Bijlage no. 4. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeentraad te Leeuwarden1873. 13 VERSLAG van de verordeningscommissiein gevolge art. 177 der gemeentewet, en voor- stol tot het vaststellen eener verordening: a. tot voorkoming, wering en beteugeling van besmettelijke ziektenb. tot wijziging van art. 3 der verordening van politie op het begraven en de begraafplaatsen. De commissie voor de straf verordeningen heeft wederinge volge art. 177 der gemeentewet, onderzocht, aan welke van de plaatselijke verordeningen tegen wier overtreding straf is be dreigd voortdurende kracht is toe te kennen. Voor dat onder zoek heeft zij in de eerste plaats bij de hand genomen hetStaats- blad van het afgeloopen jaar. Daarin vond zij onder no. 134 opge nomen de wet van den 4 December 1872 tot voorziening tegen besmettelijke ziekten welke met 1 Mei 1873 in werkiug treedt. Bij het nagaan dier wet bleek haardat daarbij bijna alles is geregeldwaaromtrent is voorzien bij de verordening tegen de verspreiding van ziektenwaardoor de volksgezondheid wordt bedreigd Gemeenteblad nos. 2 en 16 van 1871). Ofschoon nu, volgens art. 151 der gemeentewet, de bepalin gen der verordening, in wier onderwerp door de wet is voorzien, van regtswege ophouden te gelden schijnt toch eene uitdrukke lijke intrekking der verordening verkieslijk om dan krachtens art. 29 der weteene nieuwe verordening vast te stellenrege lende die punten die in de wet niet zijn opgenomen. Op de zelfde wijze is ook vroeger herhaaldelijk in soortgelijke gevallen te werk te gaan. Gevoegelijk zou dit kunnen geschieden tegelijk met debij art. 9 der wetvoorgeschreven vaststelling der verordening op het vervoer van lijders aan eene besmettelijke ziekte naar een ziekenhuis of naar hunne woning. De aangehaalde wet, die ten aanzien van mazelen zelfs ver der gaat dan bij de verordening (artt. 3 en 8) geschiedde, spreekt niet van kinkhoestwaaromtrent in die artikelen gelijke voor schriften als ten aanzien van mazelen voorkomen. Dat het niet zoo geheel onjuist was gezien bij de verordening kinkhoest op eene lijn te stellen met mazelen heelt het jaar 1872 nader aan getoond. In dat jaar toch stierven te Leeuwarden aan kinkhoest 52 personentegen 41 aan paazelen. Voor de geheele provincie was de verhouding nog ongunstiger, er stierven in 1872 aan kinkhoest 384, aan mazelen 185. De commissie oordeelde het mitsdien wenschelijk, de bestaande bepalingen ten aanzien van kinkhoest te handhaven. Weliswaar kan de wet, volgens de tweede al. van haar art. 1, bij een al- gemeenen maatregel van inwendig bestuur ook op andere ziek ten voor een bepaalden tijd in aan te wijzen gemeenten in dee- len van het rijk of het geheele rijk van toepassing worden ver klaard doch de geschiedenis van die alinea leertdat bij hare vaststelling wel is gedacht aan dysenterie, gele koorts en pest, doch met geen enkel woord is gesproken van kinkhoest. Voor en aleer bovendien deswege een algemeene maatregel van in wendig bestuur werd1 uitgevaardigd, zou de ziekte waarschijnlijk min of meer een epidemisch karakter hebben moeten aannemen maar dan ware de maatregel voor zeer velen reeds te laat gekomen. Blijft men intusschen het oog gevestigd houden op de medege deelde cijfersdan schijnt het inderdaad zeer wenschelijk om ook ten aanzien van kinkhoekst eenige maatregelen van voor zorg te nemen. In de tweede plaats zou van de bestaande verordening kunnen behouden blijven het verbod van schoolbezoek door kinderen aangetast door hoofdzeer of andere huidziekten. Het wensche- lijke van dit verbod dat ook reeds vóór de tegenwoordige ver ordening jaren lang bestond schijnt wel geen nader betoog te vereischen. In de memorie van antwoord op het voorloopig ver- Bi j voegsel, beiloorende BIJ de leeuwarder courant. slag over het wetsontwerp in de zitting der tweede kamer van 187172 ingediend, werd zelfs uitdrukkelijk op dit punt gewe zen. Het vervoer van lijders aan eene besmettelijke ziektewaarop boven is gewezenwas reeds voorzien bij art. 10 der tegenwoor dige verordening. Met eene kleine wijziging van redactiezou dat art. kunnen worden gevolgd. Behalve de meergenoemde verordening zal ook de verordening van politie op het begraven enz. in haar art. 3 eenige wijziging moeten ondergaandewijl in het daarbij geregelde ook min of meer is voorzien bij art. 13 der wet. Hieraan is op eenvoudige wijze tegemoet te komen door middel van den gewonen aan hef Onverminderd het bepaalde enz. Den uitslag harer overwegingen heeft de commissie de eer u in de bijgaande twee ontwerpen aan te bieden. Tot toelichting van de onderdeden der verordening sub a moge nog het volgende dienen Art. 1. Daar de kinkhoest schier bij uitzondering heerscht onder kin deren is het voldoende voorgekomende verpligting tot aan gifte alleen vast te stellen daarwaar schoolgaande kinderen zich in het gezin bevinden. Grootendeels toch wordt deze ziekte door de scholen overgeplant. Art. 3. Het laatste lid stemt overeen met hetgeen de wet in het le lid van art. 14 voor andere ziekten bepaalt. Art. 9. Het laatste lid schijnt noodigom uitdrukkelijk te doen uit komen dat de ouders of voogden strafbaar zijn. In gelijken zin is bij art. 30 der wet gehandeld. In andere opzigten is der commissie niets voorgekomen dat aan de Leeuwarder strafverordeningen kracht heeft ontnomen. Leeuwarden, 10 April 1873. De Commissie voornoemd J. BIERUMA OOST1NG. E. JONG8MA. E. ATTEMA. J. L. van 8LOTERDIJCK. J. J. BRUINSMA. A. DUPARCRapporteur. A. VERORDENING tot voorkoming, wering en beteugeling van besmettelijke ziekten. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat met de inwerkingtreding op den 1 Mei 1873 der wet van den 4 December 1872 Staatsblad no. 134) tot voorziening tegen besmettelijke ziekten de meeste bepalingen dei- verordening tegen de verspreiding van ziekteBwaardoor de volksgezondheid wordt bedreigdvastgesteld den 30 Maart 1S71 gewijzigd den 23 November daaraanvolgendekrachtens het be paalde bij art. 151 der gemeentewet, zullen ophouden tegelden; Gelet voorts op het le lid van art. 9 en op art. 29 der eerst genoemde wet Mede gelet op art. 135 der gemeentewet Heeft besloten gelijk hij besluit bij deze Vast to stellen de volgende VERORDENING tot voorkomingwering en beteugeling van be smettelijke ziekten. Art. 1. Indien zich in een woning, vaartuig of ander verblijf, waarin zich schoolgaande kinderen bevinden de kinkhoest openbaart moet daarvan binnen 24 uren nadat de geneeskundige, die in het gezin practiseertdit heeft verklaard, worden kennis gege ven aan burgemeester en wethouders. Voor het nakomen dezer verpligting is verantwoordelijk het hoofd des gezins of die hem vervangt. 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1873 | | pagina 7