Bijlage no. 16.
92
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Memorie van Toelichting.
BEGROOTING 1874.
Voorgedragen
sommen.
UITGAVEN.
201
202
203
201
205
206
207
208
209
210
211
VIII
IX
XI
III
Sommen
over 1873
toegestaan.
10,050.-
13,000.—
- 5,000.—
3,892.—
400.—
52
Memorie
25.—
1,200
2,200.—
10,500.—
9,000.—
9,000.—
3,892.-
400.-
52.-
109.-
1,500.—
2,200.—
15,100.—
1864, ad ƒ25,000.— a 5 0'0, na aflosing in 1873 van /loo'o— 1+'3'5-
nog groot f 16,000.800
1865 ad 117,000.a 6 <y0, na allossing in 1873 van ƒ1 000
nog groot 107,000 5 350.—
1868, ad ƒ75,000.a 5 0/0, waarvan de aflossing aanvangt
met 1875 3 750
1869, ad 63,000.u 5 °/n, waarvan de aflossing aanvangt
met 1876b fi.g
1871le serie ad 34,000.naar 5 o/q ten behoeve der wer
ken voor de verbetering van het aschland, na aflossing daarop in
1873 van 2,000.bedragende 32,009.600
1871ad 46,000.naar 6 0/„waarvan de aflossing aanvangt
met 1878-2 300
1872ad 60,000.naar 6 0/0waarvan de aflossing aanvangt
met 1879 - 3 000
1873ad 200,000.naar 5 q van welke aan te vangen
met 1876 jaarlijks ƒ3,000.— wordt afgelostlo.ooo.—
Zamen ƒ43 825
liet over 1873 beschikbaar gesteld bedrag wegens renten van geldléeningen
aangegaan ten laste der gemeentelijke gasfabriek is voor 1874 verminderd inet
de rente die over dat jaar niet behoeft te worden uitgekeerd van de obligation
die tot een bedrag van ƒ9,000.— met 1 Januarij 1874 worden afgelost.
Over 1874 is even als over 1873 het bedrag der verpügte aflossing 9 000.
Intusschcn is het noodzakelijk voorgekomen dat ook eene som beschikbaar worde
gesteld voor aflossing op de leeningen aangegaan in 1853 en 1856 waarop sedert
1870 en op die aangegaan in 1863 waarop sedert 1809 geene allossing beeft
plaats gehad. Uit dien hoofde is tot dat einde eene som van ƒ4 000 onder
de uitgaven opgenomen.
De aflossing op de leeningen aangegaan ten behoeve der gasfabriekdienst
over 1874 bepeikt te blijven tot het bedrag dat volgens de betrekkelijke plans
van leening moet worden afgelost, omdat de uitkomsten der exploitatie over
1872 en de vermoedelijke uitkomsten over 1873 de beschikbaar stelling van een
hooger bedrag niet toelaten.
liet getal der van gemeente wege gepensioneerden heeft sedert de vaststelling
der begrooting voor 1873 gecne verandering ondergaan.
Dit artikel is voor memorie aangebragt omdat het niet noodzakelijk is voor
gekomen daarop eene som uit te trekken.
Onder de raming voor 1873 was begrepen eene som van ƒ300.— benoodivd
voor de aanschaffing van eene nieuwe muziektent.
Het voor onvoorziene uitgaven aaDgebragt cijfer is voorshands op een be
langrijk lager cijfer gesteld dan over 1873 omdat de stand der begrooting niet
toelaat hiervoor een hooger cijfer aan te brengen.
Bijlage tot het verslag der handelingen
van den gemeenteraad te Leeuwarden.
93
VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot
wijziging der gemeente-begrooting voor 1873.
Mijne Heeren
Door de commissie voor de gemeentelijke gasfabriek is aan
ons het verzoek gerigt om u een voorstel aan te bieden tot wij
ziging der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1873 zoo
veel betreft de daarop aangebragte inkomsten en uitgaven we
gens de exploitatie dier fabriek.
Na kennisneming van de deswege ingezonden stukken hebben
wij gemeend aan dat verlangen gevolg te moeten geven.
De wijzigingen door gemelde commissie beoogd zijn vermeld
in het hierbij gevoegd ontwerp-besluitterwijl wij tevens deze
gelegenheid té baat hebben genomen om nog eenige andere wij
zigingen in genoemde begrooting voor te dragen.
Omtrent de beweegredenen die tot een en ander hebben ge
leid verwijzende naar de mede hierbij gevoegde memorie van
toelichting, hebben wij de eer u voor te stellen aan het hierbij
overgelegd ontwerp-besluit tot nadere wijziging der gemeente-
begrooting voor het dienstjaar 1873 uwe goedkeuring te hechten.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 25 Septem
ber 1873 door
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden.
ONTWERP.
De raad der gemeente Leeuwarden
In aanmerking nemende dat er noodzakelijkheid bestaat op
nieuw eenige wijzigingen aan te brengen in de begrooting der
inkomsten en uitgaven van deze gemeente voor het dienstjaar 1873.
Gelet op het bepaalde bij art 213 der gemeentewet.
Besluit:
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
van Frieslandde begrooting van inkomsten en uitgaven der
gemeente voor het dienstjaar 1873, zooals die gewijzigd is vast
gesteld bij raadsbesluit van 10 April 1873 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten voornoemd bij resolutie van den 17 dier
maand no. 34nader te wijzigen als volgt
INKOMSTEN.
HOOFDSTUK II.
AFDEELING II.
Art. 1. 25 opcenten op de hoofdsom der rijks personele be
lasting van 1 Januarij tot ultO. December 1873 te verhoogen
met 600 en te brengen op 19,022.04welk bedrag ook het
totaal der Ilde afdeeling uitmaakt.
AFDEELING VIII.
Art. 12. Opbrengst van gasregtenhet eerste onderdeel sub
o, geleverd gas aan particulieren, te verhoogen met 13,586.20.
Het tweede onderdeelvergoeding van de gemeente voor de
straatverlichtingte verhoogen met 1250.
Het derde onderdeeldiverse ontvangstente verlagen met
ƒ3756 en a'zoo het geheele artikel te verhoogen met 11,080.20
en vast te stellen op 121,863.40.
Dientengevolge te bepalen het totaal der VlIIste afdeeling op
ƒ167,811.65 en dat van hoofdstuk II op 305,522.47.
HOOFDSTUK III.
Art. 11. Door de gasfabriek te vergoeden renten van ver
strekte kapitalen, te verhoogen met 1500 en te bepalen op
14,500.— waardoor het totaal van hoofdstuk III wordt gebragt op
ƒ45,408.44.
HOOFDSTUK IV.
Art. 1. Opbrengst der exploitatie van het aschland, begroot
op ƒ30,000, te verhoogen met ƒ2000 en te brengen op 32,000.
BIJVOEGSEL BE1IOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT.
Art. 8. 4j- van de opbrengst der rijks personele belasting
van 1 Januarij tot ultimo December, geraamd op 70,740.60 te
verhoogen met ƒ2000 en te bepalen op ƒ72,740.60.
Onder dit hoofdstuk als nieuw artikel aan te brengen -.
Art. 136. Opbrengst van overgedragen hout, aangeschaft ten
dienste der feestelijkheden tijdens het verblijf van Z. M. den
koning binnen deze gemeente 1500.
Door deze wijzigingen wordt het totaal van hoofdstuk IV nu
bedragende ƒ108,046.10, verhoogd tot 113,546.10 terwijl het
geheel bedrag der inkomsten nader wordt vastgesteld op
861,304.105.
UITGAVEN.
HOOFDSTUK I.
AFDEELING I.
Art. 4. Jaarwedde van den gemeente-ontvangerle verhoogen
met 400 en te brengen op ƒ2000, waardoor het totaal dezer
afdeeliDg en van hoofdstuk I wordt gebragt op 20,420.
HOOFDSTUK II.
AFDEELING III.
Art. 2. Voor vernieuwing en herstelling van meubelen in het
gemeentehuis c. a.te verhoogen met 600 en te bepalen op 955.
Tengevolge daarvan het totaal dezer afdeeling vast te stellen
op 2680 en dat van hoofdstuk II op ƒ13,904.
HOOFDSTUK III.
AFDEELING I.
Art. 10. Kosten der straatverlichting, begroot op 10,800
te verhoogen met ƒ1250 en uit te trekken op ƒ12,050.
In verband hiermede het totaal der Iste afdeeling te brengen
op ƒ26,804.
AFDEELING V.
Art. 1. Aankoop van grondstoffen, begroot op ƒ57,920 te
verhoogen met 10,250 en te bepalen op 68,170.
Art. 3. Onderhoud van gebouwen en lastengeraamd op
ƒ4300, te verminderen met 8300 en uit te trekken met ƒ1000.
Art. 4. Aankoop en onderhoud van werktuigenbegroot op
ƒ10,815, te verhoogen met 4585 en te brengen op 15,400.
Art. 7. Vergoeding van renten wrgens kapitalen door de ge
meente aan de gasfabriek in rekening-courant verstrektuitge
trokken met 13,000 te verhoogen met ƒ1500 en te bepalen
op 14,500.
In overeenstemming met deze wijzigingen het totaal der V de
afdeeling uit te trekken met 120,870.
AFDEELING VII.
Art. 5. Vijfde gedeelde der werken tot verbetering van het
aschland, geraamd op ƒ6200 te verminderen met 1200 en te
bepalen op 5000.
Art. 10. Aanleg van een tweeden verschwatervyverbegroot
op ƒ11,772, aan te brengen voor memorie.
Art. 14. Stichting van een schoolgebouw in de Schoolstraat
bij wijziging der begrooting aangebragt tot 20,000 te verhoogen
met ƒ10,000 en alzoo nader uit te trekken op ƒ30,000.
Aan deze afdeeling toe te voegen de volgende artikelen
Art. 18. Onverevende kosten der verbreeding en bestrating
van het Kalverdijkje en het maken vau een toegangsweg naar
de Schietbaan 4415.
Art. 19. Onverevende uitgaven terzake den aanleg der schiet
baan ƒ2305.
Dientengevolge het totaal der Vilde afdeeling vast te stellen
op 383,290 en dat van hoofdstuk III op ƒ564,123.
HOOFDSTUK IX.
AFDEELING III.
Aan deze afdeeling toe te voegen
Art. 4. Kosten van feestelijkheden enz.gegeven tijdens het
13