Hij lage no. ID. 30 Bijlage tot het verslag der handelingen ieder voorkomend geval zonder eenige beperking aan de tijde lijke zienswijze van den raad wordt onderworpen niet past in eene verordening die bestemd isalthans voor den raadvaste regelen te stellen omtrent het verleenen van pensioenen en wachtgelden. Rapporteurs hebben ten slotte de eer den raad voor te stellen A bij meerderheid van stemmenniet aan te nemen het in zijne vergadering van 25 November 1875 door burgemeester en wethouders ingediend voorstel met daarbij behoorende concept verordening omtrent het verleenen van pensioen of wachtgeld aan gemeentelijke ambtenaren en bedienden, en burgemeester en wethouders uit te noodigen, aan zijn onderzoek en goedkeu ring te onderwerpen eene concept-verordening op genoemd on derwerp waarbij onder bepaalde voorwaardenaanspraak op pensioen en wachtgeld aan gemeentelijke ambtenaren en bedien den wordt verleend. Enbij verwerping van dit voorstel B met algemeene stemmen de concept-verordening, houdende bepalingen aangaande het verleenen van pensioen of wachtgeld aan gemeentelijke ambtenaren en bediendenbehoorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 November 1875 goed te keuren en vast te stellen behoudens de navolgende wijzigingen 1°. dat de eerste alinea van art. 1 worde gelezen als volgt „Geen der gemeentelijke ambtenaren of bedienden heeft regt „op pensioenwanneer echter pensioen wordt verleend, geschiedt „dit door den raad en met inachtneming van de bepalingen de- „zer verordening; 2°. dat in de lijst van art. 1 worde opgenomen de secreta ris-boekhouder van de stads armenkamer 3°. dat litt. ij van art. 1 luide„gaarders van belastingen of j „hiermede gelijk gestelde regten of loonen" an den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876. 4°. dat de met 1 2, 3 en 4" genummerde onderdeden van art. 2 met abc en d worden onderscheiden 5°. dat het woord „^epraesteerd" in de 2e alinea van no. 3 of litt. c van art. 2 worde vervangen door het wóórd „bewezen" 6". dat aan de bij art. 3 genoemde bedienden worden toege voegd de werklieden bij de gazfabriekdie bij de stads reini ging die bij de gemeentewerken en de oppassers en oppasters van het stads ziekenhuis 7°. dat de 4e alinea van art. 7 worde gelezen als volgt „Het genot van vrije woning, vuur en licht komt bij do bere gening in aanmerking" 8rt. dat in de le alinea van art. 0 worden uitgelaten de woor den „ter zake van wangedragnalatigheid of misbruik van ster- „ken drank" 9°. dat in de 2e alinea van art. 9 worden geroijeerd de woor den „één of meermalen" 10. dat art. 11a worde gelezen als volgt: „Bij veroordeeling „toi eene onteerende straf of wegens diefstalbedriegelijke op- „ligting of misbruik van vertrouwenzoomede in geval van ken „neliik wangedrag, kan de raad het pensioen schorsen ofintrekken"; 11. dat do eerste alinea van art. 15 luidde: „Wanneer de „op wachtgeld gestelde ambtenaar of bediende eene hem aan gebodene van wege de gemeente Leeuwarden bezoldigde be trekking zonder gegronde redenen weigert te aanvaardenkan „het wachtgeld onmiddelijk door den raad worden ingetrokken" 12°. dat art. 18 worde geroijeerd. Aldus uitgebragt ter vergadering van den raad der gemeente Leeuwarden van 22 Junij 1876. Mr. J. L. van SLOTERDIJCK. Mr. P. I). KIJMMELL. S. T. BAKKER. Bijlage tot het verslag der handelingen va VOORSTEL van burgemeester en wethouders omtrent een adres van den bijzonderen kerkeraad der Ned. Herv. gemeentetot wijziging der schooltijden aan de openbare scholenin het belang van het godsdienst onderwijs. Reeds verscheidene maanden geleden werdten fine van be- rigt en raad, in handen van ons collegie gesteld een adres van den bijzonderen kerkeraad der Ned. Herv. gemeente alhier houdende het verzoek om in de bestaande orde der lesuren op de openbare lagere scholenzulk eene verandering te maken dat het uur van 11—12 in <len voormiddag voor het geven van godsdienst onderwijs in de schoollokalen beschikbaar worde, ter wijl voor het geval dat uwe vergadering bezwaar mogt vin den in de voorgestelde verandering, de kerkeraad prijs zoude stellen op nader gemeenschappelijk overleg tot het bepalen van eenig ander doelmatig uur. De eigenaardige bezwarenaan eene wijziging der bestaande schooluren verbondenten volle beseffende, achtten wij van den anderen kant het verzoek des kerkeraads van zoodanig be lang, dat wij geene vrijheid vonden, enkel op grond van die be zwaren, terstond tot eene afwijzende beschikking te adviseren, maar integendeel getracht hebben eene regeling te vinden, die, zonder schade voor de belangen van het openbaar onderwijs, aan de billijke wenschen ten deze geopperd zou kunnen voldoen. Dit laatste moge het langdurig uitblijven van ons prae-advies verklaren en tevens verontschuldigen. Twee vragen hebben wij ons alzoo ter beantwoording gesteld is het voldoen aan des adressants verzoek wenschelijkendie wenschelijkheid erkend zijndo? is die voldoening mogelijk Hoe groot ook het verschil van zienswijze en opvatting in onze dagen moge zijn omtrent de eischen en de strekking van het onderwijs, niemand van eenige ervaring op opvoedkundig gebied zal kunnen of willen tegensprekendat ontwikkeling van het godsdienstig element bij het kind althans niet minder noodig is dan verstandelijke vorming. Evenmin kan de staat, die de bevordering der intellectuele ontwikkeling van alle bur gers wil, onverschillig zijn voor het aankweeken van dien gods dienstzin welke, gepaard aan voldoende kennisden hechtsten grondslag biedt voor de maatschappelijke zamenleving. Waar dus de kerk overeenkomstig hare roeping het godsdienstig on derwijs op doeltreffende wijze wenscht te regelen, kan de staat, zonder daarom buiten zijn eigenaardig onzijdig terrein te treden, door gepaste inschikkelijkheid daaraan bevorderlijk zijn. Dat ook onze wetgever volkomen onzijdigheid, geenszins koele onverschilligheid, tegenover do godsdienstige behoeften aan den dag legt, blijkt o. a. uit de bepaling dat de schoollokalen buiten de schooluren voor het godsdienst onderwijs beschikbaar kunnen worden gesteld. Waren tot nog toe vele gemeentebesturen min of meer huiverig om zich tot zoodanige zamenwerking te leenenwij mogen dit eerder aan welligt overdreven vrees voor mogelijke conflicten of ook aan eene niet onnatuurlijke reaktie tegenover kerkelijke aanmatiging toeschrijven, dan aan eene over tuiging dat de zaak zelve niet in menig opzigt gewenscht en heilzaam zoude zijn. Als een gelukkig verschijnsel mag dan ook worden aangemerkt dat de bekrompen opvatting, alsof de neutraliteit van het openbaar onderwijs gevaar zoude loopen door eene meer welwillende verhouding, ook op dit gebied, tusschen staatsgezag en kerkelijke autoriteit, meer en meer bestrijding ondervindt van eene zijde die wel allerminst kan verdacht worden van sympathie voor kerkelijke eischen. Doch ook voor den goeden gang van het onderwijs zelf schijnt Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876. 31 eene behoorlijke aansluiting met het godsdienstonderwijs aan te bevelen. Zeer juist toch wordt in een artikel van den heer Kerdijk Vaderland van 5 Aug. 1875 no. 182) gewezen hoe storend hot eathechezatio bezoek tijdens de schooluren op het onderwijs werkteen nadeel dat ook hier, zij liet in betrekke lijk geringe mate, wordt ondervonden, doordien inzonderheid de R. C. leerlingen verpligt zijn enkele schooluren voor het godsdienstonderwijs te verzuimen. Uit het aangevoerde zal uwer vergadering blijken dat wij althans in beginselwel genegen zouden zijn aan het verzoek dos kerkeraads te voldoen. Ook de mogelijkheid eener cToeltreffende aansluiting van school onderwijs en godsdienst-onderwijs wordt door onsop grond van hetgeen eldersmet name te Deventerplaats heeftniet betwijfeld. Het meerendeel der door ons gehoorde hoofd onderwijzers die ook overigens hunne sympathie voor het ver zoek van den adressant betuigdenachten de aansluiting moge lijk en doeltreffend, mits niet meer dan twee halve uren 's weeks van de gewone schooltijden werden afgestaan. Hot grootste bezwaar is huns erachtens gelegen in het vinden van een equivalent voor de twee halve schoolurendiebij eene gunstige beschikking op het adres, aan het gewoon onderwijs zouden worden onttrokken. Doch ook dit bezwaardat wij overi gens niet ligt tellenkan onzes inziens geen afdoend beletsel voor eene goede en gewenschte zaak zijn, daar zelfsal mogt men niet slagen in het terugvinden van het bedoelde equivalent, de ondervinding bij de Katholieke en de Israëlitische leerlingen reeds heeft geleerddat het schoolverzuim wegens het bijwo nen van godsdienst-onderwijs gedurende enkele uren, geen'noe- menswaardigen ongunstigen invloed heeft op de resultaten van hun onderwijs. De vraag echter welke uren aan iedere school voor godsdienst onderwijs beschikbaar zullen worden gesteld en welke wijzigingen dientengevolge in de bestaande verordeningen moeten worden aangebragteene vraag tot welks beantwoording nieuwe bespre kingen en voorafgaand overleg met het school toe zigf en den adressant noodig zouden zijnhebben wij gemeend bij dit prae- advies niet te moeten behandelen ons bepalende tot het beginsel welks toepassing wordt gevraagdof namelijk het gemeentebe stuur door eenige schikking bereid is den taak van het kerk bestuur der Ned. Herv. gemeente ten opzigte Van het godsdienst onderwijs gemakkelijk te maken. Mogt uwe vergadering onverhoopt tot zoodanige medewerking ongezind zijndan zou natuurlijk een dergelijk voorbereidend overleg ten eenemalo overbodig zijn en tot gegronde teleurstel ling aanleiding gevenzoodat wij ons vooralsnog hebben bepaald uwer vergadering te adviserenom te besluiten 1°. aan den bijzonderen kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Leeuwardenin antwoord op zijn adres van 30 Junij 1875, no. 99te kennen te geven a. dat de raad in beginsel genegen is mede te werken tot zoo danige regeling der schooluren aan de openbare lagere scholen,, dat althans twee uren 's weeksin aansluiting met het gewoon lager onderwijs, godsdienst-onderwijs aan do leerlingen dier scholen buiten de schooluren kan worden gegeven b. dat de raad mede in beginsel genegen is op die uren de schoollokalen voor het godsdienst-onderwijs beschikbaar te stel len voor zooverre daardoor geene hinderlijke of schadelijke gevolgen voor het gewoon lager onderwijs te vreezen zijn; 2°. burgemeester en wethouders te magtigen om na overleg met de plaatselijke schoolcommissie en den bijzonderen kerke raad voornoemdnadere voorstellen aan den raad aan te bie den waarbij de voor het godsdienst-onderwijs in de schoolloka len bestemde uren en de verder aan het gebruik der lokalen te verbinden voorwaarden definitief worden vastgesteld. Voorgesteld ter raadsvergadering van den 22 Junij 1876 door burgemeester en wethouders van Leeuwarden. 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1876 | | pagina 16