Bijlage no. 4.
4
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1874.
wethouders, die van hun besluit tot schorsing in de eerstvolgende
vergadering van den raad mededeeling doen.
Ontslag uit zijne betrekkinghetzij al of niet op eigen verzoek,
wordt den marktmeester verleend door den raad.
Art. 3.
Voor de invordering der veemarktgelden en weegloonen wor
den twee of meer gaarders door burgemeester en wethouders
aangestelddie ook door dat collegie kunnen worden geschorst
en ontslagen.
Art. 4.
De jaarlijk8che bezoldiging bedraagt
a. van den marktmeester 400
b. van de gaarders ieder van f 150f 200.
Art. 5.
De administratie en verantwoordelijkheidzoomede de werk
kring van den marktmeester en van de gaardersworden om
schreven in hunne instructiën.
De vaststelling dier instructiën geschiedt:
voor den marktmeester door din raad
voor de gaarders door burgemeester en wethouders.
Art. 6.
Alvorens hunne betrekking te aanvaardenwordt door den
marktmeester en door de gaarders den bij hunne instructiën voorge
schreven eed in banden van burgemeester en wethouders afgelegd.
MEMORIE VAN TOELICHTING bij de ontwerp
verordening, regelende den ranghet getal
de bezoldiging en de wijze van benoeming
der ambtenaren en bediendenbelast met
het toezigt op en de regeling van het ge
bruik der veemarkt te Leeuwardenzoo
mede met de inning der regten en loonen
op die markt geheven wordende.
Bij het ontwerpen in 1872 eener nieuwe regeling der regten,
te heffen voor het gebruik van de veemarkt en van de daarop
te plaatsen weegtoestellenin verband met den voorgenomen
aanleg eener nieuwe veemarktplaatsstelden wij ons voor, dat,
zoo voor de regeling van het gebruik der veemarkt als voor de
inning der marktgelden en weegloonen, zouden worden vereischt
een marktmeester een ontvanger en twee opzigters.
Nu evenwel de nieuwe veemarktplaats nagenoeg gereed is en be
ter kan worden beoordeeld aan welk personeel behoefte zal bestaan,
achten wij de aanstelling van een marktmeester en van twee
gaarders der regten en loonen voorloopig voldoende, omdat naar
ons oordeel de marktmeester kan worden belast met de regeling van
het gebruik der veemarktten opzigte der plaatsing van liet vee
en tevens met het toezigt op de inning der marktgelden en weeg
loonen terwijl de beide gaarderselk bij een der toegangen
naar de veemarkt geplaatst, met de inning der marktgelden kun
nen worden belast.
Wel ODtbreekt er dan gedurende den tijd dat de beide gaar
der* zich bij de toegangen bevindeniemand bij de weegtoestel
len doch hieraan kan worden tegemoet gekomen door de be
noeming van een derden gaarderzoodra zal blijken dat daaraan
behoefte bestaat.
Na het bovenstaande zullen de artikelen 1 2 en 8 van bijge
voegde ontwerp verordening geene bijzondere toelichting behoeven.
De bezoldigingen, in art. 4 opgenomen, worden voor de aange
wezen beambten voldoende en in billijke verhouding geacht tot
de door hen te presteren dienstenaangezien zij gedurende een
groot gedeelte des jaars slechts één dag per week en hoogstens
een viertal maanden niet meer dan twee dagen per week werk
zaam behoeven te zijn. Intusschen ligt het in den aard der zaak,
dat, zoowel wegens het aangevoerde vee als ter zake de inge
vorderde regten eü loonen, administratie moet worden gevoerd
waarmede wij den marktmeester willen hebben belast onder
verantwoordelijkheid vaa dezen voor de rigtige storting ten kan
tore van den gemeente ontvangervan de ontvangen marktgelden
en weegloonen. Uit dien hoofde is voor den marktmeester eene
hoogere bezoldiging voorgedragen.
De artikelen 5 en 6 bevatten bepalingen, waaromtrent geene
toelichting wordt vereischt.
INSTRUCTIE voor den marktmeester der vee
markt te Leeuwarden.
Art. 1.
De marktmeester waakt voor de behoorlijke orde op de vee
markt.
Hij is gedurende elke markt, gewone of buitengewone, alsmede
één uur vóór den aanvang en één uur na het eindigen van de
markt, op de marktplaats aanwezig.
Art. 2.
Hij zorgtdat de markt op de daarvoor bij de verordening
op de veemarkt vastgestelde tijden geopend en gesloten wordt
en bevordert het luiden van den marktbengel op de daarvoor
bepaalde tijdstippen.
Art. 3.
Hij zorgtdat het veeovereenkomstig hem te geven voor
schriften op de markt wordt geplaatst en dat de passage langs
de markt vrij en ongehinderd blijft.
Art. 4.
Hij waaktdat geen aau besmettelijke ziekte lijdend of daarvan
verdacht vee ter markt wordt toegelaten.
Bij ontdekking van zoodanig vée geeft hij hiervan onverwijld
kennis aan den gemeente-veearts.
Hij is bevoegdhet van ziekte verdacht veein afwachting
dat daaromtrent door den veearts zal zijn beslistvan de markt
plaats te verwijderen.
Art. 5.
Hij waakt voor de naleving der verordening op de veemarkt
en ziet toedat op de marktplaats worde in acht genomen het
bepaalde bij art. 61 der verordening van 27 September 1860,
betreffende de instandhouding vrijheid veiligheid enz. der open
bare wegen enz. in de gemeente Leeuwarden waarbij het ver
boden ispaarden of ander vee te jagen of op eenige andere
wijze opzettelijk te verontrusten en alle andere dieren te mis
handelen en opzettelijk te kwellen. Bij overtreding daarvan
maakt hij terstond proces-verbaal op en zendt hij dit aan den
commissaris van politie.
Art. 6.
Hij is verpligt zorg te dragen dat bij den aanvang van de
markt de verschuldigde marktgelden worden voldaan.
De inning daarvan is aan hem opgedragen. Hij wordt daarin
bijgestaan door eén of meer personen daartoe door burgemeester
en wethouders te benoemen.
Art. 7.
Hij heeft het toezigt op de weegtoestellen en zorgt voor de
inning van het verschuldigde weegloon.
De weging van het vee geschiedt in zijne tegenwoordigheid.
Hij ziet toe, dat dit met naauwkeurigheid worde verrigt.
Art. 8.
Hij houdt van de ontvangen markt- en weeggelden aanteeke-
ning in daartoe van wege de gemeente aan hem te verstrekken
registers. Het bedrag der ontvangsten stort hij eiken Zaturdag
bij den gemeente-ontvanger.
Art. 9.
Hij neemt zijne betrekking persoonlijk waar.
Bij verhindering geeft hij daarvan terstond kennis aan burge
meester en wethouders, die des noodig tijdelijk in de dienst
voorzien.
Art. 10.
Hij mag niet zijn kooper of verkooper van veezoo min voor
eigene als voor eens anders rekeningen geene bemoeijingen
hebben met de verzorging, voeding, stalling of eenige andere
bezorging van het ter markt aangevoerde vee, Hij mag zich
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1874.
deswege noch direct noch indirect met eenige pacht of andere
verbindtenis inlaten.
Art. 11.
Het is hem verboden, voor liet geven van inlichtingen, bewe
zen diensten of verrigte werkzaamheden in zijne betrekking
van iemand eenige gift aau te nemen.
Art 12.
Alvorens zijne betrekking te aanvaarden legt hij in handen
van burgemeester en wethouders den volgenden eed of belofte af
//Ik zweer (beloof)dat ik de pligten door de bestaande of
later vast te stellen verordening of instructiën aan mijne betrek
king van inarkmeester van de veemarkt te Leeuwarden verbon
den eerlijk en getrouw zal vervullen. Zoo waarlijk helpe mij
God alraagtig (dat beloof ik)
Art. 13.
De raad behoudt zich voordeze instructie te veranderen en
aan te vullenzoodanig als hij geraden zal oordeelen.
Aldus enz.
De raedscommissie voor het ontwerpen van strafverordeningen
heeft de eer u hierbij ter vaststelling aan te bieden het ontwerp
van eene verordening, regelende het gebruik en de politie van
de veemarkt te Leeuwarden.
Door burgemeester en wethouders tot het overwegen en vast
stellen van zondanig ontwerp uitgenoodigd meent zij tot toe
lichting met de volgende opmerkingen te kunnen volstaan
De ingebruikstelling van de nieuwe veemarktplaats, welke
aaustaaude mag worden geacht, maakt eene regeling van het
gebruik van die markt noodzakelijk.
Hierin wordt door de artt. 24—27 van de verordening op de
marktpolitie van 27 September 1860 niet voldoende voorzien.
Trouwenseen naauwkeurig toezigt op het ter markt gebragte
veeeene beperking van den openbaren veehandel tot het ter
rein van de eigenlijk gezegde veemarkt en de handhaving van
de noodige orde bij het aau- en afvoeren van het veewaren
bij den beperkten omvang en de minder doeltreffende inrigting
van het nu nog als veemarkt gebruikte terrein niet wel mogelijk.
En toch zijn dit bij den allengs toegenomi n omvang van den
veehandel wezenlijke vereischten gewordenwaarop bij de in
rigting van de nieuwe veemarktplaats gelet is en waaraan deze
alzoo mag worden geacht te voldoen. Om deze reden hebben
wij dan ook gemeend in art. 14 de strafbepalingen te dezen op-
zigte van de verordening van 27 September 1860 te moeten ver
scherpen.
De intrekking eindelijk van de genoemde artikelen der nu
geldende verordening op de marktpolitie is een noodzakelijk
gevolg van de vaststelling der thans voorgedragen bepalingen.
Ten slotte kan de commissie nog vermelden dat de kamer
van koophandel en fabrieken te Leeuwardenaan wie zij dit
ontwerp ter beoordeeling toezond, bij schrijven van 13Februarij
1874 no. 1087 haar heeft medegedeeld, daartegen geene op-
of aanmerkingen te hebben.
Leeuwarden 16 Februarij 1874.
De Raadscommissie voor het ontwerpei van
strafverordeningen
.1. B1ERUMA OOSTING. E. ATTEMA.
A. DUPAKC. .1. L. van 8LOTERDIJCK.
J. J. BRUINSMA. E. JONGSMA.
ONTWERP-VERORDENING, regelende het ge
bruik en de politie van de veemarkt te
te Leeuwarden.
Art. 1.
Geen handel met openbare tentoonstelling van het te verkoo-
peu veemag binnen de gemeente Leeuwarden worden gedre
ven op aodere plaatsen dan op de daarvoor bestemde marktplaats.
Het vee, dat op marktdagen binnen deze gemeente op andere
publieke plaateen dan de genoemde marktplaats wordt gevonden
zonder dat het blijkt dat het af- of aangevoerd wordtwordt
gerekend op onwettige plaats in veiling te zijn.
Art. 2.
Onverminderd het bepaalde bij artikel 22 der verordening op
de marktpolitie van den 27 September 1860 wordt de veemarkt
gehouden eiken Vrijdag: in de maanden April tot en met No
vember van 's morgens 7 tot 's namiddags 3 uuren in de overige
maanden van 's morgens 8 tot 's namiddags 2 uur.
De Donderdagsche voormarkt van vee wordt geopend 's voor
middags te 10 uur en gesloten 's namiddags te 4 uur.
Art. 3.
De paardenmarkten worden op de veemarkt gehouden van
'8 morgens 8 tot 's namiddags 6 uur, op de daarvoor bij besluiten
vau 21 Maart 1836 14 Februarij 1856 en 12 Februarij 1857 be
paalde dagenals
a. de eerste voorjaarspaardenmarkt op den derden Dingsdag
vóór Paaschen
b. de tweede voorjaarspaardenmarkt op den eersten Dingsdag
in de maand Mei
c. de najaarspaardenmarkt op den tweeden Donderdag na de
paardenmarkt te Norg.
Art. 4.
Het veevoor de veemarkt bestemd mag slechts worden bin
nengeleid door de daarvoor uitsluitend bestemde ingangen.
Art. 5.
Bij het ter markt komen worden de plaatsen voor het vee
door den marktmeester aangewezen.
Ieder is gehoudenzich daaraan te onderwerpen.
Bij weigering of nalatigheid om aan die aanwijzing onmiddel
lijk gevolg te gevenwordt het vee van de marktplaats verwij
derd onverminderd de straf, tegen deze overtreding bepaald.
Art. 6.
Het is verboden, eenig vee op de marktplaats aan andere voor
werpen vast te binden dan aan de daarvoor bestemde ijzeren
stangen of ringen.
Art. 7.
De verschuldigde marktgelden worden door de eigenaars of
geleiders van het vee betaald aan den daarvoor aangewezen
ambtenaar of aan den marktmeestervóór dat het vee ter markt
wordt toegelaten.
Het vee, dat zonder betaling van het verschuldigde marktgeld
ter markt is gebragt, wordt onmiddellijk van de marktplaats ver
wijderd, onverminderd de straf, tegen deze overtreding bepaald.
Art. S.
Het is verboden vee, aan eene besmettelijke ziekte lijdende of
daarvan verdacht, ter markt te brengen.
Als besmettelijke ziekten worden aangemerkt
voor runderen
de veepest (veetyphus)
longziekte
w de tongblaar
het klaauwzeer
voor paarden
de kwade droes
u huidworm
verdachte of steendroes
schurft
voor schapen:
de veepest
u pokken
w schurft
het mond en klaauwzeer
voor varkens
de schurft
varkensziekte