98
Bijlage tot het verslag de
BEGROOTING 1S77.
Sommen
tb
1
Voorgedragen
over 1576
J> 2
Sï
toegestaan.
0 S
sommen.
I"
UITGAVEN.
182 VII 11
I
1
f 0,500.—
6,700.—
183
2
18,830.-
14,855.-
184
3
7,915.-
8,000.—
185 1
4
60,870.—
54,440.—
186
5
3,200.-
3,000
187
6
1,430.-
1,430.—
188
7
900
700.—
189
8
395.-
395.
190
9
050.
B 050.—
191
10
3,771.—
4,128
'92
11
150.—
150
193
12
450.—
450.—
194
13
2,200. -
2,200.-
195
14
150.—
150.-
106
ló
400.—
197 III
1
100.—
100.—
198 I
2
100.—
100.—
199 1 -
3
425.
425.—
200 IV
1
4,910.50
4,080.
der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1876.
Tengevolge der benoeming van den leeraar voor de Fransche en Engolsche
talen aan het gymnasium tot leeraar aan de rjjk» hoogere burgerschool alhier,
dient deze van het geven van onderwas in een der genoemde talen aan eerstge-
melde inrigting te worden ontheven. Aangezien hij bereid is zich met het onder
wijs in de Fransche taal te blijven belasten tegen eene jaarwedde van ƒ400.
en tegen gelijke bezoldiging een docent voor de Engelsche taal kan worden ver
kregen zal hierdoor voor jaarwedden 100.— minder dan vroeger worden
vereischt.
Voor de verdere koeten van het onderwijs aan deze inrigting wordt eene som
van 400.- - voldoende geacht.
De uitbreiding der werkzaamheden van de docenten aan de middelbare school
voor meisjestengevolge van het tot stand komen eener 5e klasse bij don aan
vang van het tweede schooljaar en van de noodzakelijkheid dor splitsing van de
lc klasse heeft er toegeleid aan verschillende docenten tijdelijk het genot van
toelagen boven hunne jaarwedden te verzekerenterwijl voorts ter aanvulling van
het personeel der docenten de vereischte benoemingen hebben plaats gehad.
In verband met een en ander is het bedrag der op dezon post te verantwoorden
jaarwedden belangrijk hooger.
Ook voor de onderdeden 5, c en d is een hooger cijfer in uitgaaf gesteldom
dat deswege voor 1877 vermoedelijk meer zal benoodigd zjjn dan voor 1876 be
schikbaar is gesteld.
De kosten der burger dag- en avondschool zjjn iets lager geraamd, tengevolge
van het uittrekken van een minder bedrag voor de onderdeelen b en c.
Voor jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de verschillende gemeente
scholen voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs en aan de gemeente
bewaarscholen, wordt voor 1877 een belangrijk hooger cijfer in uitgaaf aangebragt,
in verband met de verhooging der jaarwedden zoo van hoofd- en hulponderwijzers
als van onderwijzeressen aan verschillende scholen met ingang van 1 Januarij 1877.
In het vooruitzigt dat ten behoeve der gemeentescholen nos. 2 en 3 in 1877
gebouwen in gebruik zullen worden gesteld die gelegenheid aanbieden om do
leerlingen van elke afdeeling der betrokken school in een afzonderlijk lokaal te
plaatsen, wordt het noodig geacht wegens die scholen voor 1877 een hooger be
drag op de begrooting uittet rekken.
Over 1875 werd voor de kosten van gasverlichting in de verschillende gemeente
scholen en van de daarvoor benoodigde toestellen eone uitgaaf vereischt van
ƒ939.56.
Met het oo£ daarop heeft men gemeend voor 1877 op dit artikel een bedrag
van 900 beschikbaar te moeten stellen.
Voor onderhoud en schoonhouden van de gebouwen en meubelen der verschil
lende inrigtingen van onderwijs, wordt op de begrooting aangebragt de som, die
volgens opgave van den directeur der gemeentewerkente dier zake zal worden
vereischt.
Tot gelijk bedrag begroot als voor 1876. Wel was voor kosten der gjjmnastiok-
school over 1875 eene uitgaaf noodig van ruim ƒ2,400.tdoch het meerder be
drag werd in dat jaar hoofdzakeljjk gevorderd voor herstellingen aan het gebouw
ten welken einde over 1877 geene buitengewone uitgaaf zal behoeven plaats te
vinden.
In 1876 isten behoeve van eene alhier op te rigten muziekschoolvan ge
meentewege eene subsidie toegestaan van 400.welk bedrag voor 1877 op de
zen post in uitgaaf zal worden aangebragt.
Het verschil in de raming van de kosten dér schutterjj over 1876 en 1877 vindt
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1876.
99
BEGROOTING 1877.
VII
VIII
Voorgedragen
sommen.
Sommen
over 1876
toegestaan.
UITGAVEN.
IV
50.—
20.—
100.—
200
500.—
100.—
1,008.
1,800.
6,600.
51,875.
50.
20.
100.—
200.—
500.—
100
1,097.60'
zijn grond hierin, dat onder het bedrag op de dienst 1877 uitgetrokken, is be
grepen een gedeelte der somvereischt voor de aanschaffing van kapotjassenten
dienste van de schuttersdieiugeval van brand bij nachtdienst moeten doen.
1,800.-
6,600.—
49,100
Niettegenstaande de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de gemeen
tescholen voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs met ingang van 1
January 1877 worden verhoogd, waardoor ook de te verantwoorden pensioen-bij
dragen een hooger cijfer zullen beloopenwordt op dit art. een lager bedrag in
uitgaaf gesteld, omdat over 1877 geene korting op do jaarwedden der leeraren
van de burger dag- en avondschool meer te verantwoorden zal zijn.
Over 1877 zal rente moeten worden betaald van de volgende leeningen
1853, groot ƒ147,000.k 4 pet., na aflossing in 1876 van ƒ4,000.— be
dragende ƒ101,000.
1856, groot ƒ110,000.ii 4 t/g pet., na aflossing in 1876 van
2,000.— bedragende 79,000.
1859, groot 78,000h 5 pet., na aflossing in 1876 van
ƒ3,000.bedragende 5,000.—
1862, groot ƒ84,000.h 4 1 j pet., na aflossing in 1876 van
2,000.bedragende 60,000.
1863, groot ƒ64,000, it 41: pet., na aflossing in 1876 van
ƒ2,000.bedragende ƒ54,000.
1864, groot 25,000.a 5 pet, na aflossing in 1876 van
1.000.bedragende ƒ13,000.
1865, groot ƒ117,000.k 5 pet., na aflossing in 1876 van
ƒ1,000.bedragende ƒ104,000.—
1868, groot ƒ75,000.ii 5 pet., na aflossing in 1876 van
1,000.bedragende ƒ73,000.
1869, groot ƒ53,000.a 5 pet., na aflossing in 1876 van
f 1,000.—bedragende 52,000.
1871 le serie ad ƒ34,000, k 5 pet., voor de verbetering der
inrigting van het aschlandna aflossing in 1876 van 2,000.—
bedragende ƒ26,000.
1871, groot ƒ46,000.a 5 pet., waarvan de aflossing aan
vangt met 1878
1872, groot ƒ60,000.a 5 pet., waarvan de aflossing aan
vangt met 1879
1873 groot ƒ200,000.a 5 pet., na aflossing in 1876 van
ƒ3,000.bedragende ƒ197,000.
1874, groot ƒ40,000, k 4 pet., waarvan de aflossing aan
vangt met 1880
1875, groot 90,000 k 4 V2 pet.waarvan de aflossing aan
vangt met 1877
Van de leening aan te gaan voor de dienst 1876 tot een bedrag
van 100,000.— wordt de rente in uitgaaf gesteld naar 4 i/g pet.
Zamen
Wegens rente van de leening, ten behoeve van de dienst 1877 on
sten opgenomenwordt geene som in uitgaaf gebragtomdat daarvoor welligt een
genoegzaam bedrag zal beschikbaar blijven van de som die als rente van de lee
ning voor 1876 is uitgetrokken.
f
4,040.—
n
3,555
V
250.—
n
2,700.—
V
2,430
V
650.—
■n
5,200.—
•n
3,650.—
n
2,600
D
1,300.—
2,300
3,000.—
9,850.—
n
1,800.
4,050.
n
4,500.
51,875.—