I I w P4 li I Bijlage no. 14. «lij 'j ïl4f' an 1 Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1877. 49 VOORSTAL van burgemeester en wethouders tot oprigttng van een gijmnasium, over eenkomstig de wet van 28 April 1876 (Staatsblad no. 102). MIJNE HE EREN! De wet van den 28 April 1876 tot regeling van het hooger onderwijs {Staatsblad no. 102) bepaalt, dat in elke gemeente, waar de bevolking twintig duizend zielen te boven gaat, door het gemeentebestuur een gijmnasium wordt opgerigt of naar de voorschriften dier wet ingerigt en in stand gehouden. Waren wij met gebonden geweest door de bepaling van art. 7 der wetinhoudende dat het onderwijs aan de gijmnasia ge geven wordt in een zesjarigen cursus, in overeenstemming met een leerplandoor den Koning bij algemeene maatregel van inwendig bestuur vastgestelddan zouden wij reeds terstond na de aanneming der weteen voorstel aan uwe vergadering heb ben aangeboden tot oprigting van een gijmnasiumvolgens de nieuwe wet. Nu dat leerplan bij koninklijk besluit van den 27 April 1877 Staatsblad no. 85) is vastgesteld en bij besluit van den 6 Mei d.a.v. Staatsblad no. 101) <s bepaald, dat de wet van 28 April 1876 op den 1 October 1877 in werking treedt, meenen wij onverwijld een plan te moeten aanbieden tot inrigting van ons gijmnasiumzooveel mogelijk overeenkomstig bedoeld leerplan. Wel geeft art. 114 der wet aan de gemeente de vrijheid, gebruik te maken van den termijn van drie jaren om aan hare verpligting te voldoenmaar wij zijn het volkomen eens met heeren curatorendat het niet aanbevelingswaardig is van dien termijn gebruik te maken. Bovendien meenen wij ook geheel in den geest uwer vergadering te handelenom met den meesten spoed uitvoering te geven aan eene wet, die sedert tal van jaren was toegezegden in afwachting waarvan verbetering van een bestaandenonvoldoenden toestand steeds is tegen gehouden. Overtuigd van het urgente der regeling hebben wij ons dan ook, terstond nadat het leerplan in de Staats-Courant was op genomen, bij missive van den 12 Mei j.l.no. 83 383, tot hee ren curatoren gewend, met verzoek ons hunne zienswijze te willen mededeelen over de inrigting van het gijmnasiumzoo wel ten opzigte van de lokaliteitals van het personeel en in verband daarmede ons die voorstellen te willen doen, die zou den kunnen strekken om met vereischten spoed een volledig plan aan uwe vergadering ter vaststelling te kunnen aanbieden. Ter voldoening aan dat verzoek hebben heeren curatoren in dato 23 Mei 1.1. het hierbij gevoegd uitvoerig en degelijk rapport ingezondenbevattende eène naauwkeurige opgave van hetgeen naar hun oordeelop grond der wet en der koninklijke beslui ten voor deze gemeente noodzakelijk zal zijn. Dit rapport gaf aanleiding tot eene conferentie met heeren curatorenwaarvan het resultaat wasdat algemeen als hoogst wcnschelijk werd aangenomenomzoowel met het oog op het belang der inrigtingals op dat der leerlingenmet den 1 October e.k. het gijmnasium alhierzooveel mogelijk naar het nieuwe leerplan in te rigten. Zooals wij reeds boven opmerktenkan uitstel niet dan na- deelig werkenomdat bij de groote schaarschte aan leeraren zoowel in de oude talen en aanverwante vakken, als in de nieuwe talendie gemeenten die het eerst eene oproeping van sollicitanten kunnen doenzeker de meeste kans van slagen zul len hebben. Maar ook zal eene spoedige regeling van overwegenden in vloed zijn op het getal leerlingen. Het ligt in den aard der zaak dat ouders buiten en ook zelfs enkele in deze gemeente wonendehunne kinderen liever zul len zenden naar een gijmnasiumdat reeds naar het nieuwe Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. leerplan is ingerigtdan ze nog eentwee of d»*ie jaren aan deze of gene inrigting te plaatsenwaar ze hoe goed overigens ook onderwezengeen of geen voldoend onderwijs kunnen ont vangen in de oude talenom na verloop van bedoeld tijdvak met vrucht in die klasse op het gijmnasium te kunnen worden geplaatstwaar ze volgens hunne algemeene ontwikkeling zou den behooren. Volgens het leerplan moet op het gijmnasium met zesjarigen cursus onderwezen worden Oude talen en aanverwante vakken 94 uur per woek. Nederlandsche taal en letterkunde 11 Fransche taal11 Hoogduitsche taal9 Engelsche taal7 Geschiedenis16 Aardrijkskunde9 "Wiskunde17 Natuurkunde4 Scheikunde6„ Natuurlijke historie7 Te zamen 191 uur per week. Wat het onderwijzend personeel betreft, geven curatoren in hun rapport te kennendat voor het onderwijs in de klassieke vakkente weten de Grieksche en Latijnsche talen en letter kunde en de geschiedenis en aardrijkskundein klasse IVV en Vla, er vijf leeraren zullen worden gevorderd, waarvan twee, de rector en conrector, doctoren in de bespiegelende wijs begeerte en letteren moeten zijnen de overige drie ook kan didaten in genoemde vakken* kunnen zijn. Deze berekening berust op de stelling dat er aan het gijm nasium leerlingen voor alle zes studiejaren aanwezig zijn. Bij de wetenschap, dat er bij den aanvang van den cursus geen zesde klasse zal bestaanzijn wij van meening dat het getal leeraren voor de oude talen en verwante vakken voor hands op vier kan worden bepaald. Immersvolgens opgave van curatorenzoude er door ge melde leerarenbij het bestaan van zes klassen's wekelijks 103 uur onderrigt moeten worden gegevente wetenin a. de Grieksche taal en letterkunde 47 b. de Latijnsche taal en letterkunde 47 g. de Geschiedenis in kl. IY, V en Vla 6 h. de Aardrijkskunde in kl. IY, Y en Vla 3 Te zamen 103 uur. Bij het ontbreken van leerlingen voor het Vie studiejaar kan dat getal met 29 uur per week verminderd en op 74 uur ge steld worden. Yerder zal onderwezen moeten worden de Nederlandsche taal en letterkunde 11 uur per week, de Fransche taal de Hoogduitsche taal de Engelsche taal de Geschiedenis in klasse IIIIII Vla en VU de Aardrijkskunde in kl. I, Ilen'III 11 1 7 10 4 d. e. f. 9- h. Te zamen 52 uur per week. Hiervoor zullen vereischt worden drie leeraars. Voor de vakken d, e en f van het leerplan zullen die leeraars eene akte voor het middelbaar onderwijs moeten hebbenwat de vakken cg en h aangaatkunnen 't ook zijn doctoren oi kandidaten in de bespiegelende wijsbegeerte en letteren. Volgens het gevoelen van heeren curatoren zoude voorloopig het onderwijs in de Engelsche taal aan den tegenwoordigen docent kunnen worden opgedragendie niet alleen voor die taak bij uitnemendheid bekwaam en geschikt ismaar die zich ook met het oog op de weinige urenvoor 't onderwijs in die taal 11 lllxtt J*-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 25