16
Bijlagen tot liet verslag der handelingen
van den gemeenteraad te Leeuwarden.
sommige scholenmet het oog op die oudersdie hunne kinde
ren het gymnasium doen bezoekenzou meten met twee maten.
Hebben de tegenstanders nimmer aangedrongen op verhooging
der minervalia voor de betrokken ouders nog veel minder
bezwarend, des te minder kunnen zij meegaan met dit voor
stel waardoor juist een deel der nijvere burgerij zal worden
getroffen. Eindelijkmeenden de tegenstanderswas de pro
gressie der verhouding tussqhen onkosten en schoolgelden tame
lijk gelijkmatigwaren de eersten in de straks genoemde jaren
30 0/o gestegen de laatsten wijzen eene verhooging aan met 26 0/0.
In geen geval echter oordeelde menmet betrekking tot de
tusschenschool le klasse, dat de kostbaarheid van het nieuw
gesticht schoolgebouw hier in aanmerking mogt komen en dat
althans de belangrijk hoogere kostenwelke de stichting van
dit gebouw boven de primitieve raming had gevorderd
hoofdzakelijk ook door het uitstellen van de uitvoeringgeens
zins ten laste van de scholieren kon worden gebragt. Die leden
welke ook hier waren gestemd tegen eene schoolgeldverhooging
wel op zich zelve niet groot, maar toch voor de beide laagste
klassen bijna 65voor de hoogste klasse 108 pet. zullende
bedragen en dit eigenlijk alleen wegens de toevoeging van één
leervak meer aan deze schoolwezen er eindelijk opdat ook
aan deze leerinrigting langzamerhand eene belangrijke vermeer
dering van leeriingen had plaats gehaddie op hare beurt mede
weder het bedrag der ontvangsten had doen stijgen.
Bij uwe commissie van rapporteurs bestond hetzelfde verschil
van meening, als in de sectiën, zoo als boven reeds werd opge
merkt. Een der rapporteurs is alzoo gestemd tegen alle verhoo
ging een ander heeft geen voldoenden grond om zich tegen dc
verhooging aan de tueschenschool le klasse te verzetten daar
toch aan die inrigtingin tegenstelling van de school voor
gewoon en meer uitgebreid lager onderwijsde omvang van het
onderwijs eene uitbreiding erlangtdoch overigens is hij tegen al
de voorgestelde verhoogingen de derde is gestemd tot aanneming
van het voorstel, met uitzondering voor de burgerschool voor
meisjes.
Eindelijk waren rapporteurs het daarover eensdat, indien de
verhooging mogt worden aangenomende schoolgelden voor meer
dan één kind uit hetzelfde gezin lager behooren te worden gesteld
dan bij het voorstel van burgemeester en wethouders is geschied.
De berekening, zooals die is aangenomen bij de rijks hoogere
burgerscholen dat n.l. een tweede kind uit hetzelfde gezin half
schoolgeld betaalt, werd billijker geacht.
De commissie van rapporteurs heeft ten slotte de eer voor te
stellen
(Met algemene s te mm en)
1. Aan te nemen punt 1 van het voorstelmet die wijziging
dat worden geroijeerd in den vierden regel de woorden„of
acht ajdeelingeri'
2. Punt 2 van het voorstel aldus te lezen
In te trekken de raadsbesluiten van 25 Mei 1871, betreffende
de oprigting van een avondcursus voor de Fransche taal.
3. Punt. 3 van het voorstel aldus te lezen
4. Te besluiten, dat het hulppersoneel aan de school voor
gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs worde vermeerderd
met drie onderwijzers, ieder op eene jaarlijksche bezoldiging
van 650.
5. Aan te nemen punt 4met die wijzigingdatin plaats
van het woord a/deelingenworde gelezen „klasse'.
6. Aan te nemen punt 5 met die wijzigingdatin plaats
van J 700, worde gelezen van j 700 tot ƒ900.
7. Aan te nemen punt 0, met die wijziging, dat bij de aan
duiding van de soort van school worde weggelaten het woord
„openbare".
Bij meerderheid van stemmen)
8. Niet aan te nemen punt 7 voor zoo veel betreft de school
voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs, en wel aan te
nemen punt 7 ten aanzien der tusschenschool lste klasse.
(Md algemeene stemmen
9. Te roijerenin verband met het besluit omtrent de avond
school in no. 2 van het voorstel genoemd het voor die avond
school voorgedragen schoolgeld.
10. Niet aan te nemen het. voorstel tot verhooging van het
schoolgeld aan de burgerschool voor meisjes (gemeenteschool no. 3).
11. Subsidiair, in beginsel te bepalen, dat, bij eventuele
aanneming van de voorstellen van burgemeester en wethouders
sub 7 het schoolgeld aan de school voor gewoon en meer uit
gebreid lager onderwijs en aan de tusschenschool lste klasse van
den tweeden en iederen volgenden leerling uit hetzelfde gezin
zal bedragen de heljt van het schoolgelddat voor den eersten
leerling uit dat gezin moet worden betaald.
12. Aan te nemen punt 8.
Bij meerderheid van stemmen)
13. Burgemeester en wethouders uit te noodigenden raad
ten spoedigste de vereischte voorstellen in te dienen tot ver
meerdering der lokalen van de school voor gewoon en meer
uitgebreid lager onderwijs en in afwachting daarvante trach
ten het daarheen te leidendat in de behoefte aan die vermeer
dering door een tijdelijken maatregel worde voorzien.
Aldus gerapporteerd in de vergadering van den raad den 4
Julij 1874.
E. ATTEMA.
I. F. tan HUMALDA van EIJSINGA.
A. DUPARC.
Eijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad ta Leeuwarden.
17
ilsyïage no. IO.
VOORSTEL van burgsmeestor en wethouders
tot wijziging van het besluitregelende de
hefllug van gasrogton.
MIJN F. U KEREN
Door de commissie voor de gemeentelijke gasfabriek is ons
bij missive van 4 Julij 11. no. 87 in overweging gegeven aan
uwe vergadering een voorstel in te dienen de strekking heb
bende dat het besluit tot heffing van gasregtengewijzigd bij
uw besluit van 26 Junij 1873 nader worde gewijzigd in dien
zin, dat de prijs van liet gas, bij uw evengemeld besluit bepaald
op 12 1/2 cent Per st''re worde verminderd tot op 11 cent per
stère en ook het verschuldigde voor een stiaat- of ganglantaarn-
licht eene daaraan evenredige verlaging onderga.
Nevens dat schrijven heeft voormelde commissie tevens aan
ons overgelegd een ontwerp-besiuitde door haar beoogde wijzi
gingen behelzende, vergezeld van eene memorie van toelichting,
zoomede een overzigt van de uitkomstendie het gevolg zullen
worden van de wijzigingen bovenbedoeld.
Na kennisneming van voormelde stukken hebben wij ons met
het denkbeeld der commissie kunnen vereenigen en dientenge
volge de eer aan uwe vergadering bij deze over te leggen liet
ontwerp-besiuit, ons door de commissie voor de gasfabriek toe
gezonden met voorste! daaraan uwe goedkeuring te hechten.
Aldus voorgesteld ter raadsvergadering van 9 Julij 1874 door
burgemeester en wethouders van Leeuwarden
6 J. BIERUS1A OOSTING.
De Secretaris
P. A. BERG8MA.
r
la
ONTWERP.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegendedat erten gevolge van den verminderden
prijs vande steenkolen, kan worden overgegaan tot eene ver
jaging van de regten.voor het genot van gas uit de gemeente
lijke gasfabriek
Gezien de artikelen 232 288 240 en 254 der gemeentewet
Besluit
Art. I sub 1 van het besluit tot heffing van regten voor het
genot van gas uit de gemeentelijke gasfabriek enz.nader vast
gesteld den 20 Junij 1873 en goedgekeurd bij koninklijk besluit
van 80 Augustus 1878 uo. 7, wordt gewijzigd als volgt.
Te beginnen nadat de meter opneming over de inaand Sep
tember fs74 heeft plaats gehad zijn de volgende regten ver
schuldigd
1. Voor het genot van gas uit de gemeentelijke gasfabriek:
a. berekend per stèrevolgens aanwijzing van den gasme
ter elf cent per stère
b. berekend voor een straatlantaarnlicht, zijnde eene vleer-
muisvlam zonder gasmetervoor elke 100 uren in de maand
dat de gasverlichting duurt een gulden vijf en negentig centge
deelten van eene maand voor een geheel berekend
c. berekend voor een ganglantaarnlicht, zijnde een vischbek-
vlam, zonder gasmeter, vier en twintig gulden twintig cent per
licht, voor een jaar, gedeelten van een jaar voor een geheel
berekenden voor elk uur later dan elf uurper licht vijf en
vijftig cent per maandgedeelten van eene maand voor een ge
heel berekend.
Vastgesteld den
MEMORIE VAN TOFLICHxlNG bij het besluit
van dan raad der gemeente Leeuwardenda.
1071tot wijziging van zijn ba-
simt van 26 Jun 1873regelende de hafilng
van regten voor net gonot van gas uit de ge
meentelijke gasfabriek, goedgekeurd bij 'ako-
nings besluit van den 30 Augü8tutU873 ,no. 7.
De niet onbelangrijke verlaging van den prijs der steenkolen
welke sedert de laatste maanden plaats vond, biedt de gelegen
heid aan om ook de. prijs van het gasdie in het vorige jaar
eene aanzienlijke ve. >oging moest ondergaan thans weder even
redig te verminderen.
Toen in 1873 werd besloten den prijs van het gas, die sedert
Julij 1871 tien cent per stère had bedragen, aan te vangen met
1 September van dat jaar op 12 1/, cent per stère te bepalen
geschiedde dit in het vooruitzigtdat voor aankoop van steen
kool, met inbegrip van los- en draagloon, ongeveer 1.50 per
hectoliter zon moeten worden besteed. De uitkomst was eenig-
zins gunstiger. Toch moest bij de begrooting voor 1874 nog een
gemiddelde prijs van f 1.10 tot grondslag van berekeniog der kos
ten van aankoop dier grondstof worden aangenomen en in ver
band daarmede de gasprijs op 121/, cent per stère bepaald
blijven.
Sedert is een gunstiger toestand ingetreden, zoodat nu de kos
tende prijs gemiddeld 1.1 B per hectoliter beloopt vrij in het
magazijnalzoo circa 25 et. minder dan de raming.
In aanmerking nemende, dat de hectoliter steenkool na altrek
van verlies voor lekkagie enz. gemiddeld ruim 15 stère gas ter
verkoop afwerptkan dus de prijs met 11/, stère verminderd en
alzoo op 11 cent terug gebragt worden. Verder te gaan en dien
tot 10 cent terug te brengen, wordt voorhands niet geraden ge
acht bij de onzekerheid of nog verdere daling van den kolen-
prijs mag worden tegemoet gezien en de ervaring dat bij daling
»an dien prijs ook minder voor de cokes kan worden bedongen.
De bedoelde vermindering zal niet eerder dan met 1 October
eerstkomende kunnen ingaan. Wel heeft men een gedeelte van
de voor 1874 benoodigde steenkool tot lageren prijs kunnen in-
koopen dan waarop gerekend wasdoch het voordeel daarvan
ging niet terstond invermits voor dit jaar nog eene aanzienlijke
hoeveelheid op rekening kwam van den in 1873 en in 't begin
van 1874 tot hoogeren prijs aaugekochten voorraad. Omgekeerd
bad hetzelfde plaats in 1878 waardoor de gasprijs, ondanks de
reeds met den aanvang van dat jaar plaats gevonden aanzien
lijke verhoogiög van den kolenprijs, toen nog geruimen tijd op
10 cent kon worden gelaten en eerst met de maand September
tot de verhooging behoefde te worden overgegaan.
De overige w ijzigingen bij nevensgaand besluit in het heflings-
besluit van 1878 aangebragtstrekken om de regten voor straat-
en lantaarnlichten in evenredigheid te brengen tot het verlaagde
gasregt dat volgens aanwijzing van den meter wordt berekend.