174 Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872. Wekelijksch getal les-uren in de Nederlandsche taal en letterkunde Fransche i, n Duilsehe ,r Engel sche w Geschiedenis Aardrijkskunde Kennis der Nederl. Staatsinrichting en be ginselen der Staatshuishoudkunde Wiskunde (rekenen daaronder begrepen) Boekhouden Natuurlijke historie Natuur- en Scheikunde Ilandteekenen Schoonschrijven Handwerken Gijmnastiek E gr E pr totaal i cn CO co CO 4 3 3 3 3 16 4 3 3 3 3 16 4 3 3 3 3 16 4 3 3 3 13 2 2 3 3 3 13 2 2 2 2 2 10 u n 1 1 2 4 4 4 3 3 18 n 1 1 2 2 2 1 1 1 7 H u 3 4 4 11 3 3 3 3 3 15 1 1 ti n 2 4 3 2 2 2 13 2 2 2 n n 6 32 32 32 32 160 Ik zie geen voldoenden grond om in de hoogere klassen aan het fransch minder tijd te besteden dan aan het duitschwel is waar hebben de leerlingen al fransch geleerd vóór hare komst op de middelbare schoolmaar de taal is niet gemakkelijk en men verlangt van eene beschaafde vrouwdat zij vooral in het fransch zich goed mondeling en schriftelijk weet uit te drukken hoewel nu de school in dat opzicht nimmer volmaakte bedreven heid zal kunnen gevengeloof ik tochdat vooral in de twee hoogste klassen zooveel mogelijk gelegenheid tot oefeningen daarin dient te worden gegeven worden daarvoor slechts twee uren 's weeks beschikbaar gestelddaa zal er geen voldoenden tijd voor kunnen worden gevonden. Het getal uren voor staathuishoudkunde en kennis van staats inrichting, door de commissie van toezicht op vijf gesteld, is, mijns inziens, voor inkrimping vatbaar. Wanneer men tracht de leerlingen in de 4e klasse in één uur 's weeks een denkbeeld te geven van de inrichting van den Nederlandschen staat en in dc 5e klasse van de gronden der staathuishoudkunde, dan is, dunkt mijop voldoende wijze voor de opleiding van meisjes in dit opzicht gezorgd. In de uren voor wis- en natuurkundige wetenschappen heb ik slechts weinig verandering voorgesteld. In het begin zijn natuur- en scheikunde zeer moeilijken daarom zou ik dit vak ook in de 3e klasse gaarne flink aangepakt zienom die reden heb ik het getal lesuren van 2 op 3 gebragtvan natuurlijke historie heb ik er daarentegen een afgenomen dat mijns inziens kan ge mist worden als in elke der beide laagste klasseu daaraan twee uren 's weeks gewijd zijn en dit onderwijs tot in de 5e klasse in één uur 's weeks wordt voortgezet. De uren voor natuur- en scheikunde heb ik eenvoudigheidshalve bij elkander genomen ook om den leeraar meer vrijheid te laten om den tijd over die twee vakken te verdeelen. Voor wiskunde komen mij voor de 4e klasse 3 uren voldoende voorik heb ook hier de urén voor de drie onderdeden niet afzonderlijk vermeld. De uren voor hand wei ken heb ik voor de twee hoogste klassen met één ver sterkt; mij dunkt, één uur 's weeks is wel wat al te weinig; door vermindering van de uren voor staathuishoudkunde kon die vermeerdering gevonden worden. Voor schoonschrijven heb ik voor elke der beide laagste klassen één uur gesteldwil men deze laten wegvallendan zou duitsch in de le en engelsch in de 2eop 5 uren 's weeks kunnen worden gebracht. De vraag rijst nog of soms andere vakken in het programma behooren te worden opgenomen. Voorshands moet ik dit ontra den. Te Rotterdam wordt Icuiwtgcschiedeniete Amsterdam acsthe- tiek voor de beide hoogste klassen voorgeschreven. Hoe gaarne ik ook aan het onderwijs voor meisjes een meer aesthetische richting zie gevenzoo zijn er toch groote bezwaren verbonden aan het opdragen van dat anderwijs aan een afzonderlijken leer aar het grootste is zeker wel de moeilijkheid om een geschik- ten persoon te vinden. Intusschen is te Rotterdam sedert ecu paar maanden met het onderwijs in kunstgeschiedenis een aan vang gemaakt. Leert de ondervinding, dat dit vruchten draagt, dan is later nog gemakkelijk aan het programma der Leeuward- sche school eene uitbreiding in dien zin te geven. Ik heb vernomen dat te Leeuwarden reeds de vraag is ge steld of aan de middelbare school voor meisjes geen onderwijs in hygiene en gezondheidsleer zou moeten worden gegeven. Ik vind geen voldoenden grond om voor dat vak afzonderlijke uren op het programmaaan een medische specialiteit op te dragente bestemmen. Ik wil gaarne aannemen dat voor de vrouw wan neer zij voor de verzorging en opvoeding van kleine kinderen voor de voeding der huisgenootenvoor verwarming en lucht- verversching enz. moet zorgen eenige kennis van de gronden der gezondheidsleer nuttig zal zijnmaar ik zie niet in dat hiervoor aan de middelbare school een speciaal en afzonderlijk onderwijs noodig is. In de lessen van dierkundenatuurkunde en scheikunde zal zich herhaaldelijk de gelegenheid voordoen om onderwerpen die met de gezondheidsleer in nauw verband staan, ter sprake te brengen en men mag aannemen dat wanneer de leeraren aan welke het enderjvijs in die vakken is opgedragen, hun taak wel begrijpen de meisjes niet zonder eenige kennis van hygiëne de school zullen verlaten. Wil men dat onderwijs door eene specialiteit doen gevendan zou het allicht eene uit gebreidheid verkrijgen die niet wel met den aard van het mid delbaar onderwijs zou zijn overeen te brengen daargelaten nog het minder wenschelijke om het onderwijzend personeel voor die enkele uren al weder met een afzonderlijken leeraar te vermeer deren. Ik moet hier bovendien nog in herinnering brengendat bij de behandeling van de wet tot regeling van het middelbaar onderwijs in de tweede kamer der staten-generaal een amende ment, strekkende om gezondsleer onder de vakken der rijks hoogere burgerscholen op te nemenmet 59 tegen 1 stem werd verworpen. Nu geeft wel art. 21 gelegenheid om het als leer vak bij de gemeentelijke scholen hetzij voor jongens, hetzij voor meisjesop te nemen maar het komt mij toch voor een weinig in overeenstemming te zijn met den geest van de wet als met het karakter der middelbare schooldie zich in de eerste plaats algemeene ontwikkeling ten doel stelt. Zijdie meenen een meer uitgebreide kennis der gezondheidsleer noodig te hebben zullen die zich gemakkelijk door lectuur of studie kunnen eigen maken, daar de gronden voor die wetenschap namelijk degelijke kennis van natuurwetenschap, aan de middelbare school gelegd zijn. Wat de inrichting van het schoolgebouw betreft, zoo deel ik geheel in het gevoelen der verschillende commissiëndie van oordeel zijn dat aan de middelbare school geen kostschool moet verbonden zijn. liet locaalthans voor de school van mejuf- vrouw Plaat in gebruikkomt mij voor wel voor eene middel bare school geschikt gemaakt te kunnen wordenalthans voor zooveel eene vluchtige kennisneming mij tot een oordeel in staat stelt. Ik ben het voorts geheel met de commissie van toezicht eens, dat het verkieslijk is de meisjesschool geheel vrij te houden van alle inmenging met de rijks hoogere burgerschoolhare beschou wingen omtrent de leeraren en hulpmiddelen voor natuur- en scheikunde maak ik geheel tot de mijne. Ik voeg er nog bij dat bezwaarlijk aan de leeraren in natuurkundescheikunde en wiskunde vergunning zou kunnen worden verleend om aan de meisjesschool onderwijs te geven zoo al op dit oogenblik enkelen hunner nog niet zooveel lesuren hebben te geven dat er tijd voor te vinden warezoo zou toch de vergunning bij eventueele splitsing van dc klassen der rijksschool in parallel-afdcclingcn moeten worden ingetrokken. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872. 175 Bovendien acht ik hetter bevordering van eenheid in het onderwijs aan de meisjesschoolwenschelijk niet voor elk on derdeel dezer wetenschappen specialiteiten aan te stellen maar dit onderwijs aan weinige uitsluitend aan die school werkzame leeraren toe te vertrouwen. Jk zal niet treden in eene becijfering der kosten voor zoo veel betreft de door de raads commissie gemaakte raming voor de door haar ontworpen scholen ik kan mij in dit opzicht ver eenigen met hetgeen door de commissie van toezicht is opge merkt dat namelijk die raming bij ondervinding zou blijken veel te laag te zijn. De raming der kosten van eene school van vijf jarigen cursusdoor de commissie van toezicht gemaaktkomt mij daarentegen vrij naauwkeurig voor. Nogtans meen ik nog enkele wijzigingen zij het dan ook van ondergeschikt belangin de zamenstelling van het onderwijzend personeel te moeten voorstellen. De onderwijzeres in engelsch heeft wel minder lesuren dan die voor het duitsch en het fransch, maar toch vinl ik het onbillijk haar daarom J 100 minder te geven dan zou bij voor beeld die, welke met de aardrijkskunde wordt belastook weer aanspraak kunnen maken op eene veel hoogere jaarwedde. Aardrijks kunde laat zich het best met geschiedenis verbinden maar dan wordt het moeilijk deze vakken aan de directrice op te dragen, die onmogelijk 26 uren 's weeks les kan geven. Ik ben het met de commissie eens, dat omtrent het aan de directrice op te dra gen leervak vooraf geen bepalingen te maken zijn dit moet ge heel van de persoon zelve, waarop de keuze valt, afhankelijk worden gesteld. De opdracht van het onderwijs in handwerken aan de andere dames is minder doelmatigte Groningen is daar voor aanstonds eene afzonderlijke onderwijzeres aangesteld te Rotterdam is het opgedragen aan dc onderwijzeres in natuurlijke historiedie voor dat vak slechts weinige lesuren had en van de handwerken veel werk had gemaakt; te Haarlem en te Dord recht werd het aanvankelijk aan de andere dames opgedragen maar men heeft het verkeerde daarvan ondervonden en dit jaar aan beide scholen voor het onderwijs in handwerken eene speci aliteit benoemd. Eene jaarwedde van 500 komt inij daartoe voldoende voor. Op het personeel voor de wis- en natuurkundige wetenschap pen zou wellicht bezuiniging mogelijk zijn. Een goedejleeraar in wiskunde is wel voor minder dan ƒ1600 te vinden maar daar staat tegenover, dat men dan ook weer licht gevaar loopt hem naar elders te zien vertrekken. Wil men een leeraar, uitslui tend voor natuur en scheikunde, dat is voor 10 of 11 uur 's weeks, dan is ƒ1600 zeker meer dan voldoende; voor 600 is daaren tegen geen specialiteit voor natuurlijke historie te krijgen tenzij men aan de andere in de gemeente gevestigde middelbare scho len een ge6chikten leeraar voor dat vak kunne vinden die nog een zevental uren 's weeks beschikbaar heeft. Het zou mijns inziens overweging verdienen pogingen in het werk te stellen om iemand te vinden die het onderwijs in natuurlijke historiezoo wel als dat in natuur- en scheikunde zou kunnen geven men zou daarvoor eene jaarwedde van ƒ1800 kunnen stellen. De commissie rekent voor drie leeraren ƒ3800; kan aan mijn voorstel uitvoering worden gegeven dan zou eene som van f 3400 voldoende zijn. Voor de weiaige uren, aan staatswetenschappen en boekhouden (althans volgens mijn rooster) te besteden is geen 600 noodig met eene jaarwedde van ƒ400 zou men kun nen volstaan werd het boekhouden aan den leeraar in wiskunde opgedragen dan ware voor twee uren onderwijs in staatsinrich ting en staathuishoudkunde J 200 voldoende. De post voor schoon schrijven kan vervallendit vak kanzoo men het in het pro gramma behouden wilaan eene der onderwijzeressen worden opgedragen, bijv. aan die in het engelsch, die de minste lesuren heeft. Daarentegen zou ik de jaarwedde van den leeraar (of onderwijzeres) in handteekenendie 15 uren 's weeks te geven heeft en waar het bij eene meisjesschool nog al op aankomt zoo men de aesthetische opleidiög wat meer op den voorgrond wil plaatsen aanzienlijk wenschen verhoogd te zien minstens tot 1200 alleen voor zulk eene jaarwedde zal het mogelijk zijn een flinken leeraar te bekomen. Worden deze wijzigingen aangenomen dan wordt de raming der kosten de volgende Vijf onderwijzeressen in nederlandsche fransche duitsche en engelsche taal en letterkunde, geschiedenis, aardrijkskunde (en schrijven), elk ƒ1200. j 6,000. Toelage aan eene dezer als directrice1,600. Een leeraar of onderwijzeres in teekenen 1,200. Eene onderwijzeres in handwerken500. Twee leeraren in wis- en natuurkundige weten schappen 3,400. Een leeraar in staatswetenschappen en boekhou den hoogstens400. Gymnastiekp. m. Verdere onkosten even als in het ontwerp der raadscommissiegesteld op1,300. Te zamen ƒ14,400. De kosten worden dus j 400 hoogerdan volgens de raming der commissie van toezichtmen neme echter daarbij in aan merking dat voor den leeraar in schoonschrijven eene onder wijzeres voor handwerken is in de plaats gekomen en dat de jaarwedde voor teekenen aanzienlijk is verhoogd. Bovendien is nog in rekening te brengen de vermeerdering van kosten der lagere burgerschool voor meisjes door toevoeging van eene of twee hulponderwijzeressen met bevoegdheid voor fransch. In het advies der commissie van toezicht is slechts sprake van ééne hulponderwijzeres. Ik ben niet voldoende met de inrichting dier school bekend om hierover een bepaald oordeel te durven vellen. Het komt mij echter voor datzoo de meisjes een paar jaar langer op die 3chool doorbrengenhet hulppersoneel wel met twee hulponder- wijzeressen zal moeten worden vermeerderd. Daarbij is dan evenwel niet uit het oog te verliezen dat zoo de leerlingen die schooi tot haar 12e in plaats van tot haar 10e jaar bezoeken de schoolgelden ook meer zullen opbrengen, zoo dat ten slotte de uit de uitbreiding van het personeel voort vloeiende vermeerdering van uitgaven slechts gering zou zijn. Wat de toelating tot de middelbare school betreftkan ik mij geheel vereenigen met het programma, dat de commissie van toezicht daarvoor aan het slot van haar advies geeft. Degelijke toelatingsexamens zijnmijns inziensevenzeer als strenge over gangsexamens van elke klasse tot eene hoogereeene onmisbare voorwaarde voor de degelijkheid en den bloei der schoolhet in dit opzicht bij de rijks hoogere burgerscholen voor jongens aangenomen beginsel durf ikop grond van de opgedane onder vinding niet aanprijzen. Ook de toelating tot enkele lessen zou ik wenschen zoo veel doenlijk beperkt te zien. Mijns in ziens behoort de vergunning daartoe in de lagere klassen in het geheel niet, in de hoogere slechts in bijzondere gevallen, ter beoordeeling van burgemeester en wethouders, na ingenomen ad vies van de directrice en de commissie van toezichtgegeven te worden vrijstelling van het bijwonen der gymnastische oefe ningen moet door dc directrice kunnen worden gegeven indien dit voor sommige leerlingen om de eene of andere reden noodig wordt geacht. Het schoolgeld voor het bijwonen van het volle dig onderwijs zou zoo als door de raadscommissie is voorgesteld, op hoogstens 50 kunnen worden gesteld men verlieze daarbij niet uit het oog, dat de schoolboeken en leerbehoeften boven dien voor rekening der leerlingen komen. Het schoolgeld voor enkele lessen behoort mijns inziens niet te laag te worden gesteld. Ik meen door het voorgaandevoldaan te liebben aan de uit- noodigingnamens den gemeenteraad tot mij gericht. Worden nadere inlichtingen omtrent een of ander punt verlangd ik zal er mij een genoegen van maken die te verstrekken, zooveel in mijn vermogen is. Ik hoopdat dit advies eenigzins zal mogen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1872 | | pagina 88