13
Bijlage tot liet verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1870.
MEMORIE van TOELICHTING bij liet besluit
van den Raad der gemeente Leeuwarden,
d.d1876, tot wijziging van
de begrooting der inkomsten en uitga
ven van die gemeentevoor liet dienst
jaar 1875.
De gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1875, gewijzigd
bij raadsbesluit van 13 Mei 1875, behoeft eenige nadere wijzi
ging onder anderen ter verevening van uitgaven waarvoor bij
de begrooting geene fondsen beschikbaar zijn gesteld.
Voorts is liet wensehelijk geachtin verband met de uitkom
sten over 1875 verkregen wegens de exploitatie der gasfabriek
om de opname der ten behoeve van die inrigting onder de in
komsten aangebragte leening niet te doen plaats vinden.
De in verband met het vorenstaande noodzakelijke wijzigin
gen zjjn opgenomen in het hiernevens gevoegd besluit.
Daarbij is zooveel mogelijk in het oog gehouden dat gewone
uitgaven door gewone inkomsten dienen te worden bestreden,
terwijl rot dekking der nu aangebragte buitengewone uitgaven
is beschikt over een gedeelte der sommen uitgetrokken wegens
eenige posten van uitgaaf voor buitengewone werkenwaarvan
de afgeschreven bedragen minstens disponibel zullen blijven.
Ten opzigte van de verschillende artikelen in het besluit om
schreven wordt het volgende opgemerkt
INKOMSTEN.
Hoofdstuk II.
A f d e e 1 i n g II.
Art. 1. Het bedrag der ten behoeve van de gemeente gelie
ven 30 opcenten op de rijks personele belasting, over de dienst
187:>76, zoover dit in de gemeente-rekening over 1875, als ten
bate van dat dienstjaar komende, kan worden verantwoord,
overtreft ruim f 900 de daarvoor geraamde som. Intusschen zal
de ontvangst van het in 1875 te verantwoorden gedeelte der
opcenten wegens het dienstjaar 1874/75 ietsn.l. circa f 73
beneden de raming blijven, doch met het oog hierop bestaat er
geen bezwaar tegen om de raming voor het artikel in zijn ge
heel met f 800 te verhoogen.
Afdeeling VIII.
Art. 3. Over liet geheel is de opbrengst der bruggelden over
1375 circa f 1000 boven liet deswege op de begrooting uitge
trokken cijferhetgeen voornamelijk een gevolg is van de meer
dere ontvangst aan de Yrouwenpoortsbrug en aan de brug bij
Camstraburen.
Uitdienhoofde worden de daarop betrekkinghebbende onder
deden van dit artikel verhoogd.
Art. 12. De som op de begrooting aangebragt wegens onder
deel 3 van dit artikel (diverse ontvangsten; kan zonder bezwaar
met f 4000 worden verhoogd, doordat in 1875 de ter verkoop
beschikbare cokes en teer steeds gereede aftrek vond tegen hoo-
geren prijs dan waarop bij de primitieve raming was gerekend.
Hoofdstuk IV.
Art. 1. De ontvangsten, over 1875 verkregen uit de exploi
tatie van het aschland, hebben een zoodanig bedrag bereikt, dat
de daarvoor aanvankelijk op de begrooting uitgetrokken som
kan worden verhoogd met f 4700waartoe gereede aanleiding
bestaat nu gebleken is dat op een der posten van uitgaaf, ten
behoeve van de stads reiniging eene belangrijke verhooging
dient te worden aangebragt tot verevening der vereisclite uit
gaven.
Art. 7. Wegens V.-> van de opbrengst der rijks personele be
lasting wordt over 1875 ruim f 1300 meer aan de gemeente
uitgekeerd dan het cijfer bij de vaststelling der begrooting daar
voor geraamd.
Ten einde tegenover de gewone uitgaaf, bij dit besluit aan
de begrooting toegevoegd wordendeeene evenredige verhooging
van gewone inkomsten te kunnen stellenwordt ook de raming
voor dezen post verhoogd tot een bedrag waarmede do werke
lijke ontvangst in overeenstemming zal zijn.
Hoofdstuk V.
Afdeeling I.
Art. 2. Bij de vaststelling der begrooting werd daarop on
der de inkomsten aangebragt eene som van 9000, als opbrengst
eener leening ten behoeve van de gasfabriek, tegenover de som
die voor uitbreiding van deze inrigting onder de uitgaven is
opgenomen.
Dewijl echter die buitengewone uitgaaf kan worden bestreden
uit de fondsenbeschikbaar voor de exploitatie der fabriekis
het raadzaam voorgekomen het aangaan der bij dit artikel
bedoelde geldleening niet te doen plaats hebbenwaarom de
deswege uitgetrokken som geroijeerd en de post voor memorie
aangebragt wordt.
UITGAVEN.
Hoofdstuk III.
Afdeeling V.
Art. 1. In verband met den hoogen prijs der gaskolen tij
dens het opmaken der raming voor 1875. werd op dit artikel een
hooger cijfer in uitgaaf gebragt, dan in tien loop van het dienstjaar
bleek noodig te ziin. Immers daalde die prijs later dermate dat,
na aanschaffing der benoodigde hoeveelheid kolen en andere
grondstoffen voor de gasfabricatievan liet geraamd bedrag meer
dan f 5000 beschikbaar blijft.
Tengevolge daarvan wordt de raming voor dit artikel met
f 5000 verminderdomdat in verband met die vermindering
tegelijk met de verhoogde raming der inkomsten wegens de gas
fabriek de op art. 2 der Ie afd. van hoofdstuk Vinkomsten
aangebragte leening kan worden geroijeerd.
Afdeeling VI.
Art. 4. Van het ingevoerde tonnenstelsel voor de verzame
ling van faecale stoffen wordt door de ingezeten dermate ge
bruik gemaakt, dat in 1875 noodzakelijkheid bestond tot aan
schaffing van eene belangrijk grootere hoeveelheid tonnen dan
waarop voor dat dienstjaar was gerekend.
Bovendien was noodig de aankoop van twee paarden voor de
stadsreiniging, benevens de aanschaffing van wagens, ten einde
de vereisclite middelen beschikbaar te hebben voor het vervoe
ren der faecale stoffen.
Door een en ander heeft de op dit artikel te verevenen uit
gaaf zoodanig cijfer bereiktdat het geraamd bedrag met ruim
f 5000 moet worden verhoogd.
Afdeeling VII.
Artt. 3, 4, 6, 78, 14, 19 en 21. De sommen, op deze
artikelen uitgetrokkenzijn ten bestomden einde niet tot het
volle bedrag benoodigddoordatwat betreft de artikelen 34,
67814 en 21de uitkomsten der gehouden besteding van
daarvoor vatbare werken en leverantiën voor de gemeente gun
stig waren en de bestrating vóór het paleis van justitie (art. 19)
zich over een terrein van minder omvang heeft uitgestrekt dan
waarop was gerekend.
In verband met de omstandigheid dat bij nevensgevoegd be
sluit aan deze afdeeling een drietal artikelen wordt toegevoegd
uitgaven voor buitengewone werken betreffende, waartegenover
buitengewone middelen dienen te worden aangewezenis het
doelmatig voorgekomen de op bovenvermelde artikelen aange
bragte sommen met de beschikbare gedeelten te verminderen,
Bijlage tot het verslag der handelingen vi
zoover deze tot dekking der evenbedoelde aan de begrooting
toe te voegen buitengewone uitgaven worden vereisclit.
Art. 24. In 1874 is op de algemeene begraafplaats een ge
bouw gesticht tot het tijdelijk bewaren der lijken van overlede
nen aan besmettelijke ziekten.
Van de wegens die stichting te betalen aannemingsom kon
echter de laatste termijn niet in de rekening over 1874 worden
verantwoord, omdat aeze eerst betaalbaar was na verloop van
een onderhoudstermijn.
Uitdienhoofde moet de verantwoording daarvan in de rekening
over 1875 plaats hebben.
Art. 25. Op de begrooting voor 1874 waren de vereischte
sommen aangebragt voor de aanschaffing van meubilair in de
gemeenteschool no. 4 en voor verwen van dat schoolgebouw,
zoomede van het ameublement. Ofschoon de aanbesteding van
die werken en leverantiën in 1874 plaats had, ondervond echter
de uitvoering om verschillende redenenonafhankelijk van de
aannemersvertraging in die matedat wegens de aanschaffing
van meubilair niet meer dan de 1 termijn van de aanneming-
som en wegens het verfwerk slechts de op de besteding geval
len kosten in de rekening over genoemd jaar zijn aangebragt.
Tengevolge daarvan is de noodzakelijkheid ontstaan om de bij
dit artikel omschreven kosten op de dienst 1875 te verant
woorden.
Art. 26. Bij besluit van den 12 Augustus 1875 verleende de
raad aan burgemeester en wethouders magtiging om eene I03-
n den gemeenteraad te Leeuwarden1876 19
en ladingplaats te doen maken tusschen de Huizumerbrug en
de Wirdumerpoortsbrug.
De uitvoering van dat werk werd den 3 November 1875
aanbesteed.
Ter verevening der daaruit voortvloeijendc uitgaven is dit
artikel op de begrooting aangebragt.
Hoofdstuk VII.
Afdeeling I.
Art. 6. Het heersclien in deze gemeente van besmettelijk»
ziekten heeft geleid tot het in gebruik stellen van een hulp-
ziekenhuis.
Daardoor zijn de uitgaven voor het ziekenhuis over 1875*
aanzienljjk boven de raming gestegentengevolge waarvan de
commissie van bestuur over genoemde inrigting eene suppletoir»
begrooting heeft ingedienddie goedgekeurd werd bij raadsbe
sluit van 23 September 1875.
In verband daarmede dient voor de kosten van het ziekenhui*
f 2400 meer uit de gemeentekas beschikbaar te worden gesteld,
dan waarop primitief bij de begrooting is gerekend.