106
Gemeenteraad te Leeuwarden. Memorie van toelichting.
BEGROOTING 1875.
1 -33 Voorgedragen
Sommen
over 1874
toegestaan.
200 VII
201
202
203 1
204|
205
VIII
UITGAVEN.
4
5
VI I 1
I I 1
300.— - 300.—
1,358.90
1,600.
6,600.
47,115.
- 1,179.
- 1,300,
65
|- 6.600.
43,825.
f 500.f 400.Ook voor dezen post is de uitgaaf afhankelijk van het bedrag der ont
heffingen, verleend wordende van ten kohiere gebragte aanslagen. Over
1873 werd gevorderd een bedrag van ƒ398.845.
Met het oog op dit cijfer geeft de vermeerdering van totaal der ten ko
hiere gebragte aanslagen aanleiding om voor 1875 een hooger bedrag in
uitgaaf te stellen.
Van de som die op dit artikel telken jare tot gelijk bedrag wordt beschik
baar gesteldwordt doorgaande weinig gebruik gemaaktomdat de belasting
schuldigen, die eenige aanspraak kunnen maken op ontheffing van gedeelten
der ten hunnen laste gebragte aanslagen, in den regel de voldoening van
die gedeelten achterwege laten en daardoor bij 't toekennen van ontheffing
geene terruggaaf behoeft plaats te vinden.
Ten aanzien van de som op dezen post aangebragt wordt verwezen naar
de toelichting op hoofdstuk IV art. 5 der inkomsten.
Wegens aandeel in de kwade posten ter zake het gedeelte der op
brengst van de personeele belasting, had de gemeente over 1873 uit te
keeren een bedrag van 1531.56'.
In verband met hetgeen bij art. 2 dezer afdeeling is vermeld, wordt het
raadzaam geacht deswege voor 1875 1,600.— beschikbaar te stellen.
Vaste jaarlijksehe uitkeering, waaromtrent niets valt op te merken.
Het bedrag der renten der van ten behoeve der gemeente aangegane geldle
ningen over 1875 te betalen, bedraagt ruim ,'3,000.meer dan het cijfer des
wege voor 1874 geraamd, omdat bij dit laatste moet gerekend worden de rente
der leening ten behoeve van de dienst 1874 aan te gaan, welligt tot een
bedrag van 56,000.benevens de rente, over een gedeelte des jaars ,van
de leening die ter voorziening in de behoeften van de dienst 1875 zal
moeten worden aangegaan tot een bedrag van 70,000. -.
Daarentegen kan het rentebedrag worden verminderd met ƒ610.— wegens
met 1" Januarij 1875 af te lossen obligation.
Over 1875 zal alzoo rente moeten worden betaald van de volgende lee
ningen
1853, groot ƒ147,000.—, a 4%, na aflossing in 1874 van
ƒ2,000.bedragende ƒ107,000.4,280.
1856, groot 110,000.— a 4'/J°/0, na aflossing in 1874 van
1,000. bedragende ƒ82,000.- 3,690.
1859, groot 78,000.— a 5%, na aflossing in 1874, van
ƒ3,000.bedragende ƒ11,000.
1862, groot ƒ84,000.— a 4/3%na aflossing in 1874 van
ƒ2,000.bedragende 64,000.- 2,880.
1863, groot 64,000.— a 4na aflossing in 1874 van
ƒ1,000.bedragende 57,000.- 2,565.
I 1864, groot 25,000.—,* a 5%, na aflossing in 1874 van
ƒ1000.bedragende 15,000.- 750.
1865, groot 117,000.— a 5%, na aflossing in 1874 van
1,000.bedragende 106,000.—- 5,300.
1868, groot ƒ75,000.— a 5%, waarvan de aflossing aanvangt
met 1875 - 3.750.—
Transportere ƒ23,765.
Gemeenteraad te Leeuwarden. Memorie van toelichting bij de ontwerp-gemeentebegrooting, voorde dienst 1875. 107
BEGROOTING 1875.
O
c
tL
c" Voorgedragen
'Ü5 r-
o
o
o
a
o -P
2c1 Sommen.
5 I 1
Sommen
over 1874
toegestaan.
UITGAVEN.
206
Vin I 2 1 10,950,
207
208
- 14,000.-
- 13,000.
6,000. -
5,000.-
ƒ10,900.—
Transport ƒ23,765.
1869, grooi 53,000.a 5%, waarvan de aflossing aanvangt
met 1876 - 2,650.
1871 le serie ad ƒ34,000.— naar 5n„, voor de verbetering
van het aschland, na aflossing in 1873 van J 2,000.be
dragende ƒ30,000.- 1,500.-
1871, groot ƒ46,000.naar 5'! waarvan de aflossing aan
vangt met 1878 - 2,300.
1872, groot ƒ60,000.naar 5' waarvan de aflossing aan
vangt met 1879 - 3,000.-
1873, groot 200,000.naar 5°0, waarvan de aflossing aan
vangt met 1876 - 10,000.-
1874, groot ƒ56,000.naar 5U„ aan te gaan- 2,800.
Vermoedelijk bedrag der over 1875 te betalen rente van de
geldleening onder de inkomsten dienst 1875 opgenomen - 1,100.-
Zamen ƒ47,115.-
Het bedrag der leeningen ten behoeve der gasfabriek aangegaan,
bedroeg bij den aanvang van 1874 de som van - 201,000.-
die in den loop van dat jaar, door opname eener serie ten
behoeve van de dienst 1873, is vermeerderd met - 17,000.-
Maakt 218.000.—
Van dit bedrag wordt met 1" Jannarij 1875 afgelost. - 5,000.
Blijft 213,000.—
Daarentegen moet voor de dienst 1875 worden gerekend op de
betaling der rente van de som die op de begrooting voor 1874
onder de inkomsten als geldleening voor de gasfabriek is opge
nomen, ad- 6,000.
Zamen.ƒ219,000.
Van dit bedrag beloopt de rente naar 5% ƒ10,950.—.
Wegens aflossing van schuld wordt voor 1875 1,000.meer uitgetrok
ken uithoofde volgens het plan der leening, in 1868 aangegaan, met het
volgend jaar op die leening 1,000.moet worden afgelost, en daardoor
het totaal der verpligte aflossing zal bedragen ƒ10,000.terwijl het even
als ten vorigen jare raadzaam is geacht ter aflossing op de leeningenin
1853, 1856 en 1863 aangegaan, weder een bedrag van 4,000.beschik
baar te stellen.
Van de geldleeningen ten behoeve der gemeentelijke gasfabriek aange-
gegaan moet volgens de bepalingen der plans van leening jaarlijks 5,000.
worden afgelost.
Het verschil tusschen de inkomsten en uitgaven wegens de gasfabriek
in de gemeente-begrooting voor 1875 opgenomen, laat echter de aflossing
toe van 6,000.— waarom dat bedrag ten bedoelden einde in uitgaaf wordt
gesteld.
Bijvoegsel behoorenle bij le Leeuwarder Courant.
19