156 Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872. NOTA van wijzigingen in de verordening, re gelende de inrigting van het personeel der po litie in de gemeente Leeuwarden. Art. 1 te lezen Tot handhaving van de openbare orde in deze gemeente, zoo wel bij dag als bij nachtzullen worden aangesteld 1 inspecteur van politie. 1 onder-inspecteur van politie. 3 politie-dienaren der le klasse. 2e 24 n n 3e a 8 n 4e a Art. 2 te lezen Het jaarlijksch traktement van deze beambten is voor den inspecteur van politie ƒ900. onder-inspecteur - 700. de politie dienaren der le klasse - 500. n n a 2e a - 450. ii ii n ii 3e - 400. Art. 3 te lezen De politie-dienaren der 4e klasse genieten geen vast tracte- ment. Wanneer zij in dienst treden genieten zij eene belooningvoor den tijd die zij in functie zijn in verhouding van het tracle- ment van de politie-dienaren der 3e klasse. Aan art. 4 toe te voegen eene 2e alinealuidende De onder-inspecteur is gekleed gelijk de dienaren der politie le klassemaar draagt als onderscheidingsteeken een goudkleu rig sterretje aan weerszijden van den opstaanden kraag. De aanhef van art. 5 te lezen De onder-inspecteur, alsmede de politie-dienaren der le, 2e en 3e klasseworden ten koste der gemeente enz. Art. 5 20te lezen Een overjas van donkerblaauw duffeleen of twee palmen langer dan de gekleedde jas met staanden kraaggele biezen en knoopen van zwart hoornalsmede een regenmantel volgens model door den burgemeester te bepalen. Art. 5 30te doen vervallen. Art 5, 40, 50, 60, 70 en 80 te vervangen door 30, 40, 50, 60 en 70. Art. 5 50te lezen Een pet van blaauw laken met gele bies en een dienstnummer. In den aanhef van art. 7 te doen vervallen de woorden derde en. Art. 710, te lezen Een pet van blaauw laken met gele bies en een dienstnummer. Art. 7 20te lezen Een sabel met gordelvoorzien van eene plaatwaarop hun dienstnummer is uitgeslagen. Art. 7 40te lezen Een seinhorentje. Art. 8 te lezen De van wege de gemeente aan den onder-inspecteur en de politie-dienaren enz. In art. 9 (aanhef en formulier van den eed): Achter het woord inspecteur te voegen „onder-inspecteur.'' Art. 15 te lezen Deze verordening treedt in werking den 1 April 1873, op welk tijdstip buiten werking worden gesteld de verordening dd. 14 Au gustus 1856 en de daarop bij raadsbesluiten van 10 Februarij 1859, 22 November 1860, 10 Januarij 1867, 28 October 1869 en 9 November 1871 aangebragte wijzigingen. VERORDENING regelende de inrigting van het personeel der Politie in de gemeente Leeu warden. HOOFDSTUK I. ran het personeelde bezoldiging en de uitrusting der beambten van politie, en van den door hen af te leggen eed. Art. 1. Tot handhaving van de openbare orde in deze gemeentezoo wel bij dag als bij nachtzullen worden aangesteld 1 inspecteur van politie 1 onder-inspecteur van politie 3 politie-dienaren der le klasse 9 politie-dienaren der 2e klasse 24 politie-dienaren der 3e klasse 8 politie-dienaren der 4e klasse. Art. 2. Het jaarlijksch tractement van deze beambten is voor den inspecteur van policie 900 den onder-inspecteur van politie] - 700 de politie-dienaren der le klasse ieder - 500 de politie-dienaren der 2e klasse ieder - 450 de politie-dienaren der 3e klasse ieder - 400 Art. 3. De politie-dienaren der 4e klasse genieten geen vast tractement. Wanneer zij^ in dienst treden genieten zij eene belooning voor den tijd die zij in functie zijn in verhouding van het tractement van de politie-dienaren der 3e klasse. Art. 4. De inspecteur van politie draagt als onderscheidings-teeken een lint van geel en blaauw onder het vest. Hij voorziet zelf in zijne kleedingtot genoegen van den com missaris van politie. De onder-inspecteur is gekleed gelijk de dienaren van politie der le klassemaar draagt als onderscheidings-teeken een goud kleurig sterretje aan weerszijden van den opstaanden kraag. Art. 5. De onder-inspecteur alsmede de politie-dienaren van de eer ste tweede en derde klasse wordenten koste der gemeente voorzien van de volgende kleedingstukken, waarvoor, ten behoeve van ieder hunner, echter niet meer dan /55 jaarlijks wordt uit gegeven. 10. Een gekleedde jas van donker blaauw lakenreikende tot aan de knieschijfmet twee reijen knoopen en eenen staan den van voren openschuins uitgesneden kraaggesloten met een haak en oog. De jas geboord met eene gele biesen voor de dienaren van politie der eerste klasse uitgemonsterd met een goudkleurige galon ter breedte van één duim om den kraag. De knoopen van Berlijnsch zilver met het Stads wapen. 20. Een overjas van donker blaauw duffel een of twee pal men langer dan de gekleedde jas met staanden kraag, gele biezen en knoopen van zwart hoorn alsmede een regenmantel volgens model door den burgemeester te bepalen. 3°. Een broek van blaauw lakenmet eene gele bies langs den naad. 40. Een overlasten stropdas. 50. Een pet van blaauw laken met gele bies en een dienst nummer. 60. Een hoed volgens model door den burgemeester te be palen. 7°. Twee paar wit lederen handschoenen. Art. 6. Van wege de gemeente worden aan de politiedienaren ver strekt de volgende voorwerpen 10. Een hartsvanger met koperen gevest en een verlakt le Bijlagen tot verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872. deren gordel met een slot van Berlijnsch zilveren de in het vorig artikel bedoelde modelknooper.. 20. Een stok van zwaar riet met een beenen knop. 30. Een seinhorentje. Art. 7. Aan de politie-dienaren van de vierde klasse worden van wege de gemeente verstrekt 1°. Een pet van blaauw laken met gele bies en een dienst nummer. 20. Een sabel met gordelvoorzien van eene plaat waarop hun dieustnommer is uitgeslagen. 30. Een stok van zwaar riet. 40. Een seinhorentje. Deze voorwerpen en die welke in art. 6 zijn vermeld wor den vernieuwd wanneer het noodig wordt bevonden. Art. 8. De van wege de gemeente aan den onder-inspecteur en de politie-dienaren ingevolge art. 6 en 7 verstrekte voorwerpen worden wanneer hunne bediening als zoodanigop welke wijze dan ook, eindigt, bij den commissaris van politie ingeleverd. Art. 9. Voor de aanvaarding hunner bediening leggen de inspecteur, de onder-inspecteur en de dienaren van politiein handen van den kantonregtereen eed of belofte af, van den volgenden inhoud „Ik zweer (beloof)dat ik de betrekking van inspecteur, onder- „inspecteur of dienaar van politie in de gemeente Leeuwarden rlijr „met alle getrouwheid, eerlijkheid en vlijt zal waarnemen, en „met de meesf „gen vervullen. „met de meeste naauwgezetheid de op mij rustende verpligtin- Zoo waarlijk helpe mij God almagtig {dat beloof ik HOOFDSTUK II. Van de lokalen en het materieel ten dienste der politie. Art. 10. Ten koste der gemeente worden ten dienste der politie aan gewezen en beschikbaar gehouden de volgende lokalen als 1°. Een bureau voor den commissaris van politie, met de noodige vertrekken voor de politie-dienaren en voor het tijdelijk verblijf van personendie voor den commissaris moeten ver schijnen, alle van het noodige ameublement voorzien. 2°. Een lokaal ten dieoste van de nachtwachtmet een af zonderlijk vertrek voor den inspecteur van policie, zooveel mo gelijk in de nabijheid van het bureau van den commissaris van politieen almede voorzien van het noodige ameublement. 3°. Een lokaal tot bewaring van gearresteerden met het noo dige ameublement. 4n. De benoodigde wachthuisjes op de hoofdplaatsen der wachtposten. Art. 11. De in het vorig art. bedoelde lokalen worden ten koste der gemeente behoorlijk verwarmdverlicht en gereinigd. Art. 12. Ten koste der gemeente worden in het lokaal voor de nacht wacht geplaatst en beschikbaar gehoudenten dienste van dren kelingen en personen aan welke eenig ongeluk is overgekomen waarbij de hulp van de politie wordt vereischtde volgende voorwerpen 1°. Eene legerstede voorzien van het noodige beddegoed 2°. Eenige mans- en vrouwen kleedingstukken ter verpleging dienstig 3°. De vereischte voorwerpen (chirurgicale instrumenten en medicijnen) ter behandeling van drenkelingen 4°. De noodige reddingsmiddelenzoo als noodlijnenlad ders enz. Art. 13. De voor de politie benoodigde schrijfbehoeften en gereedschap pen worden mede ten koste der gemeente verstrekt. Art. 14. Voor de uitgaven gevorderd bij het vorig artikel en voor bui tengewone uitgaven ten behoeve der politiewordt jaarlijks eene som op de begrooting der gemeente gesteld. Art. 15. Deze verordening treedt in werking den 1 April 1873, op welk tijdstip buiten werking worden gesteld de verordening dd. 14 Au gustus 1856 en de daarop bij raadsbesluiten van 10 Februarij 1859, 22 November 1860, 10 Januarij 1867, 28 October 1869 en 9 November 1871 aangebragte wijzigingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1872 | | pagina 79