Memorie van ToeliohtiDg. Transport de bij de gewijzigde begrooting gedane raming bedrag van hetgeen van het St. Anthonij gasthuis in 1871 als bijdrage in de verplegingskosten van krankzinnigen boven de raming is ontvangen ƒ14.858.62» - 4,511.94 1,000.— Te zamen bedragende ƒ20,370.565. Het plan der beoogde leening zal ter bekwamer tijd aan de goedkeuring van heeren gedeputeerde staten worden onderworpen. Bij de onzekerheid of en zoo ja hoe veel op deze artikelen ontvangen zal wor den, worden ze voor memorie aangebragt. De raming in 1872 geschiedde met het oog op de vermoedelijke opbrengst van de perceelen no. 6 tot en met no. 15 van bouwterrein B. De raming ad J 30,000 is gebaseerd op eventuelen verkoop van 3+2 6000 cen tiare bouwterreintegen eene gemiddelde waarde van 5.— de centiare. AangezieB tot bestrijding van een deel der kosten van aankoop van deze nu tot bouwterrein bestemde gronden indertijd is te gelde gemaakt een nominaal be drag van 31,400.a 2 1/2 ea f 18,300 a 3 0/q inschrijving op de grootboe ken der Nat. Werk. Schuld, waarvan de gezamenlijke opbrengst heeft beloopen 32,672.27» heeft men de vraag overwogen of niet het geheel of een deel der hier aangebragte opbrengst van den verkoop dier bouwterreinen weder in inschrij ving of door aankoop van onroerend goed dient te worden belegd. Men heeft echter de noodzakelijkheid daarvan niet kunnen inzien maar inte gendeel gemeend de meest rationele bestemming aan die gelden te geven door ze gelijk hier boven bij hoofdstuk V afd. 1 art. 1 is opgemerkt mede te doen strekken tot bestrijding der uitgaven voor buitengewone werken en meer in het bijzonder voor de inrigting der nieuwe veemarktomdat deze een belangrijk ka pitaal zal blijven vertegenwoordigen dat door de voor het gebruik dier inrig ting te heffen regten bij voortduring rentegevend voor de gemeente belooft te zijn. Bovendien zijn in den loop van 1872 door de gemeente vastigheden aangekocht, waardoor althans een gedeelte der te gelde gemaakte som weder als kapitaal is belegd.' De jaarwedden bij de artikelen 1 tot en met 6 vermeld zijn tot gelijk bedrag in uitgaaf gesteld als voor het vorig jaar. Men is nog steeds inwachtende de beslissing der hooge regering omtrent het door den raad op uitnoodiging van heeren gedeputeerde staten uitgebragt ad vies strekkende om de traetementen van den burgemeesterden secretaris en den gemeente-ontvanger te verhoogen. Het bedrag op dit artikel is verhoogd met de bezoldiging van den tijdelijken opzigter G. Blokhuis tot een cijfer van 520 en wel op onderdeel lett. b. De jaarwedden der ambtenaren ter plaatselijke secretarie zijn bij raadsbesluit dd. 8 Februarij 1872 verhoogd en vastgesteld als volgt a. voor den commies op b. n h adjunctcommies le klasse p» nu n 2e drie klerkenieder op eene door burgemeester en wethouders te bepalen jaarwedde van minstens 350 en hoogstens f00. Bij besluit van burgemeester en wethouders van den 28 Februarij 1872 no. 5, zijn deze tractementen geregeld, te weten: d. voor den klerk Mijliu3 op n Raam op terwijl overeenkomstig de verordening dd. 8 Februarij 1872 is aan gesteld een derde klerk (met name H. Aalderink) op een tracte- ment van 1,200.— 1,000.— 909.— 500.— 450.— 350.— Totaal 4,400.— GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting. 103 BEGROOTING 1873. Voorgedragen Sommen over 1872 toegestaan. 58 59 60 61 64 65 66 67 68 70 71 72 UITGAVEN. 73 74 III 10 13 j 50.- Nihil 225.- 312.- 13.— 1,040.— 800.- 110.- 645.- 50.- 400.- 620.- 600.- 300.- 200.- 980.- 50.- 200.- 225.- 300.- Nihil 1,040.— 300.- 110.- 500.- 100.- 400.- 620.- 600.- 300.- Nihil 1,006.- Verder is bij raadsbesluit van den 11 Julij 1872 het tractement van den kamer bewaarder met 100.verhoogd en vastgesteld op 400. In afwachting van eene nadere regeling, die in verband staat met het maken van eene nieuwe veemarktplaats worden de functiën van marktmeester door de politie waargenomen. De raming op dit artikel in 1872 was geschied om uit dat bedrag te bestrijden de jaarwedde berekend naar 5 in de weekalsmede vergoeding voor huishuur tot het tijdstip, dat de wachter de woning bij de Prins Hendriksbrug zoude kun nen betrekken. Het tegenwoordig bedrag is uitsluitend voor de jaarwedde van den wachter, bedragende ingevolge raadsbesluit ƒ6 per week, boven 't genot van vrije woning. Dit bedrag was in de begrooting over 1872 en vroegere jaren niet afzonderlijk genoemdmaar opgenomen onder art. 2bI afd.van hoofdstuk III//onderhoud van beweegbare bruggen." De aard van deze uitgaaf brengt evenwel mededaarvan onder hoofdstuk 1 afd. 1 melding te maken. In 1871 is op dit artikel uitgegeven 1,087.27». De geraamde som wordt voor 1873 voldoende geacht met het oog op den verminderden gasprijs. Tengevolge de gedwongen frankering is onderdeel a van dit artikel verhoogd en blijkens de rekening over 1871 is het bedrag in 1872 geraamd voor onderdeel b ontoereikende. Door de nieuwe verordening regelende het getal enz. van de beambten ter secretarie is het niet noodig een bedrag aan te brengen voor bezoldiging van buitengewone klerken. Het is evenwel raadzaam eene som disponibel te hebben voor het schrijven van rapporten ten einde bij spoedeischende zaken dat werk aan iemand geen ambtenaar zijndete kunnen opdragen. De uitgetrokken som wordt ingevolge bestaande overeenkomst vereischt. Op de begrooting van 1872 is een gelijk bedrag voor het maken van een alpha- betisch register op de notulenboeken aangebragt. Aangezien deze werkzaamheden zeer veel tijd en naauwkeurigheid eischen is bij wijze van proefneming aan een bekwaam persoon opgedragen een aanvang te maken met het register op de notulenboeken der vergaderingen van burge meester en wethouders over 1865 dat tevens tot model voor de verdere be werking zal kunnen strekken. Nadat die persoon een geruimen tijd daaraan met zorg had gewerktheeft hij te kennen gegeven zich niet langer ten bedoelden einde beschikbaar te kunnen stellen. Dientengevolge is aan iemanddie over meer vrijen tijd kan beschikken op gedragen het aangevangen werk te vervolgen. Het groot getal notulenboeken waarbij de registers ontbreken maakt het noo dig over 1873 op nieuw een bedrag van 300 in uitgaaf aan te bréngen. Bij de notulenboeken van 't loopend dienstjaar worden de registers terstond door 't personeel ter secretarie bijgehouden. Deze som is bestemd om daarmede te bestrijden de drukkosten enz. van eene catalogus van de in het archief aanwezige kunstverzameling. Blijkens de begrooting van den gemeente-architect wordt het geraamd bedrag vereischtzoo ter bestrijding van gewoon onderhoud als voor buitengewone repa- ratiënhet verwen van het gemeentehuishet vernieuwen van de stoep langs den voorgevel van de hoofdwacht enz.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1872 | | pagina 52