104
Gemeenteraad te Leeuwarden. Memorie van toelichting.
BEGROOTING 1875.
a
00
<u=i
O
O
a
t>c
g
Sommen
over 1874
Voorgedragen
r£3 i toegestaan,
sommen.
UITGAVEN.
183'VII II
1841 1
185
186
187
188 j
5
2,550—
2,550—
6
- 1,420—
- 1,420—
7
700—
- 760—
8
325—
- 325—
9
650—
- 650—
10
- 3,545—
- 2,525—
Transport 20,520.Transport 22,780.'
Gemeenteschool no. 7, hoofdon- 1875 1874
derwjjzer: jaarwedde ƒ1,000.f 1,000
toelage voor woninghuur - 250.- 250.
hulponderwijzers en onderwijze
ressen- 2,000.—3,250.—- 800—ƒ2,050—
Gemeenteschool no. 8, hoofdon
derwijzer: jaarwedde ƒ1,000.ƒ1,000.
hulponderwijzers en onderwijze
ressen-2,350.—3,350.-- 1,400—2,400—
Gemeenteschool no. 9, hoofdon
derwijzer: jaarwedde .ƒ1,000.ƒ1,000.
hulponderwijzers- 3,690.4,690.2,550.3,550.
Gemeenteschool no. 10, hoofd
onderwijzer: jaarwedde .ƒ1,100.ƒ1,100.
toelage voor woninghuur - 250.- 250.
1 hulponderwijzers en onderwijze
ressen-4,660.—6,010.-- 3,325—4,675—
Ie bewaarschool, hoofdonderwij-
j zeres jaarwedde
hulponderwjjzeressen
2e bewaarschool, hoofdonderwij
zeres jaarwedde
1 hulponderwjjzeressen
armeubewaarschool, hoofdonder-
wjjzer: jaarwedde
toelage voor woninghuur
hulponderwjjzeressen
i Zamen
600.— 600—
- 700.-/1,300.-- 600—ƒ1,200—
500—
'- 400.-/
1,000—
- 250.
900.
500.
350.-
850-
ƒ1,000—
- 250—
900.—2,150.—- 650.-/1,900—
ƒ51,170—
ƒ39,405-
De bij nevens vermelde artikelen bedoelde kosten ten behoeve van het
met uitzondering van de kosten voor licht. Deze zijn. op 60.minder
begroot omdat, ofschoon voor de scholen no. 4 en 7 iets meer benoodigd
zal zjjnde raming kon worden verlaagd voor de school no. 2tengevolge
der opheffing van den avond-cursus en voor de school no. 3in verband
Imet de vroegere te hooge raming.
Op dit artikel wordt 10,20.meer uitgetrokken dan ten vorigen jare
ten einde te kunnen voorzien
1°. in hetgeen voor schoonhouden der nieuwe schoolgebouwen in de
Schoolstraat en op Oldegalileën meer moet worden besteed dan voor schoon-
houden der ten behoeve van dezelfde scholen'tot dusverre bestemde gebouwen
werd gevorderd.
2°. in de uitgaaf vereischt voor het doen van eenige vertimmering en
Gemeenteraad te Leeuwarden. Memorie van toelichting.
105
BEGROOTING 1875.
Sommen
-3
1874
Voorgedragen
S
toegestaan.
189 VII
190 i
191
192
193
194
195
196
197
198
199
UITGAVEN.
II
III
IV
11 J
12
13
2
3
4
1
100—
450—
2,100.— - 2,050—
van verfwerken aan sommige schoolgebouwen en onderwijzerswoningen
o. a. aan de woning bjj de gemeenteschool no. 2 aan de scholen no. 5, 6, 8 en 9.
Onder de geraamde som is mede begrepen een bedrag voor onderhoud
van het eerlang te ontruimen schoolgebouw op Oldegalileën en van het
reeds ontruimde schoolgebouw in de Speelmanstvaat, omdat, hoewel deze
gebouwen in 1875 aan de tegenwoordige of vroegere bestemming zullen
zjjn onttrokken ze in dat jaar welligt eene andere bestemming zullen erlangen
en zulks het beschikbaar stellen eener som voor onderhoudskosten wen-
scheljjk maakt. In ieder geval is de onderwijzerswoning bij de school in
de Speelmanstraat nog voortdurend in gebruikzoodat voor het onderhoud
van deze het verm oede lijk vereischt bedrag op de begrooting dient te worden
uitgetrokken.
100.Vaste toelage bjj de betrekkelijke verordening bepaald.
400.Door de plaatselijke schoolcommissie is bij hare jaarljjksche opgave van
kosten voor het onderwjjs, het dienstjaar 1875 betreffendevoorgesteld om
de toelage voor hare kosten, thans400.bedragende, met /50.te
verlioogen. Een gelijk voorstelten vorigen jare gedaanis toen onze
aandacht ontsnapt.
Bjj ons collegie bestaat geen bezwaar het voorstel van genoemde commissie
te ondersteunen, zoodat dienovereenkomstig, eene hoogcre toelage op de Jbe-
grooting voor 1875 is aangebragt. Een voorstel tot wjjziging der betrek
kelijke verordening zal inmiddels den raad worden aangeboden.
De kosten der gymnastiekschool zijn voor* 1875 iets hooger geraamd dan
over de beide voorgaande jaren, met het oog op de uitgaaf over 1873,
waaruit is gebleken dat voor schoonhouden" van het lokaal en de toestellen
meer moet worden besteed dan waarop was gerekend.
Op nevensvermelde artikelen worden gelijke sommen in nitgaaf gesteld
ten vorigen jareen zulks wat art. 1 betreftten einde de noodige
fondsen beschikbaar te hebben voor de kosten van onderhoud van het
i exercitieveld enz.waarvoor in 1873 niets werd uitgegeven. Op art. 2 is
in dat jaar verantwoord 86.16', terwijl art. 3 eene uitgaaf vorderde van
257.15, echter tengevolge van omstandigheden waarop telkenjare niet kan
worden gerekend.
3,962.Het uitgetrokken cjjfer is op de door den schuttersraad ingezonden be
grooting van kosten voor 1875 voorgedragen en dien tengevolge op de ge-
meentebegrooting aangebragt.
25.De raming voor art. 2 dezer afd. is met 25,— verhoogd, in verband
20,met de uitgaaf over 1873 die f 40,09 heeft beloopen, en omdat die meer-
50.dere uitgaaf hoogst waarschijnlijk ook in het vervolg zal worden vereischt,
dewjjl ze is voortgevloeid uit maatregelen, genomen ter opsporing van schut-
terpligtigen en om voor de dienst aangewezen schutters van hunne verplig-
tingen in kennis te stellen.
300.- 200.—I Over 1873 is wegens dit art. betaald ƒ164.411. Deze uitgaaf, geheel
afhankelijk van het bedrag der ontheffing verleend wordende op ten kohiere
gebragt aanslagenis niet met eenige juistheid te. ramen. Daarom wordt
voor 1875 eene som uitgetrokken nagenoeg gelijk aan de uitgaaf over het
laatst afgeloopen dienstjaar.
100.
100.
200.— -
4,074.—:
50.— -
20.
50.— -
100—
100.
200
ine
.- Jf
I