l-i2 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 28 December 1870. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende het tijdstip van in werking treden der nieuwe bepalingen omtrent de veraeelmg der gemeente in wijken en de nummering der gebouwen, j Conform de conclusie wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten: Art. 11 der op 23 Maart 1876 vastgestelde verordening betreffende de verdeeling der gemeente in wjjken „JulijV Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde wordt de ver gadering gesloten. Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876. 1 Hij la ge no. 1. MISSIVE van de raadscommissie voor liet ontwer pen van strafverordeningen, ten geleide van het ontwerp eener nieuwe verordening, betreffende de instandhouding, bruikbaarheid, reinheid, vrijheid en veiligheid der openbare wegen, bruggenverenwaterenvaartenstraten plantsoenenpleinen en andere plaatsen tot gemeeno dienst van allen bestemd, in do ge meente Leeuwarden. Aan den raad der gemeente Leeuwarden. De verordening van politiebetreffende de instandhouding bruikbaarheidreinheidvrijheid en veiligheid der openbare wegenbruggenveren waterenvaarten stratenplantsoe nen pleinen en andere plaatsentot gemeene dienst van allen bestemd in deze gemeentevastgesteld bij raadsbesluit van 27 September 1860, is sedert opvolgelijk bij vijf onderscheidene raadsbesluiten aangevuld en gewijzigd. De geldende bepalingen dier verordening zijn hierdoor te zeer verspreiddan dat zeook bij de herhaalde vernummering der artikelen, geacht mogen worden een geheel te vormen, ken baar voor de ingezetenen en voor hen aan wie de zorg voor hare naleving is opgedragen. Uwe commissiebelast met het ontwerpen van strafverorde ningen, is van oordcel, dat uit dien hoofde eene herziening en nieuwe vaststelling van deze verordening, waarvan bijna dagelijks overtredingen moeten worden geconstateerddringend noodig is. Zij heeft de eeru een ontwerp voor zoodanige nieuwe ver ordening aan te biedenwaarin de bovenbedoelde wijzigingen en aanvullingen zijn opgenomen en de redactie van sommige ar tikelen verbeterd en inverband gebragt is met de tegenwoordige inrigting van de architectuur en de stadsreiniging in deze gemeente. In zóóverre zou toelichting van de voorgestelde bepalingen zeker overbodig zijn. Uwe commissie bepaalt zich dan ook tot eenige opmerkingen omtrent enkele der voorgestelde artikelen Art. 6 is aangevuld met het verbod van het rijden op langs de huizen loopende voetpaden en trottoirs met velocipedes het toenemend gebruik van deze voorwerpen maakt die verbodsbe paling in het belang van de voetgangers wcnschelijk. Art. 14 der thans geldende verordening, waarbij aan de in gezetenen het schoonhouden en wieden van straten en wallen wordt opgelegd, komt in het thans aangeboden ontwerp niet vooromdatnaar het oordeel uwer commissiezoodanig voor schrift te zeer in strijd is met de beginselenen speciaal met art. 231der gemeentewetdan dat tegen de overtreding daar van straf zou behooren te worden bedreigd, en het opleggen van eene verpligting zonder strafbepaling tegen verzuim in eene verordening als deze niet te huis behoort. Art. 21 bevat eene verlenging van tijdgedurende welken de stadsreinigers asch en vuilnis mogen ophalennaar de nu gel dende verordening is hun dit tot 's middags 12 uur toegestaan de ondervinding iieeft evenwel de noodzakelijkheid van die ver lenging aangetoond. Art. 24, welks inhoud in de thans geldende verordening met de bepaling van het voorgaande artikel is vereenigdis nu hier van afgezonderdton einde gelegenheid te geven tegen over treding daarvan eene andereligtere straf te bedreigen. Art. 33 is geheel nieuw en bevat een voorschrift tot bescher ming van openbare voet- en gangpaden. Het roert het moeije- lijke punt van onderhoudpligtigheid niet aan en is elders ge bleken nuttig te kunnen werken. Art. 41 is mede nieuw en moet dienen, om in de daarbij om schreven gevallen de strafbepalingen van art. 471 4° C. P. te kunnen inroepen. Bij art. 47 is liet voorschrift tot het nemen van voorzorgen bij het neerlaten of naar beneden werpen mede van toepassing gemaakt bij het ophijssehen van goederen of voorwerpen. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. Art. 65 iswat den vorm aangaatnieuwdoch naar zijn in houd bij de thans geldende verordening in de onderscheidene ar tikelen verspreid. Voor de toepassing is de nu voorgedragen vorm ook om de tweede alinea verkieslijkerdewijl het bestaan van vrijstelling daardoor uitdrukkelijk wordt gemaakt tot eene exceptiewaarvan het bewijs rust op den beklaagde. Ingediend in de raadsvergadering van 13 January 1876 door de raadscommissie, belast met het ontwerpen van verordeningen, tegen de overtreding waarvan straf is bedreigd. J. BIERUMA OOSTING. A. DUPARC. E. ATTEMA. J. L. van SLOTERDIJCK. E. JONGSMA. De raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat er noodzakelijkheid bestaat tot herziening van de verordeningbetreffende de instandhouding der openbare wegen enz.tot gemeene dienst van allen bestemdin de ge meente Leeuwarden Gezien artt. 135 en 161 der gemeentewet Besluit Vast te stellen navolgende VERORDENINGbetreffende do instandhouding bruikbaarheid, reinheid, vrijheid en veilig heid der openoare wegen, bruggen, veren, waterenvaartenstratenplantsoenen, plei nen e-i andere plaatsentot gemeene dienst van allen bestemd, in de gemeente Leeu warden. Hoofdstuk I. Van de instandhouding en bruikbaarheid der openbare wegen bruggenveren waterenvaartenstraten plantsoenenpleinen en andere plaatsen tot gemeene dienst van allen bestemd. Art. 1. Ieder, hetzij eigenaar, vruchtgebruiker, gebruiker, pach ter of huurderhetzij beheerder van gebouwde of ongebouwde eigendommenbelast met het geheel of gedeeltelijk onderhoud van openbare wegenstraten of padenvan in die wegenstra ten of paden gelegen rij- of voetbruggen, van daaronder of daarlangs loopende riolen, goten of wallen, van openbare pleinenplaatsen of plantsoenenvan openbare vaarten of wa teren of van eenige daartoe behoorende werkenmoet steeds in volkomen staat van bruikbaarheid onderhouden den wegde straathet padde brughet rioolde gootden walhet pleinde plaatshet plantsoenliet waterde vaart of het werkmet het onderhoud waarvan die gebouwde of ongebouwde eigendommen zijn bezwaard. Voor openbare wegen, straten, paden enz. worden gehouden alle zoodanige wegenstratenpaden enz.welke tot gemeene dienst van allen bestemd zijn. Art. 2. Het is aan iederhetzij hij al of niet met het on derhoud van het betrokken voorwerp is belastverbodenpla- veijen of kunstbedden van openbare wegenstraten of pleinen geheel of gedeeltelijk weg te nemen ot te schendenal ware het ook door het wegbreken of wegnemen van enkele steenen uit de stratenzonder daartoe door of namens den burgemees ter te zijii gemagtigd en dan nog slechts onder stipte vervulling ven de hem bij die magtiging opgelegde verpligtingen. De bepaling van dit artikel is ook bijzonder van toepassing op hemdie een gedeelte van het plaveisel van openbare wegen, straten of pleinen wenscht op te nemen tot het plaatsen van steiger werken of dergelijkeof tot het herstellen van in die wegenstraten of pleinen gelegen riolen of andere werken. Art. 3. Het is verboden bij het reinigen van openbare we gen straten of pleinen, het plaveisel daarvan op eenige wijze, zelfs door het wegspoelen van het zand of andere zelfstandig heden tot verbinding van het plaveisel dienende, te beschadigen. I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1876 | | pagina 1