Bijlage no. 21,
Bijlage no. 22.
116
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden.
ten leveringen of aanuemingen ten behoeve van de gemeente
tenzij met toestemming van burgemeester en wethouders.
Art. 12. Zij mogen zonder speciale schriftelijke vergunning
van burgemeester en wethouders zich niet belasten met het op
maken van ontwerpenteekeningen bestekkenbegrootingen
van kosten enz. van werken die niet door of van wege de ge
meente worden uitgevoerd.
Het is hun verboden zonder gelijke vergunning toezigt uit te
êefeneu anders dan over gemeentewerken en eigendommen.
Art. 13. Zij mogen zonder toestemming van burgemeester en
wethouders of den directeur, van gemeentelijke eigendommen
niets ter leen of in gebruik gevennoch van schrifturen en tee-
keniügen behoorende in het bureau van de fabricage voor zich
of andere kopijen maken of doen maken of iets daarvan bui
ten het bureau onder hunne bewaring hebben.
Art. 14. Ingeval van brand zijn ze zoo spoedig mogelijk op
de plaats des ouheils tegenwoordig.
Art. 15. Ingeval van ziekte of andere wettige verhindering
vau den hoofdopzigter moeten diens werkzaamheden door een of
meer hunner, volgens regeling van den directeur, worden waar
genomen.
Art. 16. Wanneer zij door ziekte of andere wettige redenen
verhinderd worden hunne betrekking waar te nemen geven zij
terstond daarvan kennis aan den hoofdopzigter. In dat geval
moeten de werkzaamheden van den afwezige door de anderen
volgens regeling van den hoofdopzigter worden waargenomen.
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden.
117
VOORSTEL van da Vorordoning- Commissie tot
aanvulling van do verordening, betreffende de
instandhouding enz. der openbare wegen enz.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
een ontwerp-besluit tot aanvulling van de verordening betref
fende de instandhouding enz. der openbare wegen enz.verge
zeld van eeue memorie ven toelichting.
Leeuwarden, den 24 December 1873.
De Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen
J. BIERUMA OUSTING.
E. AT TE MA Rapporteur.
K. JONG8MA.
A. DUPARC.
J. L. van SLOTERDIJGK.
J. J. BRUIN8MA.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat er noodzakelijkheid bestaat tot aanvulling
der verordening betreflende de instandhouding bruikbaarheid
reinheid vrijheid en veiligheid der openbare wegen enz.tot
de gemeene dienst van allen in de gemeente Leeuwarden be
stemd
Gezien art. 135 der gemeentewet;
Besluit
Na art. 14 te laten volgen een nieuw art. 14a, van dezen inhoud
Het is verboden de straat te schrobbenglazen, aan de open
bare straat gelegen te wasschen of kleeden op de openbare
straat te kloppen of uit te slaan na des middags twaalf uur.
In art. 24, achter de woorden „zijn behoefte te doen", te la
ten volgen de woorden „of zijn water te loozen."
In art. 63, 3e lid, achter het cijfer 14, te laten volgen: 14a.
Dit besluit treedt in werking met
Aldus vastgesteld enz.
MEMORIE van toelichting op het ontwerp-besluit
tot aanvulling der verordeningbetreffende de
instandhoudingbruikbaarheidreinheidvrij
heid en veiligheid der openbare wegen enz., tot
de gemeene dienst van allen in de gemeente
Lo6uwarden bostemd.
Art. 14.
De hierin neCrgelegde bepaling schijnt iu 't algemeen wensche-
lijk. -
Ook in andere plaatsen worden soortgelijke bepalingen aange
troffen.
Wel is waar heeft de raad vroeger (in 1864) een voorstel van
dezelfde strekking verworpenmaar in de laatste jaren zijn zoo
vele klagten vernomen over het misbruik, om op alle uren van
den dag de in het artikel genoemde werkzaamheden te verrig-
t:ndat deze beperkende bepalingnaar men vertrouwtthans
een beter onthaal zal vinden. De tot dus verre bestaande te
groote vrijheid in dit opzigt werkt inderdaad voor het vrije
verkeer laugs de straat dikwijls belemmerend.
Art. 24.
Ten einde eene bekrompen regtspraak te voorkomen of onmo
gelijk te maken, volgens welke het looien van zijn water niet zou
zijn begrepen onder het bij het artikel strafbaar gestelde „doen
van zijne behoefte"moet het artikel met de voorgestelde woorden
worden aangevuld.
Zal men het ten dezen bestaande misbruik voortdurende
in weerwil van het op onderscheidene punten der stad oprigten
van urinoirs, met zoodanige kracht tegengaan als in het al
gemeen belang wordt vereischtdan is het noodighet straf
baar karakter van het feit boven alle bedenking te stellen.
Art. 63.
Deze aanvulling ligt in den aard der zaak en schijnt geene
toelichting te eischen.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
VOORSTEL van do Verordening-Commissie tot
vaststelling eener verordening op het bouwen
en inrigten van woningenzoomede tegen het
bewonen van voor do gezondheid nadeelige wo
ningen.
Wij hebben de eer u bierbij ter vaststelling aan te bieden eene
ontwerp-verordening op het bouwen en inrigten van woningen
zoomede tegen bet bewonen van voor de gezondheid nadeelige
woningen.
De opdragtvan den raad zeiven uitgegaantot het ontwer
pen van eene dergelijke verordening maakt eene toelichting van
de algemeene strekking eigenlijk overbodig. Een korte uiteen
zetting echter van de algemeene beginselenwelke ons hebben
geleid bij het voldoen aan die opdragtwordt door ons niet ge
heel ondienstig geacht.
Ofschoon de opdragt slecht9 spreekt van eene verordening op
het bouwen en inrigten van woningenoordeelden wijmet het
oog vooral op de motievendie burgemeester en wethouders
hebben geleid tot hun, bij missive van den 28 September 1871,
ter zake gedaan voorsteldie opdragt zoo te moeten opvatten
dat er insgelijks bepalingen dienden te worden vastgesteld tegen
het bewonen van voor de gezondheid nadeelige woningen, met
andere woordendatwaar het bewonen van bestaande wonin
gen na naauwkeurig onderzoek mogt blijken nadeelig voor de
gezondheid te zijnde magt dailr zijom ze te doen ontruimen.
Zoo ééne zaak moeijelijkheid van regeling geeftdan is 't on
getwijfeld de onderwerpelijke. Vooral hier is iedere bepaling
in het algemeen belang in zekeren zin eene beperking van den
bijzonderen eigendom en van de individuele vrijheid. Private
schadeveelal eigen aan ieder gebiedend of verbiedend politie-
voorschriftvindt nogtans voor den minder bekrompen beschou
wer vergoeding in het algemeen nut, dat er door wordt gewrocht.
Dit klemt inzonderheid waar sprake is van maatregelen voor
den openbaren gezondheids-toestand. Een wel geordende staat
of haar onderdeel, in casu de gemeente, is ondenkbaar, tenzij
ieder burger van zijn regt van eigendomveel meer nog van
zijne vrijheid zooveel afstaais noodig is om de algemeene ge-
zondheids-politie te handhaven. Aan de regeermagt is de be
voegdheid gelatende mate van dien afstand te bepalen.
\Vij gelooven niet, die mate te ruim te hebben genomen, in
onze eischen te ver te zijn gegaan. Wij verloren geenszins uit
't oogdat het hier een eerste maatregel van dezen aard geldt
dat het hier als ware 't eene proeve is, en dat de ondervinding
later zal moeten aantoonen in hoever de voorgestelde bepalin
gen al dan niet voldoende zijn voor het oogmerk, waartoe zij iu
het leven worden geroepen.
Zonder eeuigzins te willen verkleinen het belang, gelegen in
goede politie-voorschriften ter voorkoming van brandveroorlo
ven wij ons er op te wijzendat in de verordening op dat on
derwerp van 9 Maart 1865 veel strengere bepalingen voorkomen
omtrent de iurigting van gebouwenten einde ze voor brand
gevaar te behoedendan hier in het belang van den openbaren
gezondheidstoestand worden voorgeschreven. In meer aan eene
gemeentewaar eene verordening is vastgesteld op het inrigten
en bouwen van woningenis men zelfs zóóver gegaanvan voor
te schrijven het getal vertrekken dat iedere woning ten minste
moet hebbenhet gebruik dat van kelderszolders en vlie
ringen mag worden gemaakt enz. Ongaarne hadden wij zoover
willen gaan niet alleen dewijl wij niet voorbij zagen de moeije
lijkheid van zoodanig regulatief voorschriftmaar hetonzes
inziens, niet kan opgaan, iemand, die eene woning wil bouwen
en daarbij natuurlijk te rade gaat met de middelenwaarover
hij daartoe kan beschikken verpligtingen op te leggenwier
opvolging voor hem onmogelijk zou zijn. Bovendien echter hangt
veel af van de talrijkheid der bewonersden tijddien zij da-
18
'U