Bijlage no. 12. ttJEZttJEUSnHSTGr
wegens de ONTVANGSTEN en UITGAVEN
van de gemeente Leeuwarden, over 187S,
0 IV T V A N G S T E IS
34 Bijlage tot liet verslag der handelingen va
staande regeling te moeten behoudenmet dien verstande ech
ter dat ook het bezit der hoofdonderwijzersacte op de bezoldi
ging van deze functionarissen eenigen invloed zal uitoefenen.
Voor de hulpouderwijzeressen der gemeenteschool no. 3 even
zeer opheffing van het onderscheid tusschen 2e en 3e klasse
wenschelijk achtende, komt liet ons voor dat, bij vaststelling
van het minimum op 600de jaarwedden van net aan deze
school werkzame personeel naar behooren zjjn geregeld.
I)e meerdere uitgaaf welke het gevolg zal zijn van de door
ons beoogde nadere regeling der jaarwedden van de hulponder
wijzers en onderwijzeressen, bedraagt blijkens den hierbij over-
gelegden staat per jaar de som van ƒ3300.
Op grond van het vorenstaande en onder referte zooveel noo-
dig aan het advies der schoolcommissiehebben wij de eer U
bij deze voor te stellen om
i. te besluiten:
a. de jaarwedde van den hoofdonderwijzer der gemeente
school no. 2 te bepalen op ƒ2000 en vrije woning of bij gemis
daarvan eene vergoeding van 400 per jaar
b. den thans fungerenden hoofdonderwijzer der gemeente
school no. 2 tot wederopzeggens toetekennen eene personele
toelage van ƒ400 'sjaars;
r. de jaarwedden der hoofdonderwijzers aan de gemeente
scholen no. 4 tot 10 te verhoogen met 100 en de hun toete
kennen veigoeding voor het gemis van vrije woning te bepalen
op ƒ350 'sjaars;
d. de jaarwedden der hulponderwijzers aan de gemeente
school no. 2 te bepalen
voor den eersten hulponderwijzer op ƒ1000;
voor de verdere hulponderwijzers
in het bezit der hoofdonderwijzersacteeen op ƒ800 een op
ƒ750, de overigen op 700;
niet in het bezit der hoofdonder wij zersaote 650
e. de jaarwedden der hulponderwijzeressen aan de gemeente
school no. 3zoover zij minder dan 600 bedragenop dat
cijfer vasttestellen en de bezoldiging van de onderwijzeres voor
de vrouwelijke handwerken aan deze school te verhoogen tot
ƒ400;
het minimum der jaarwedden van het hulppersoneel aan
de gemeentescholen no. 4 tot 10 te bepalen
voor do eerste hulponderwijzers op f 650
voor de overigen op 600
voor de hulponderwijzeressen tevens belast met liet ouderwijs
in vrouwelijke handwerken, op ƒ600 en voor de overigen op
51)0
g. de verhooging der jaarwedden van de hulponderwijzers
en hulponderwijzeressen aan de gemeentescholen no. 4 tot 10,
voortvloeijende uit het bezit der acte van bekwaamheid als
hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzereste bepalen
voor de eerste hulponderwijzers op 150
voor de overigen op 100
h. te bepalen dat de voren omschreven besluiten zullen wor
den toegepast met ingang van 1 Januarij 1877.
II. In verband met de besluiten sub 1 litt. a en c tot h om
schreven, de verordening regelende de bezoldiging van't onder
wijzend personeel aan de gemeentescholenlaatstelijk gewijzigd
bij raadsbesluit van 24 Junij 1875 ((remeenteblad no. 12 van
1875)nader te wijzigen en vast te stellen als volgt
Art. 1. De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan
de gemeenteschool no. 2 worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzer eene jaarwedde van ƒ2000 en ge
not van vrije woning, of wegens vergoeding voor huishuur eene
toelage van 400
de eerste hulponderwijzer 1000
de verdere hulponderwijzers
in het bezit der hoofdonder wijzersacte, een ƒ800, een ƒ750,
de overigen 700
niet in het bezit der hoofdonderwijzersacte 650.
den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876.
Art. 2. De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan
de gemeenteschool no. 3 worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzeres eene jaarwedde van ƒ1000, benevens
vrije woningof wegens vergoeding voor huishuur eene toelage
van 300
de eerste hulponder wij ze res 800
de verdere hulponderwijzeressen ƒ600;
de onderwijzeres voor de vrouwelijke handwerken 400.
Art. 3. De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan
de gemeenteschool no. 4 worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzer eene jaarwedde van ƒ1300, benevens
vrije woningof wegens vergoeding voor huishuur eene toelage
van ƒ350;
de eerste hulponderwijzer ƒ650;
een hulponderwijzerbevoegd tot het onderwijs in de Fran-
sche taalf 800
de verdere hulponderwijzers ƒ600;
de hulponderwijzeressen, tevens belast met het onderwijs in
de vrouwelijke handwerken, ƒ600;
de medehelpsters voor vrouwelijke handwerken van 100 tot
250, telkens bij afzonderlijke raadsbesluiten te bepalen.
Art. 4. De jaarwedden van het onderwijzend personeel aan
de gemeentescholen nos. 5 tot 10 worden geregeld als volgt
de hoofdonderwijzers aan de gemeentescholen no. 5 en 10
ieder 1200de overigen ieder 1100. Allen genieten boven
dien vrije woning, of wegens vergoeding voor huishuur eene
toelage van 350;
de eerste hulponderwijzers ƒ650;
de verdere hulponderwijzers ƒ600;
de hulponderwijzeressenvoor zoover zij met het onderwijs in
de vrouwelijke handwerken worden belast, ƒ600, de overige
ƒ500;
de medehelpsters voor vrouwelijke handwerken van 100 tot
250, telkens bij afzonderlijke raadsbesluiten te bepalen.
Art. 5. De jaarwedden van de hoofdonderwijzers of hoofd
onderwijzeressen in de drie voorafgaande artikelen genoemd
kunnen, onder goedkeuring van gedeputeerde statenna twaalf
jarigen diensttijd als zoodanig in deze gemeentemet 100 en
na vijf en twintig jarigen diensttijd met 200 boven de vastge
stelde cijfers worden verhoogd.
De berekening van den diensttijd vangt aanvoor hen die
reeds tijdens de invoering der verordening van 24 Augustus
1865 in funtie waren, met het tijdstip der inwerking treding
van die verordeningvoor de overigen met het tijdstip hunner
in functie treding.
De voorstellen tot verhooging der jaarweddenvoren bedoeld,
geschieden door burgemeester en wethoudersna deswege de
plaatselijke schoolcommissie en den districts-schoolopziener te
hebben gehoordbij het indienen der gemeente-begrooting.
Art. 6. Voor de hulponderwijzers of hulponderwijzeressen
in de artikelen 3 en 4 genoemd, wordt de jaarliiksche bezol
diging verhoogd met 150 voor de eerste hulponderwijzers en
mot 100 voor de overigenindien zij de acte van bekwaam
heid als hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres bezitten.
Deze verhooging gaat in met het kwartaalvolgende op dat
waarin de acte is bekomen.
Art. 7. De toelage voor eiken kweekeling bedraagt 50
'sjaars.
Art. 8. Deze verordening treedt in werking den 1 Januarij
1877.
Vastgesteld den
Voorgesteld ter raadsvergadering van den 15 Junij 1876 door
burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
Bjjlage tot het verslag der handelingen van don gemeenteraad te Leeuwarden1876. 35
Volgno. j
_p
OMSCHRIJVING der ARTIKELEN.
Begrooting
Werkelijk
E
K
S
s
(ONTVANGSTEN).
sommen.
bedrag.
1
I
Ontvangsten wogons vroegere diensten.
Batig slot der door den gemeentoraad geBlotene rekonuig over het dienstjaar
1873, zoover de gemeenteraad daaraan niet reeds cenc bepaalde bestemming
heeft gegeven
22,754.44
22,754.44
Totaal van hot Istc hoofdstuk
22,754.44
22,754.44
2
3
II
I
2
Opbrongst van plaatselijke belastingen.
Opcenten op de hoofdsom der grondbelasting.
40 opcenten op do hoofdsom der belasting op gebouwde eigendommen
10 opcenten op de hoofdsom der belasting op ongebouwde eigendommen.
20.761.97 j
962.12 j
22,047.97
Totaal der Iste afdeeling
21,724.09
22,047.97
4
5
II
la
14
Opcenten op do hoofdsom dor rijks personele belasting.
25 opcenten op do hoofdsom 'dor porsoncle belasting van 1 Januarij lot ul
timo April 1875
30 opconten als voron van 1 Mei tot ultimo December 18 <0
6,652.05
16,764.92
6,579.53
16,883.94s
Totaal der Ildo afdeeling
23.416.97
23,463.47s
III
Opcenten op do hoofdsom van de in het 4e lid van art. 240 der gemeentewet
bedoelde daarvoor vatbare rijksbelastingen direct naar het vermogen ol inko
men geheven met uitzondering van het patentregt. Nihil.
Totaal dor lilde afdeeling
v n
6
IV
1
Hoofdelijke omslagen of andere directo belastingen.
Plaatselijke directo belasting naar 3.80 ten honderd van liet be.astbaar
inkomenf
Af voor oninbare posten-
ƒ114,177.28
ƒ115,415.97
Totaal der IVde afdeeling
Belasting op voorwerpen van verbruik. Nihil.
Totaal der Vde afdeeling
ƒ114,177.28
ƒ115,415.97
V
V V
n
7
VI
1
Belasting op de honden.
Opbrengst der belasting op het houden van honden
1,100.—
1,128.75
Totaal der Vide afdeeling
1,100.—
1,128.75
8
VII
1
Belasting op tooneelvertooningen en andero openbare vermakelijkheden.
Opbrengst van de belasting op tooneelvertooningen enz
400.—
577.48
Totaal der Vilde afdeeling
400.—
577.48
Bijvoegsel, beiioorende bij de Leeuwarder CouraRT.