Bijlage no. 17. I Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1877. I Werkelijk bedrag vol gens de rekening. UITGAVEN. Transport f 10,915.24s polilie en van invordering van ge meente-belastingen VII afd. I armwezen „II onderwijs7,279.26 III-VI militie, schutterij, uitkeeringen enz. VIII I renten en aflossing wegens geldleeningen III pensioenen en gratificatiën 401. IX verschillende uitgaven XI onvoorziene uitgaven f 34,618.57s 259.105 4,350.31 624.26 4,978.75 355.96 5,674.345 f 50,861.31 18,596.00s f 32,265.30s Opgemaakt naar aanleiding van art. 219 der gemeentewet door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. Bijlage tot het verslag der handelingen van Voorstel van heoron curatoren van het gymna sium te Leeuwarden tot tijdelijke aanvulling van het onderwijzend personeel aan die in- rigting. Leeuwardenden 12 September 1877. Het collegie van curatoren van het stedelijk gymnasium al hier nam met leedwezen kennis van het door den raad in zijne zitting van 26 Julij j.L genomen besluit, om de reorganisatie van het gymnasium uit te stellen. Curatoren meenen hierbij te moeten opmerkendat zijdoor eene reorganisatie wenschelijk te keurenniet in tegenspraak komen met het door hen in hunne jaarverslagen afgelegde ge tuigenis omtrent het aan die inrigting gegeven onderwijs. Zij meenen met gerustheid te mogen bewerendat de door ons gymnasium in de laatste jaren geleverde leerlingen in bekwaam heid en ontwikkeling niet behoeven onder te doen voor hen die aan andere dergelijke inrigtingen zijn opgeleid. Dat het lokaal geheel onvoldoende is en de leermiddelen nagenoeg ge heel ontbreken is telken jare aangevoerd en zal wel door nie mand worden tegengesproken. Voor eenige jaren echter, was hier eene regeling ingevoerd, die op zich zolve zeer goed werkt, maar niet strookt met een bij de nieuwe wet op het hooger onderwijs aangenomen begin sel. Deze laatste wil, namelijk, den gymnasialen cursus, on- middelijk doen aansluiten aan het gewoon lager onderwijster wijl het onderwijs aan ons gymnasium tegenwoordig voortbouwt op een tweejarigen cursus aan eene middelbare school of over eenkomstig uitgebreid lager onderwijs. Het gymnasium bevat dus geene klassedie gelijk zou staan met het eerste studiejaar naar de eischen der wet. Daarvan zou dus het gevolg wezen, dat aan 12-jarige knapen, die in het eerste studiejaar zeer goed op hunne plaats zouden wezen, voor het tegenwoordigede toegang tot het gymnasium moest wor den geweigerd. Zij zouden dus bf hunne toevlugt moeten zoe ken bij het middelbaar of uitgebreid lager onderwijsom later op het gymnasium te komen met meerdere ontwikkeling dan alsdan voor de toelating vereischt wordt, en daardoor hunne studie met minstens één jaar verlengd zienof welzij zouden voor ons gymnasium verloren zijn en elders plaatsing moeten zoeken. Bij het eerste toelatings-examon op 6 Julij j.l. konden van de negen candidaten slechts twee direct en twee voorwaardelijk, naar het bestaande programma worden toegelaten, terwijl een vijftal volstrekt niet aan die eischen voldeed. Bij eene reorganisatie zouden ze echter zeer geschikte leer lingen voor het eerste studiejaar hebben kunnen zijn. Curatoren hoopten, bij eene eventuele aanneming van het toen aanhangige voorstel van burgemeester en wethouders door den gemeenteraad, hen met October te kunnen plaatsen. Die hoop werd echter door het bovengenoemde raadsbesluit verijdeld. Nu had het collegie van curatoren zich op dit raadsbesluit kunnen beroepen en bij de gevolgen daarvan zich kunnen ne- derleggen. Toen zich echter voor het tweede toelatings-examen, tegen 3 dezes uitgeschreven, weder verscheidene candidaten hadden aangemeld, zijnde deels de in Junij afgewezene, deels nieuwen, achtte het collegie het zijn pligtmiddelen te bera men om leerlingen voor het gymnasium te behoudendie het misschien later tot sieraad zullen strekken. Tusschen de acht candidaten, die zonder eenige kennis van oude talen zich nu voor het gymnasium aanmelddenwerd eene splitsing gemaakt. Drie hunner konden volgens de bestaande regeling worden toe gelaten tot de eerste klasse, die dus, met do twee in Julij ge- admitteerden nu 5 leerlingen telt. De vijf overigen voldeden volstrekt niet aan de eischen van het nu geldende programma, Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877. 71 maar we! aan de door de nieuwe wet op het hooger onderwijs voor de toelating gestelde voorwaarden. Dit vijftal knapen (dat inmiddels reeds met een drietal vermeerderd is)werd als toehoorders mede toegelaten. De heer conrector zag er geen bezwaar in ze aanvankelijk met de eerste klasse te vereenigen in de Latijnsche lessenterwijl de hoeren leeraren van Belkum en Nauta bereidwillig de taak op zich namen deze knapen elk een paar uren 's weeks afzonderlijk onderwijs te geven. Curatoren vertrouwen, dat de gemeenteraad te zijner tijd be reid zal worden bevonden aan genoemde heeren voor de door hen aan deze voorbereidingsklasse onverpligt besteden tijd en moeite eene billijke vergoeding toe te kennen. Deze regeling evenwel, waardoor de bedoelde jongelieden aan het werk worden gezet en voor het gymnasium behouden blijven, kan natuurlijk slechts als eene zeer voorloopige worden beschouwd. Al zijn aanvankelijk al de nieuw toegelaten leerlingen te za- men voor de beginselen van het Latijn in ééne klasse vereenigd, het valt niet te betwijfelen of op den duur zal dit niet kunnen voortdurendaar deze jongeliedenop zeer verschillenden trap van ontwikkeling staan. De voorbereidende klasse zal op den duur de eigenlijke eerste klasse niet kunnen bijhouden, en daar de conrector behalve hen nog de tweede klasse in oude talen te onderwijzen heeftzoude deze taak op den duur voor één persoon te zwaar worden. Buitendien kan onze voorbereidingsklasse ook voor de andere vakken niet tot haar regt komen. Voor aardrijkskunde, ge schiedenis en Ncderlandsche taal zal zij vrjj wat meer lesuren moeten hebbendan de enkele urendie zij tegenwoordig met de eigenlijke eerste klasse deelt. Ook aan de Fransche taal zullen per week moer uren moeten worden besteed dan de heer Nauta daaraan kan geven bij het groote aantal lesurenwaar mede hij nu reeds belast is aan de beide inrigtingen, aan welke hij onderwijs geeft. Wat de wiskunde betreft, is de heer van Belkum dit jaar in de gelegenheiddaaraan eenige uren meer te wijdendaar hij aan de rijks hoogere burgerschool minder uren les geeft dan in de vorige jaren. Het collegie van curatoren vertrouwt, dat uwe vergadering zal goed keuren wat het in het belang der aan zijne zorgen toever trouwde inrigting meende te moeten doen, en verzoekt dat door u zoo spoedig mogelijk de maatregelen worden genomen, noo- dig om de voorbereidingsklasse geheel tot haar regt te doen toe komen. In afwachting eener definitieve regeling van het gymnasium stelt dus het collegie van curatoren voor 1. een doctor of candidaat in de letteren tijdelijk aan te stel len als praeceptor en hem het onderwijs in de voorbereidings klasse op te dragen in Latijn, NederlandsehGeschiedenis en Aardrijkskunde 2. aan den heer van Belkum het onderwijs in de Wiskunde ook in deze klasse tijdelijk op te dragen 3. voor een zestal lesuren per week in het Fransch tijdelijk hulp te zoeken bij het onderwijzend personeel in deze gemeente. Curatoren vleijen zich, dat door het nemen van deze maat regelen de belangen van vele ouders zullen worden gebaatdat ons gymnasium, hetwelk nu, met inbegrip van enkele toehoor ders, omstreeks 30 leerlingen telt, in den tijd van overgang voor verval zal worden behoed, en dat het met onverzwakte krachten de reorganisatie overeenkomstig de nieuwe wet op het hooger onderwijs zal te gemoet gaan. Het Collegie van Curatoren van het Gymnasium te Leeuwarden (get.) C. P. BURGER, Voorzitter. MINNEMA BUMA, Secretaris. i3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 44