Bijlage no. 20. 112 Bijlagen tot het verslag der handelinge Wij hebben evenwel bij de berekening van de raming yjan art. 3 van hoofdstuk V afd. II der ontvangsten aangetoom'eil dat de koopsommen van gemelde perceelen 110. 66 tot en met 68 op de gewone termijnen zouden worden betaald en het be drag daarvan op ƒ6000 geraamd. Verder hebben wij aangenomen, dat in 1874 zouden worden verkocht zeven perceelen berekend naar een gemiddeld cijfer van 2000 ieder. Ofschoon wij de zienswijze van heeren rap porteurs deelen dat er in 1874 wel geen sprake kan zijn van verkoop van het bouwterrein bij de Wirdumerpoort, zoo meenen wij evenwel te moeten opmerkendat indien hetgeen niet te verwachten is, b. v. een gedeelte van dat terrein mogt worden verkochtde opbrengst in dat geval op art. 3 kan worden ver antwoord. Ten slotte merken wij opdat de door rapporteurs voorge stelde verhooging en aanvulling van sommige posten van ont vang (het gevolg van een in 's raadszitting van 9 October 11. ge nomen besluit en van op den 11 dier maand gehouden verpach ting en verhuring) op de betrekkelijke artikelen, zijnde volgnos. 15, 20 en 21 kan worden aaDgebragt en dat mede onder de ontvang sten (volgno. 21) kan worden opgenomen wegens te ontvangen huur van het onlangs voor de gemeente aangekochte huisje in het Bagijnekloostereen bedrag van 40. Voorts dient nog op de begrooting voor 1874 onder de uitgaven te worden aange- bragtwegens//een gedeelte der kosten van stichting van het //gebouw voor de tusschenschool le klasse en voor aanschaffing z/van ameublement in die school" eene som van ƒ7000 omdat de laatste termijn der aannemingsom niet in de rekening over 1878 kan worden verantwoord en het ameublement eerst in 1874 (na de voltooijing van het gebouw) benoodigd is. n van den gemeenteraad te Leeuwarden. De omschrijving van het artikel onder no. 151 der begrooting vermeld, zal meer in overeenstemming zijn met het betrekkelijk raadsbesluit'wanneer dié, gelijk wij bij deze voorstellen, wordt k gewijzigd als Volgt: V/Toelage aan een gemeente veearts." Eindelijk is ons geblekendat de som uitgetrokken op art. 2 der I afdeeling van hoofdstuk VIII (volgno. 201) moet worden verhoogd met 850 ter voldoening der rente van een kapitaal s' groot /"17.000 onder de inkomsten over 1873 opgenomen als derde serie van de leening in 1867 vastgesteld teu behoeve der uitbreiding van de gasfabriek. Evenvermelde wijzigingen en aanvullingen der ontwerp-begroo- ting zullen tengevolge hebben, dat de inkomsten met ƒ1377 en de uitgaven met ƒ7850 worden verhoogd. Besluit de raad overeenkomstig het door ons ondersteund voor stel van rapporteurs tot verhooging der sübsidie ten behoeve van het stedelijk muziekkorps met 1000 dan blijft van de aau de begrooting toe te voegen inkomsten beschikbaar een bedrag van 377 hetwelk, aangevuld met 473 waarmede' de' post voor onvoorziene uitgaven kan worden verminderd, behoort te strekken tot verevening der rente ad 850 bovenbedoeld, ter wijl tot bestrijding der uitgaaf van 7000 wegeDS restantkosten van stichting en voor meubeleering van de tusschenschool le klassede aan te gane geldleening met die som zal moeten worden verhoogd. Opgemaakt den 29 October 1873 door burgemeester en wet houders van Leeuwarden. J. BIERUMA OOSTING. P. A. BERGSMA Secretaris. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden. VOORSTEL van burgemeester en wethouders tot vaststelling van instructiën voor den di recteur den hoofdopzigter en do opzigters der gemeentewerken. MIJNE 1IEEREN.' Volgens art. 5 der verordening regelende den ranghet ge tal de bezoldiging en de wijze van benoeming der ambtenaren en bediendenbelast met het beheer en de zorg voor de plaat selijke werken en eigendommen van deze gemeentezoodanig die verordening is vastgesteld bij uw besluit van den 14 Augus tus jl.no. 3 worden de instructiën voor den directeur der ge meentewerken den hoofdopzigter en de drie opzigters door uwe vergadering vastgesteld. Nadat wij in overleg, voor zoover noodig, met den gemeente architect voor de bedoelde ambtenaren instructiën hadden ont worpen hebben wij daaromtrent het gevoelen van uwe commissie voor openbare werken ingewonnen. Deze heeft bij missive van den 15 December jl., no. 75, voor gesteld enkele artikelen van de ontwerp-instructie voor den di recteur der gemeentewerken te wijzigen. Met uitzondering van de in art. 14 voorgestelde tijdsbepaling, hebben wij ons geheel met hare zienswijze kunnen vereenigen en de instructie in dien gee6t gewijzigd. Wat den door de commissie in art. 14 laatste alinea voorge stelden termijn van ultimo Junij betreft, zijn wij van oordeel, dat die met ééne maand behoort te worden verlengd omdat de ondervinding heeft doen ziendat verschillende werken op de gemeente-begrooting worden a^ngebragtdie in den herfst zeer goed en dikwijls op voordeeliger wijze kunnen worden uitge voerd dan in den zomer. De bepaling dat de directeur de plannenbegrootingen en be stekken voor de werken tot welker uitvoering in dat dienstjaar is beslotenvoorbereidt in de volgordehem door burgemeester en wethouders voorgeschrevengeeft onzes inziens voldoenden waar borg dat de voorbereiding van die werkendie in den zomer moeten voltooid worden of die bijzondere haast vereischenin de eerste plaats aan den directeur zal worden opgedragen. De verlenging van den termijn met eene maand komt ons al- zoo beter voor, ten einde den hoofdambtenaar der gemeente werken niet onnoodig met werk te overladenhetgeen welligt aau de voorbereiding van stukken in het algemeen nadeel zoude kunnen doen. Wij hebben alzoo de eer uwe vergadering voor te stellende instructiën voor den directeur der gemeentewerken den hoofd opzigter en de opzigters vast te stellen zoodanig die als bijla gen hierbij zijn overgelegd. Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van den 18 December 1873 door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J. BIERUMA OOSTING. De SecretarisP. A. BERGSMA. INSTRUCTIE voor den directeur der gemeente werken te werken te Leeuwarden. Art. 1. De directeur der gemeentewerken staat in zijnen werk kring onder de bevelen van burgemeester en wethouders. Art. 2. De hoofdopzigterde opzigters de schrijverde tij delijk teekenaar of schrijver, dc werklieden en bedienden der fabricagestaan onder zijne bevelen. Hij regelt hunne dagelijksche werkzaamheden en verwijdert nalatigen of draagt voor zoover ze niet door hem zijn aangesteld hunne schorsing of hun ontslag voor. Bijvoegsel behoorindemij de Leevwirdrr Covrakt. Bij ziekte of wettige verhindering van deze ambtenaren en bedienden voorziet hij in de dienst behoudens goedkeuring van burgemeester en wethouders. Art. 3. Hij zorgt dat het kantoor der fabricage, uitgenomen op zon- en algemeene erkende christelijke feestdagengeopend zij des morgeus In de maanden JanuarijFebruarijNovember en December van 812 uur In de maanden Maart en October van 712 uur; In de maanden April en September van 0Sen van 9—12 uur; In de maanden Mei, Junij, Julij en Augustus van 58 eu van 912 uur Des middags Het geheele jaar van 18 uur. Hij ziet toe dat de vaste beambtenvoor zoover hunne tegen woordigheid niet elders wordt gevorderdaldaar op die uren behoorlijk werkzaam zijn of zoo veel langerals noodig is tot het verrigten van de hun opgedragen werkzaamheden. Hij zal zich op zijn bureau moeten bevinden van 's morgens 9 tot 's namiddags 1 uurvoor zoover zijne tegenwoordigheid niet elders wordt vereischt. In elk geval draagt hij zorgdat des morgens van 9 tot 10 uur of hij zelf, of de hoofdopzigter op ziju bureau te spreken is. Art. 4. Hij waakt voor den goeden gang van zaken aan de fabricagevoor de naauwgezette bewaring en de geregelde uit gifte der aanwezige materialen. De in het belang dier aange legenheden gevorderde maatregelen, stelt hij aan burgemeester en wethouders voor. Art. 5. De keuring van alle materialendie voor de fabri cage of gemeentewerken geleverd wordenis in het algemeen aan hem opgedragen. Art. 6. Hij zal behalve de aanschaffiing van kantoorbehoef ten gereedschappen en materialen voor de iti eigen beheer uit te voeren werken geene aankoopen doen of leverantiën toezeg gen dan op magtiging van burgemeester en wethouders. Art. 7. Aan zijne bijzondere zorg is toevertrouwd de admi nistratie en finantiële verantwoordelijkheid van alle ten behoeve der gemeente onder zijn beheer uit te voeren werken en leve ringen. Voor zoover zulks niet aan andere ambtenaren is opgedragen, worden alle rekeningen en betalingslijsten van arbeidsloon enz. door hem nagezien en na goedkeuring voor accoord geteekend met verwijzing naar het artikel der begrooting waaruit de beta ling zal geschieden. Art. 8. Hij ziet toe dat de afzonderlijke posten der gemeente- begrooting niet worden overschredenzonder daartoe de noodige magtiging te hebben ontvangen. Wanneer hij in buitengewone omstandigheden hiervan moet afwijken geeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan burgemees ter en wethouders, met opgave van redenen. Art. 9. Het beheer en toezigt over het archief en andere voorwerpen in het kantoor der fabricage berustende is aan hem opgedragen. Behalve aan den burgemeester, de wethouders, den secretaris der gemeentecommissiën uit den raad en de vaste beambten der fabricagevoor zoover de laatsten zulks ten behoeve der ge meente noodig hebbengeeft hij niemand iets uit het archief af, zonder vergunning van den burgemeester en altijd tegen behoor lijk re<?u. Hij zorgt voorts voor de orderlijke bewaring van a. alle aan hem in zijne betrekking ter bewaring gezonden stukken en teekeningen b. de minuten van alle door hem in zijne betrekking uilgpge- ven stukken en daarbij behoorende bijlagen en teekeningen c. de bestekken en voorwaarden van uitgevoerde werken en leverantiën d. het in zijne betrekking aan te houden kasboek e. het register van in eigen beheer uitgevoerde werken, de 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1873 | | pagina 58