Bijlage no. 9. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden. 13 VERSLAG van de commissie van rapporteurs uit de sectiën betreffende het voorstel tot nadero regeling van het gewoon en moer uitgebreid lager onderwijs en tot verhooging van sommige schoolgelden. Het voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere rege ling van het gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs en tot verhooging van sommige schoolgelden heeft zoowel in de sectiën als bij uwe commissie van rapporteurs tot eene levendige ge- dachtenwisseling aanleiding gegeven. In één der sectién werd de opmerking gemaakt, dat bij de behandeling in den raad van het voorstel van een der leden om de onderwerpelijke zaak in de sectiën te doen onderzoeken door een der wethouders wel was gesproken van de eenstem migheid in dezen óók met het schooltoezigtdoch men zou onder de stukken dan ook gaarne hebben gevonden een schriftelijk advies van den schoolopzienerwien6 gevoelenvolgens de toe lichting met betrekking tot de reorganisatie der school voor ge woon en meer uitgebreid lager onderwijsop een paar punten van het voorstel van burgemeester en wethouders aanmerkelijk afwijkt. Wat het rapport der plaatselijke schoolcommissie be treft zoo hadden enkele leden dit wel eenigzins vollediger ge- wenscht met het oog op de belangrijke organisatiedie het hier geldt. Een lid in dezelfde sectie wees er op dat in de laatste jaren bij den raad niet ter tafel was gebragt het beredeneerd verslag van de plaatselijke schoolcommissie omtrent den toestand van het onderwijs in de gemeente, dat zij, ingevolge art. 64 der wet op het lager onderwijs, gehouden is jaarlijks vóór den 1 Maart aan den gemeenteraad te doen. Ware dit verslag bij .den raad bekend geweest, 't zou, naar dat lid meendewelligt in menig opzigt óók hebben kunnen strekkenommet betrekking tot den toestand der school voor gewoon en rneer uitgebreid lager onderwijsen zoo tevens bij de behandeling van het deswege thans aanhangig gemaakt voor stel te beter een oordeel te kunnen vellen. De voorgestelde reorganisatie zelve der school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs onder toevoeging van meer hulppersoneelvond intusschen vrij algemeen bijval. In een der sectiën werd de vraag echter besproken of het doeldat men zich voorsteltnamelijk de aansluiting van het lager aan het middelbaar onderwijsnevens eene juiste regeling van het meer uitgebreid lager onderwijsook beter ware te verkrijgen door de oprigtiüg van twee leerinrigtiDgen. Men begreep even weldat, althans voor het tegenwoordige, aan die splitsiog, welke voor de gemeente groote kosten zou na zich slepengeen behoefte bestaat. Intusschen werd met klem daarop gewezendat de hoofd onderwijzer dezer school zich niet uitsluitend behoort te bewegen in de hoogste klassemaar meer als directeur der geheele in- rigting moet optreden opdat hij in alle klassen hei onderrigt leide en contrólere, gelijk dit ook in art. 6 der verordening is voorgeschreven. Versterking van het hulppersoneel zal daartoe gereede aanleiding kunnen geven. Brengt de tegenwoordige regeling op de school mede, dat de hoofdonderwijzer zich hoofd zakelijk met de hoogste klasse bemoeiten kunnen welligt daar aan voor een deel worden geweten de klagtenwelke nu en dan worden vernomen over gebrek aan orde en tuchtin éón woord, over den gang van het onderwijs in de lagere klassen te dien opzigte werd een belangrijk feit geconstateerddat inder daad hoogst storend moet zijn voor het onderwijs in die klasseD. Is de commissie toch wel ingelichtdan worden ten allen tijde nieuwe leerlingen op de school aangenomenin strijd met het le lid van art. 8 der verordening, dat de toelating vaststelt vier Bijvoegsel, behoorfnde bij de Leeuwarder Courant. malen 'sjaars, n 1. 1 Februarij 1 Mei, 1 Augustus cn 1 Novem berwaarop bij het laatste lid alleen uitzondering wordt ge maakt ten behoeve van kinderendie van elders in deze ge meente komen wonen. Tot deze uitzondering blijft men zich echter niet bepalen. Hoe verderfelijk dit gedurig toelaten van kinderen op den gang van het onderwijs moet werken behoeft naauwlijks te worden gezegd. Van belang is het daarom dat aan dezen onwettigen toestand een einde worde gemaakt en burgemeester en wethouders zorgen dat in het vervolg de toe lating van leerlingen weder geschiede, in overeenstemming met de verordening. Aan de gewensehte verbetering dezer school sluit zich van zelf aan de vraagof het personeel met twee dan wel met drie hulp onderwijzers moet worden vermeerderd Volgens het oordeel van den lieer schoolopziener, is eene ver meerdering van drie hulponderwijzers wensehelijk burgemee-- ter en wethouders wenschen zich in overeenstemming met de plaatselijke schoolcommissie voorloopig te bepalen tot de aan stelling van twee hulponderwijzers. De meerderheid der ledeD die aan het onderzoek in de sectiën deelnamen toonde zich bereid om met het voorstel van burgemeester en wethouders meë te gaan, hoewel enkele stemmen zich deden hoorendat men nu liever de zaak voor goed en afdoende moest regelendan dat men verpligt zou zijnlater alweder op deze zaak terug te komen. Uwe commissie geeft, bij nadere overweging, de voorkeur aan het denkbeeld om al dadelijk drie hulponderwijzers te be noemen allen voor het gewoon lager onderwijs op eene jaar wedde van G50waardoor het verband wordt bewaard met de bezoldiging vair andere hulponderwijzers in deze gemeentespe ciaal van die, thans aan deze school werkzaam. Deze hulpon derwijzers zou uwe commissie wenschen te zien geplaatst in de laagste drie klassen. Dan zou een der beide hulponderwijzers aan wie thans in de derde klasse mede het onderrigt in de Fraosche taal is opgedragen, van een deel zijner taak ontlasten meer uitsluitend voor het onderwijs in die taal gebezigd kunnen wordenen de andere voortaan in de vierde of hoogste klasse werkzaam kunnen zijn. Zoo doende zou in de eerste plaats het onderwijs in de laagste klassendie gelijk trouwens steeds op de scholen het geval is, het sterkst bezet zijn, de inderdaad zoo hoogst noodige verbetering ondergaan en zou mede vervul ling kunnen erlangen de boven uitgesproken wenschdat de hoofdonderwijzer meer leeraar-directeurdan enkel leeraar zij. Wat dit laatste intusschen betreft, veel hangt hier af van den hoofdonderwijzer zelf en van de inwendige regeling der school zooals hij die maakt in overleg met het schooltoezigt. Dezerzijds schijnt niets meer te kunnen worden gedaan dan het wensche- lijke ja het noodzakelijke daarvan uit te spreken waar het zulk eene uitgebreide inrigting geldt. De uitvoering moet geheel worden overgelaten aan burgemeester en wethouders in overleg met het schooltoezigt. Terwijl men zich in twee sectiën kon vereenigen met het denkbeeld van burgemeester en wethoudersom voorloopig nog niet tot vergrooting van het schoolgebouw over te gaan werd in de andere sectie het bijbouwen der noodige lokaliteiten reeds nu dadelijk sterk op den voorgrond gesteld. Men maakte van de beschikbaarstelling van meer ruimtedes noods als tijdelijke voorziening, de aanneming van het eerste punt van het voorstel zelfs geheel afhankelijk. Waar burgemeester en wethouders en de plaatselijke school commissie de door den schoolopziener beweerde noodzakelijk heid zelve van de vermeerdering van het getai schoollokalen niet bestrijden, maar, gelijk het heet, „dezen kostbaren maat regel niet terstond noodig achtenwilde men niet worden ge noopt binnen welligt korten tijd op nieuw over te gaan tot het nemen van voorzieningen ten aanzien dezer school. Geheel ge negen als men wasde reorganisatie zelve aan te nemen ver langde men hear dan ook in haar geheel en nu in eens voer 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1874 | | pagina 7