iu Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden. registers van de leverantiën, de wekelijksche betalingslijsten en de weekbrieljes van de arbeiders der gemeente. Hij houdt mede een register in alphabetiseke orde van de door zijne tusschenkomst door liet gemeentebestuur verleende vergun ningen. Hij zorgt dat op liet kantoor der fabricage steeds voorhanden is een register tot inschrijving van de door de ambtenaren der stads reiniging en de dienaren van politie ontdekte gebreken aan voorwerpen, bedoeld bij art. 179 litt. h der gemeentewet. Een staat houdende opgave van al hetgeen tot het archief be hoort, ligt steeds op het kantoor voor burgemeester en wethou ders ter inzage. Art. 10. Hij is belast met liet ontwerpen van alle voor de gemeentewerken benoodigde plannen en het berigten op de in zijne handen gestelde verzoekschriften en rapporten. De daartoe betrekkelijke teekeningenbestekken en begroo' tingen van kostenzoomede die voor onderhoudswerken worden ook door hemof zoo dikwijls hij het noodig oordeeltdoor medewerking van den hoofdopzigter en de opzigters gemaakt. Hij dient den directeur der gemeentelijke gasfabriek en dien der stadsreiniging van raad en medewerking voor zoo veel be treft het onderhoudde vernieuwing of stichting van gebouwen tot de onder hun beheer staande iurigtingen behoorende en ont werpt de daartoe benoodigde plannen en bestekken. Art. 11. Waar en wanneer het verlangd wordt, dient hij burgemeester en wethoudersde raadscommissie voor openbare werken of andere raadscommissiëo van voorlichting omtrent alle bij hen in behandeling komende zaken. In de gewone wekelijksche vergaderingen van burgemeester en wethouders brengt bij geregeld verslag uit van de afgeloopen werken en doet voorstellen ten aanzien van hetgeen voorziening behoeft. Art. 12. Hij ziet toe dat alle gemeente gebouwen, bruggen, straten, kaden, ponten als anderzins in behoorlijken staat onder houden worden. Wanneer in buitengewone omstandigheden onverwijld voorzie ning noodig isgaat hij daartoe terstond overen geeft hiervan onmiddellijk kennis aan burgemeester en wethouders. Art* 13. Hij zendt jaarlijks in de eerste helft van de maand Junij een' staat in van de werken en herstellingen die in het volgend jaar moeten gemaakt en gedaan wordenmet opgave der raming van kosten. De raming doet hij vergezeld gaan van eene memorie van toelichting. Art. 14. Hij maakt onmiddellijk na de vaststelling der begroo ting door den raad voor een volgend dienstjaar een' aanvang met het ontwerpen dor plannen begrootingen en bestekken voor de werkentot welker uitvoering in dat dienstjaar is besloten. Hij bereidt die voor in de volgordehem door burgemeester en wethouders voorgeschreven en zendt zezoodra ze gereed zijn aan het collegie in. In ieder geval zorgt hij, dat vóór ultimo Julij alle voorbereidende stukken voor werken in dat dienstjaar uit te voeren bij burgemeester en wethouders zijn ingezonden. Art. 15. De werken, zoo bij aanbesteding als in eigen be heer uitgevoerdworden door hem nagegaanhij zorgt dat die overeenkomstig de bestekken worden ten uitvoer gebragt. Hij kan zich daarbij laten bijstaan door den hoofdopzigter en de opzigtersmet dien verstande evenweldat hij in 't algemeen voor de goede uitvoering der werken verantwoordelijk is. Van den voortgang en den afloop der werken en van hetgeen zich daarbij opmerkelijks voordoet, geeft hij aan burgemeester en wethouders, zoo dikwijls zij zulks verlangen, schriftelijk berigt. Art. 1G. Hij waakt voor het behoud en de bewaring der ge meente-eigendommen en zorgt dat daarop zoowel als op de reg- ten der gemeentegeen inbreuk worde gemaakt. Indien hij iets ontdekt dat daarmede in strijd isgeeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan burgemeester en wethouders. Voor het einde van Januarij biedt hij een beredeneerd ver slag omtrent den toestand van de gemeentewerken en eigendom men alsmede aangaande den ijver en het gedrag der onder zijne bevelen staande ambtenaren aan burgemeester en wethouders aan. Art. 17. Hij moet wonen in het voor hem bestemde huis bij de stadsfabricage. Hij behoeft verlof van burgemeester en wethouders om zich langer dan drie dagen buiten de gemeente op te houden. Voor korteren tijd behoeft hij het verlof van den burgemees ter. Hij zorgt bij afwezigheid en ontstentenis voor zijne vervan ging door den hoofdopzigter. Art. 18. Hij magzonder speciale schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouderszich niethetzij binnenhetzij buiten de gemeente, belasten met het opmaken van ontwerpen, teekeningen, 'bestekken, begrootiugen van kosten voor werken, ten behoeve van het rijkde provincieandere gemeenten openbare inrigtingen of bijzondere personen daar te stellennoch het toezigt over dusdanige werken uitoefenen. Art. 19. In geval van brand is hij zoo spoedig mogelijk op de plaats des onheils tegenwoordig. Art. 20. Hij mag geen ander ambtberoep of nering uitoefe nen noch middellijknoch onmiddellijk deel nemen aan pach tenleveringen of aannemingen, ten behoeve van de gemeente, tenzij met toestemming van den raad. INSTRUCTIE voor den Hoofdopzigter der ge meentewerken te Leeuwarden. Art. 1. De hoofdopzigter der gemeentewerken staat in zijne betrekking onder de onmiddellijke bevelen van den directeur dier werken. Hij is dezen behulpzaam in het doen van opnemingen en het voorbereiden van plannenverslagen of bestekkenen verder in alleswaar deze zijne hulp en bijstand voor de gemeentewer ken noodig heeft. Art. 2. Voor elke lastgeving tot uitvoering van gemeentewer ken die hij persoonlijk van burgemeester en wethouders ont vangt geeft hij terstond kennis aau den directeur. Art. 3. Hij is verpligt dagelijks de regeling der werkzaamhe den bij te wonendie door den directeur geschiedt. Art. 4. Hij zal dagelijks nagaan of de onder zijne bevelen staande opzigters en werklieden hun pligt betrachten en of het verrigte werk goed gedaan is en geëvenredigd aan den daarvoor besteedden tijd. Art. 5. Elke woensdag maaktr hij eene lijst op van de in de afgeloopen week verdiende werkloonen en biedt die den direc teur ter goedkeuring aan. Na goedkeuring ontvangt hij het bedrag dier lijstenbij wijze van voorschot van den directeur, ten einue dat aan de regtheb- benden uit te betalen. Iedere woensdag doet hij voorts rekening en verantwoording van zijn gehouden geldelijk beheer aan den directeur. Art. 6. Hij is belast met het houden van toezigt op het on derhoud der gemeente-eigendommen, op den gang der werkzaam heden bij de gemeentewerken en op de naleving der bestekken van aanbestedingen. Art. 7. Hij keurt niet alleen de onmiddellijk onder zijn toe zigt verwerkt wordende materialen maar hij is ook vepligt toe te zien op die, welke onder het toezigt van de opzigters ver werkt worden en door dezen gekeurd zijn. Bij afkeuring geeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan den directeur. Art. 8. In vereeniging met den opzigter, den hovenier of den schrijver, ieder voor zoo ver hij last heeft gegeven of bekend is met eenige leverantieonderzoekt hij eiken woensdag avond de registers of rekeningen van de leveranciersof het daarin aangeteekende sluit met de aanteekeningen van de arbeiders en der bonsof de prijzen overeenkomen met de aanbesteedde prij Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden. 115 zen en of, bij niet aanbesteedde leveringen de gemeente niet meer in rekening wordt gebragt dan aan particulieren of de be cijfering zonder fouten is en of het geleverde overeenkomt m t de behoefte van het werk waarvoor het is aangegeven. Bij goedkeuring moeten de registers en rekeningen voor gezien en goedgekeurd worden onderteekend door hem en dengenen die mede aan het onderzoek deelnamen. Ingeval van aanmer kingen, hoort hij den betrokken leverancier enzoo hij daarmede in verschil blijft, geeft hij den directeur daarvan kennis. Art. 9. Hij zal naauwlettend acht slaan op de wegen stra ten gebouwen bruggen ponten en verdere eigendommen en voorwerpen van onderhoud der gemeente. Ontdekt hij daaraan gebrekenof blijkt hem dat op de regten der gemeente in een of ander opzigt inbreuk wordt gemaakt dan geeft hij onmiddellijk daarvan kennis aan den diréeteur. Art. 10. Onder zijn toezigt doet hij in de eerste week der maanden Mei en Octoberdoor den opzigter der waterstaatswer ken de grachten en vaarwaters in de gemeente peilen en zendt in de eerste helft dier maanden daarvan een schriftelijk verslag aan den directeur. Insgelijks doet hij in de eerste week van October gezamenlijk met. evengenoemden opzigter onderzoek omtrent de in vaarten en kanalen gemaakte voor scheepvaart en afstrooming hinderlijke werken in de gemeente en zendt ook daarvan in de eerste helft van die maand een door beiden onderteekend schriftelijk verslag aan den directeur. Art. 11. Eiken woensdag en zaturdag morgen geeft hij aan den directeur op de gebreken die door hem zijn ontdekt- aan de voorwerpen bedoeld bij art. 179 litt. g en h der gemeentewet. Art. 12. Jaarlijks voor den 1 Junij levert hij aan den direc teur een staat in van de werken en herstellingen die in het vol gend jaar moeten gemaakt en gedaan worden, met opgave van kosten en onder overlegging eener memorie van toelichting. Art. 13. Zoover zijne tegenwoordigheid niet elders vereischt wordtis hij op het bureau der fabricage werkzaam van 's mor gens 9—2 en 's namiddags van 6—8 uur, of zooveel langer als noodig is tot het verrigten van de hem opgedragen werkzaamheden. Art. 14. Ingeval van ziekte of wettige verhindering van den directeur, treedt hij in diens plaats op en neemt hij diens ver- ant\ oordelijkheid over. Hij geeft hiervan zoo spoedig mogelijk kennis aan burgemeester en wethouders. Art. 15. Hij heeft zijn vaste woonplaats binnen de gemeente. Art. 16. Zonder toestemming van den directeur mag hij zith geen dag buiten de gemeente Ophouden. Hij behoeft verlof van burgemeester en wethouders om zich voor langer dan drie dagen buiten de gemeente te begeven. Art. 17. Hij mag geen ander ambt, beroep of nering uitoefe nennoch middellijk noch onmiddellijk deel nemen aan pachten, leveringen of aannemingen ten behoeve van de gemeentetenzij mét toestemming van burgemeester en wethouders. Art. 18. Hij mag zonder speciale schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders zich niet belasten met het opmaken van ontwerpenteekeningen bestekken bcgrootingen van kos ten enz. voor werken ten behoeve van het rijkde provincie andere gemeentenopenbare inrigtingen of bijzondere personen daar te stellennoch het toezigt over dusdanige werken uitoe fenen. Art. 19. Hij mag zonder toestemming van burgemeester en wethouders of den directeurvan gemeentelijk eigendomniets ter leen of in gebruik gevennoch van schrifturen en teekenin gen behoorende in het bureau van de fabricagevoor zich of anderen kopijen maken of doen maken of iets daarvan buiten het bureau onder zijne bewaring hebben. Art. 20. In geval van brand is hij zoo spoedig mogelijk op de plaats des onheils tegenwoordig. Art. 21. Wanneer hij door ziekte of andere wettige redenen verhinderd wordt zijne betrekking waar te nemengeeft hij ter stond daarvan kennis aan den directeur. INSTRUCTIE voor de opzigters der gemeente werken te Leeuwarden. Art. 1. De opzigters der gemeentewerken staan in hunne betrekkingen onder de bevelen van den directeur en den hoofd opzigter der gemeentewerken. Ten aanzien van hunnen meer specialen werkkring volgen zij de voorschriften op, door den directeur, na overleg met burge meester en wethouders te geven. Art. 2. Van elke lastgeving tot uitvoering van gemeentewer ken die zij persoonlijk van burgemeester en wethouders ont vangen geven zij terstond kennis aan den hoofdopzigteren bij diens afwezigheid aan den directeur. Art. 3. Zij zijn belast met de voorbereiding en uitvoering der aanbesteedde en in eigen beheer uit te voeren gemeentewerken alsmede met de voorbereiding van de door de gemeente te ge ven publieke feesten en vermakelijkheden voor zoover die werk zaamheden hun door deu directeur of die hem vervangt worden opgedragen. Art. 4. Zij zijn verantwoordelijk voor de naleving van de bestekken waarvan hun de uitvoering is opgedragen en mogen zoowel bij aanbesteedde als bij in eigen beheer uit te voeren wer ken geen materialen doen verwerken dan die door henden hoofdopzigter of den directeur vooraf zijn goedgekeurd. In geval van overtreding geven zij daarvan onmiddellijk den hoofdopzigter en bij ontstentenis van dezen den directeur kennis. Art. 5. In vereeniging met den hoofdopzigter onderzoeken zij eiken woensdag avond ieder voor zoover hij last heeft gegeven of bekend is met eenige leveranciede registers of rekeningen van de leveranciers of het daarin aangeteekende sluit met de aanteekeningen van de arbeiders of der bonsof de prijzen over eenkomen met de aanbesteedde prijzenof bij niet aanbesteedde leveringen de gemeente niet meer in rekening wordt gebragt dan aan particulierenof de becijfering zonder fouten is en of het geleverde overeenkomt met de behoefte van het werk waarvoor het aangegeven is. Bij goedkeuring moeten de registers en re keningen voor gezien en goedgekeurd onderteekend worden door hen die aan het onderzoek deel namen. Art. 6. Zij zijn den hoofdopzigter behulpzaam in het houden van toezigt over de aan de gemeente behoorende voorwerpen van onderhoud. Wanneer zij daaraan gebreken ontdekkenstellen zij den hoofdopzigter daarmede terstond in kennis en teekenen dit aan in een op het bureau der fabricage aanwezig daarvoor uitslui tend bestemd register. Art. 7. Zij letten op het gedrag en de pligtsbetrachting van alle werklieden der fabricagein de eerste plaats op die welke onder hun onmiddellijk toezigt werkzaam zijn en vervolgens ook op de overigen wanneer zij daartoe in de gelegenheid zijn. Wanneer zij daaromtrent redenen van ontevredenheid vermee- nen te hebbengeven zij wanneer het de onder hun toezigt werkende arbeiders betreftdaarvan terstond kennis aan den hoofdopzigter en wanneer het andere arbeiders aangaataan den opzigter onder wiens toezigt zij werkzaam zijn of bij ontstente nis aan den directeur. Art. 8. Wanneer hunne tegenwoordigheid niet elders ver eischt wordtzijn ze op het bureau der fabricage werkzaam gedurende de uren die hun door den directeur der gemeente werken worden aangewezen. Hunne werktijden worden overigens door den directeur of den hoofdopzigter geregeld naar die welke bij het werk waarbij zij het opzigt hebben worden gevolgd. Art. 9. Zij wonen binnen de gemeente. Art. 10. Zonder toestemming van den directeur mogen zij zich niet buiten de gemeente begeven. Zij behoeven verlof van burgemeester en wethouders om zich voor langer dan drie dagen buiten de gemeente op te houden. Art. 11. Zij mogen geen ander ambt, beroep of nering uit oefenen noch middellijk noch onmiddellijk deel nemen aan pach-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1873 | | pagina 59