6 Bijlagen tot het verslag der handelingen vi
missie het raadzaamalleen den eigenaar aansprakelijk te stel
len voor de zorgdat de wijkletter en nummerop liet ge
bouw geplaatst, aanwezig zijn en in goeden staat onderhouden
bliiven. Wel is waar komt, naar uwe commissie meent, soort
gelijke bepaling in andere strafverordeningen voor, toch wordt
ze niet wenschelijk geacht.
Art. 6. De rapporteur der 3de sectie meendedat achter
dit artikel moet worden opgenomen eene nieuwe alineaaandui
dende den termijnbinnen welken een en anderbij het arti
kel genoemd, moet geschieden.
Uwe commissie verwijst naar de voorschriften, bij art. 3 ge
noemd door burgemeester en wethouders uit te vaardigen. Die
voorschriften van orde zullen ongetwjjfeld bevatten de termijns
bepaling, in de 3de sectie bedoeld. Met die oplossing bleek de
rapporteur dier sectie volkomen voldaan te zijn.
Art. 8 wordt voorgesteld te lezen
Overtreding of niet naleving van de artt. 56 en 7 dezer ver
ordening of van de krachtens haar door burgemeester en wethou
ders uit te vaardigen voorschriften wordt gestraft met eene boete
van f 1 tot f 3.
Art. 9. Uwe commissie meent, dat onder de in dit artikel
genoemde ambtenaren nog moeten voorkomen de hoofdopzig'ter
en de opzigtcrs der gemeentewerken.
Bijlage C. Ontwerp-reglement betreffende de aanhouding der
bevolking- en wijkregisters.
Art. 2. Bij dit artikel wijst uwe commissieeven als in de
de eerste sectie is geschiedop art. 29 van het koninklijk be
sluit van 3 November 1861 (Stbl. no. 94)bepalende „dat in die
gemeentenwaar het bevolkingsregister wordt gehouden naar de
letters van het alphabet, een huizen register (of huizenklapper)
wordt aangelegd." Aan dat wettelijke voorschrift zal moeten
worden gevolg gegeven. Die huizenklapper moet dus worden
opgemaakt en bijgehouden, afgescheiden van registers, die in
het besproken artikel met name worden genoemd. Voorts wordt
ter dezer plaatse herinnerd aan de in dit rapport bereids ver
melde noodzakelijkheid, om van alle wijken kaarten te doen
vervaardigenaantoonende alle perceelendie moeten worden
genummerd.
Art. 3. In de tweede sectie werd voorgesteld en aangenomen
het denkbeeld, om de beide wijkmeesters eencr wijk niet op
één en hetzelfde tijdstip te doen aftreden. Men gaf daar de
voorkeur aan de bepalingdat de wijkmeesters voor zes jaren
worden benoemd en om de drie jaren één van hen aftreedt,
volgens een op te maken rooster. Natuurlijk zou daarbij moe
ten worden in het leven geroepen eene overgangsbepaling
krachtens welke de eerste aftreding van de eene helft der wijk
meesters wordt bepaald drie jaren na de inwerkingtreding
dezer verordening. Uwe commissie kan zich met dat denkbeeld
volkomen vereenigen.
Art. 4. Eveneens wordt door uwe commissie gedeeld de mee
ning van de derde sectie, dat dit artikel niet in deze verorde
ning te huis behoort en dus zal moeten vervallen.
Bij art. 179 letter o der gemeentewet toch wordt de benoeming
van wijkmeesters aan burgemeester en wethouders opgedragen.
De raad mag bij gevolg het collegie in diens keuze niet bin
den of beperkenmaar behoort zoowel de benoeming als de
vaststelling van de vereischten voor benoembaarheid aan het
collegie zelf over te laten. Men zie van OostenrijkGemeente
wet bladz. 902 en 903v. Emden I, bladz. 369Walker Óre-
merbladz. 86.
Vermits het voorts een algemeene regel van staatsregt is,
dat de autoriteitdie benoemtook schorst en ontslaatzal ook
art. 22 uit deze verordening moeten worden verwijderd. Het
daar vermelde betreft uitsluitend eene bevoegdheid van burge
meester en wethouders, die hun toekomt buiten deze verorde
ning om.
Art. 5. Aan dit artikel moet worden toegevoegd eene bepa-
n den gemeenteraad to Leeuwarden1876.
lingdatindien de benoemde wijkmeester den termijn van
acht dagen laat verloopen zonder kennisgevinghij geacht wordt
de benoeming niet aan te nemen.
Art. 8. Hier moet, in plaats van „ontstentenis", worden ge
lezen tijdelijke verhinderingook als duidelijke tegenstelling van
art. 20.
Art. 10. In al do sectiën is opgemerkt, dat in dit artikel
achter het woord „register" moeten worden ingelascht de woor
den: ieder voor zooveel zijne wijk betreft. De commissie van
rapporteurs vereenigt zich daarmede.
Artt. 11, 13 en 14. Hier zou zij, in plaats van „beambte"
willen lezen burgemeester en wethouders. Het collegie van dage-
ljjksch bestuur moet verantwoordelijk blijvenniet een beambte,
dien het meer bepaald met dezen tak der administratie belast.
Eindelijk zullen aan het slot moeten worden opgenomen de
volgende overgangs-bepalingen
Art. 21. De tegenwoordige wijkmeesters blijven hunne be
trekking bekleeden totdat zij door anderenvolgens dit regle
ment, zijn vervangen.
Art. 22. De benoeming van nieuwe wijkmeesters geschiedt
binnen eene maand na de inwerkingtreding van dit reglement.
De eerste aftreding van de helft der nieuw benoemden heeft
plaats op den 1 Januarij 1879.
Art. 23. Dit regiement treedt in werking den
Eij lage D. Ontwerp-reglement voor de bevolkings-agenten in
de gemeente Leeuwarden.
In de tweede sectie werden een paar bedenkingen gemaakt,
welke door uwe commissie niet worden gedeeld en waaromtrent
zij met eene eenvoudige vermelding meent te kunnen volstaan.
In die sectie werd de meening uitgesproken, dat men zou
moeten bepalendat er ten minste twee bevolkings-agenten zijn,
en voorts duidelijk behoorde uit te komendat de agenten zei
ven het registerbedoeld in art. 2aniet mogenniet behoo-
ren aan te houden. Uwe commissie is van oordeeldat de bij
voeging van de woorden ten minste in art. 1 overboaif is, daar
gelaten de waarschijnlijkheid, dat twee bevolkings-agenten wel
duurzaam voldoende zullen zijn en het bovengenoemd verbod
onnoodig isomdat de werkzaamheden dezer agenten met name
in de verordening opgenoemd en omschreven zijn.
Van uwe commissie gaat intusschen bij deze het voorstel uit,
om de bevolkings-agenten, met het oog op de hun bij art. 9
van het ontwerp bijlage B opgedragen zorg voor de naleving der
daarin gegeven voorschriften, te doen beëedigen en in de ver
ordening een artikel op te nemenbehelzende het formulier van
den af te leggen eed.
Aan het slot dezer verordening vóór het laatste artikel zul
len behooren voor te komen een paar overgangsbepalingen
luidende
Art. 8. De tegenwoordige wijkboden blijven hunne betrek
king bekleeden totdat de benoeming van bevolkings-agenten
overeenkomstig art. 1is geschied.
Art. 9. De benoemingin art. 1 bedoeldgeschiedt binnen
ééne maand na de inwerkingtreding van dit reglement.
Met betrekking eindelijk tot de redactie van de drie ontwer
pen werdenzoowel in de sectiënals bij uwe commissieon
derscheidene aanmerkingen gemaakt. Het zou te ver leiden
die allen te vermelden. Uwe commissie heeft de voorkeur ge
geven aan het opmaken van geheel nieuwe ontwerpen. De ver
gelijking daarvan met de aangeboden ontwerpen zal de veran
deringen van zelf in het oog doen vallen.
Op grond van en in verband met de vorenstaande beschou
wingen heeft uwe commissie de eer u voor te stellen
I. Ter vervanging van de bestaande verdeeling der gemeente
in 15 wijkende gemeente te verdeden in 27 wijkenop de
wijze, omschreven op den bij de stukken gevoegden staat en
aangeduid op dc planteekening.
Bijlagen tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1876.
7
II. Vast te stellen de door uwe commissie nader opgemaakte
hierbij gevoegde verordeningen als
a. betreffende de verdeeling der gemeente in wijken en de
nummering der gebouwen
b. betreffende de aanhouding der bevolkings- en wijkregisters
c. voor de bevolkings-agenten.
Aldus gerapporteerd en voorgesteld in de vergadering van
den raad der gemeente Leeuwarden, den 13 January 1876.
E. ATTEMA.
A. DUPARC.
O. W. A. BUMA.
Bijlage B.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat het wenschelijk is, nieuwe bepalingen vast
te stellen betreffende de verdeeling der gemeente in wijken en
de nummering der huizen
Gezien artt. 135 en 161 der gemeentewet;
Besluit
Vast te stellen navolgende
VERORDENING, betreffende de verdeeling der
gemeente Leeuwarden, in wijken en num
mering der gebouwen.
Art. 1. De gemeente wordt verdeeld in 27 wijken. Deze wij
ken worden naar de enkele en dubbele letters van het alpha
bet genoemd.
Een door burgemeester en wethouders vast te stellen tabel
wijst deze verdeeling in wijken aan.
Art. 2. Burgemeester en wethouders zorgendat de namen
der grachtenkadenpleinenstratenstegen enz. op eene
leesbare wijze aan gebouwen, muren of schuttingen worden
aangeduid.
Art. 3. Op elk gebouw worden volgens de door burgemees
ter en wethouders te geven voorschriften en door hunne zorg
de letter geplaatst van de wijk en een nummerdit laatste ter
grootte van 10 centimeter.
Art. 4. De nummering der gebouwen geschiedt straatsgewijze.
De nummers worden, zoo noodig, verdeeld in bisnummers.
De aanwijzing van nieuwe nummers of bis-nummers geschiedt
door burgemeester en wethouders.
De gebouwen in sloppen of niet doorloopende stegen worden
genummerd in de volgorde der straten of grachtenwaarin zij
zijn gelegen.
Aan den ingang van deze sloppen of stegen worden de num
mers van de daarin gelegen gebouwen vermeld.
Art. 5. De eigenaar van een gebouw is verpligt te zorgen
dat de wijkletter en het nummer, daarop geplaatst aanwezig
zijn en in goeden staat onderhouden blijven.
Gedurende het verrigten van werkzaamheden aan eenig ge
bouw waardoor de letter en het nummer onzigtbaar worden
is de eigenaar van dat gebouw verpligt te zorgendat zij dui
delijk leesbaar aan den openbaren weg blijven aangeduid.
Van letters of nummerswaarmede eenig gebouw vroeger is
gemerkt geweest, mag geene aanduiding aan den openbaren weg
plaats hebben.
Art. 6. Bij stichtingwederopbouwsplitsing of yereeniging
van gebouwen zijn de eigenaars daarvan verpligtzich tot bur
gemeester en wethouders te wendenten einde van hen opgave
te ontvangen van de letters en nummersdie op de gebouwen
moeten worden geplaatst.
Art. 7. Indien burgemeester en wethouders het noodig oor-
deelendat de letter of het nummerwaarmede een gebouw
is aangeduid, door eene andere letter of een ander nummer
wordt vervangen, is de eigenaar verpligt, de nieuwe letter of
het nieuwe nummer op het gebouw te doen plaatsen.
Art. 8. Overtreding of niet naleving van de artt. 56 en 7
dezer verordening of van de krachtens haar door burgemeester
en wethouders uit te vaardigen voorschriften wordt gestraft met
eene boete van f 1 tot f 3.
Art. 9. De zorg voor de naleving dezer verordening worde
opgedragenbehalve aan den commissarisde inspecteurs en de
dienaren van politieaan den directeurden hoofdopzigter en
de opzigters der gemeentewerken en de bevolkings-agenten.
Art. 10. Deze verordening treedt in werking den
Bijlage C.
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegendedat het wenschelijk isnieuwe bepalingen vast
te stellenbetreffende de aanhouding der bevolkingsregisters
Gezien art. 135 der gemeentewet;
Besluit
Yast te stellen navolgende
VERORDENING, betroffende do aanhouding dor
bovoiking- en wijkregisters.
Art. 1. Het bevolkingsregister wordt aangelegd en bijge
houden in alphabetische volgorde.
Art. 2. Door de zorg van burgemeester en wethouders wor
den bovendien aangelegd en bijgehouden
a. een registerbevattende de nummers van alle gebouwen
met aanduiding van de straat, gracht enz. en wijk, waarin zij
zijn gelegenalsmede de namen der hoofdbewoners en overige
inwonende personen
b. een register van alle gebouwen in de gemeenteaanwij
zende zoowel de daarvoorvolgens de bepalingen der verorde
ning betreffende de verdeeling der gemeente Leeuwarden in
wijken en de nummering der gebouwenbestemde nummers
als de wiiklettcrs en nummerswaarmede deze vroeger werden
aangeduid.
van laatstgenoemd register kunnen belanghebbenden steeds
ter secretarie kosteloos inzage nemen.
Art. 3. Voor elke wijk worden door burgemeester en wet
houders twee wijkmeesters benoemd voor- den tijd van zes ja
ren in te gaan met den 1 January.
Een van hen treedt om de drie jaren af, volgens een daar
van te maken rooster.
Het lot bepaalt den tijdwaarop elke wijkmeester naar den
rooster aftreedt.
De aftredende is dadelijk weder verkiesbaar.
De tusschentijds benoemdetreedt af op het tijdstipwaarop
de geenin wiens plaats hij is benoemdzou nebben moeten
aftreden.
Indien de geringe bevolking of de ligging dit medebrengt
kunnen voor twee wijken dezelfde personen worden benoemd.
Art. 4. De tot wijkmeester benoemde geeft binnen acht da
gen nadat de benoeming ter zijner kennis is gekomenschrif
telijk berigt aan burgemeester en wethoudersof hij de benoe
ming aanneemt.
Hij wordtlaat hij dien tijd zonder berigt voorbijgaange
acht'de benoeming niet aan te nemen.
Art. 5. In dc inkwartieringvoor zoover dieblijkens het
daarvan .aangelegd register, ten laste van de wijkmeesters be
hoort te komenwordt van wege en op kosten der gemeente
voorzien.
Art. 6. De wijkmeesters regelen onderling de werkzaamhe
den. Ingeval van verschilbeslissen burgemeester en wethou
ders.
Art. 7. Bij tijdelijke verhindering van een der wijkmeesters
neemt de overblijvende de betrekking waar.
Bij tijdelijke verhindering van beide wijkmeestersnemen die
van de naast bij gelegen wijk of wijken, op aanwijzing van
burgemeester en wethoudersdie betrekking tijdelijk waar
onverminderd de bevoegdheid van burgemeester en wethouders
om de tijdelijke waarneming aan anderen op te dragen.
Art. 8. De wijkmeesters geven aan de bevolkings-agenten alle