezigde
toestellen.
II. Inrigting van het aschland.
Hoezeer de uitvoering der zoo hoogst noodige werkzaamheden
aan het aschland geheel afhankelijk moet worden gesteld van de
al of niet goedkeuring der voorgestelde leuning door Gedepu
teerde Staten, is toch het plan van verbetering reeds in alle
bijzonderheden uitgewerkt. Het collegie wenscht «laarbij, in over
eenstemming met de zienswijze der Raadscommissie, het plan
des heeren Buttinger (zie Memorie blz. 7) te volgen en de uit
voering bij gedeelten te «loen plaats hebben. Het meest drin
gende zoowel uit een hygiënisch oogpunt als ook om de onge
gronde vooringenomenheid van sommigen tegen het plan zoo
3