Bijlage no. 3. 6 Bijlage tot het verslag der handelingen va ders van honden worden op een of meer aanvullings-kohieren gcbragt, waarmede gehandeld wordt overeenkomstig artt. 2 en en 3 dezer verordening. Art. 8. De belasting is vorderbaar in één termijnverval lende op den dag door burgemeester en wethouders te bepalen bij de vaststelling van het kohier. Die dag wordt door den ontvanger in het aanslagbillet vermeld. Art. 9. Bij de voldoening der belasting wordt door den ont vanger voor eiken hond kosteloos een metalen kenteeken uit gereikt, waarop het jaar waarvoor het wordt uitgereikt, be nevens een doorloopend volgnummer worden uitgedrukt en verder volgens een door burgemeester en wethouders vast te stellen model. Dit kenteeken wordt ieder jaar bij de betaling der belasting verwisseld. Dat van het vorig jaar blijft van waarde tot op den verschijndag der betaling. Art. 10. Houders van hondenbedoeld bij art. 3 van het besluit tot het heffen dezer belasting, mogen dezelve niet an ders op den openbaren weg laten komen dan begeleid en vast gehouden aan een touw of ketting of vastgemaakt aan het voer tuig dat zij trekken. Art. 11. De eigenaar, bezitter of geleider is verpligt het in art. 9 omschreven kenteeken door iederen hond aan een hals band te doen dragen, op zoodanige wijze vastgemaakt, dat het kenteeken behoorlijk zigtbaar zij. Art. 12. Alle honden welke, niet voorzien van het bij art. 9 voorgeschreven kenteeken worden aangetroffen en waarvan de eigenaars onbekend zijnworden ter beschikking der politie gesteld. Art. 13. Verzuim van aangifte, onjuiste vermelding van het doel waartoe de hond wordt gehouden en in het algemeen alle ontduiking of overtreding ter zake dezer plaatselijke belasting wordt gestraft mot eene geldboete ten bedrage van het dubbele der verschuldigde belasting doch ten minste vijf gulden. Echter zal het niet voldoen aan het voorschrift van art. 11 niet als overtreding worden beschouwd, wanneer blijkt dat de belasting is betaald of wel dat van den hond behoorlijk aangifte is gedaan. Art. 14. De aanvragen om afschrijving van deze belasting geschieden schriftelijk aan burgemeester en wethouders. Art. 15. Deze verordening treedt in werking te gelijk met het op heden vastgesteld besluit tot heffing dezer belasting en vervangt alsdan die van 24 Mei 1866 waarbij dezelfde aangele genheid werd geregeld. Vastgesteld den De Raad der gemeente. Leeuwarden. MEMORIE van toelichting bij de verordening op de invordering eener belasting op het hou den van honden in do gemeente Leeuwarden, vastgesteld den De toepassing der thans geldende bepalingen voor de invor dering der belasting op het houden van honden levert geen vol doenden waarborg op, dat wegens al de daarvoor in de termen vallende honden belasting wordt betaald. Olschoon het moegelijk is zulks voldoende te constateren meent men toch te mogen aannemendat verschillende houders van honden er voortdurend in slagen de genoemde belasting te ontduiken. Uit dien hoofde is het noodzakelijk geacht die bepalingen aan te vullen met voorschriften, bij welker toepassing met beter gevolg dan tot dusverre tegen ontduiking der belasting kan worden gewaakt. Daartoe zullen kunnen strekken de in bijgevoegde verorde ning opgenomen nieuwe artikelen 9, 11, 12 en 13. Tengevolge daarvan was tevens noodig wijziging der redactie i den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877. van art. 8, in voege als heeft plaats gehad, dewijl betaalbaar stelling der aanslagen in twee termijnen een goede handhaving van de artikelen 9, 11 en 12 dermate zou belemmeren, dat de daarbij voorgeschreven maatregelen geen doel konden treffen. Om te kunnen doen controleren of belasting wordt betaald wegens al de honden binnen de gemeente gehouden wordende wordt het meest doelmatige middel geacht jaarlijks aan iederen houder van honden, bij betaling van de belasting een kentee ken uit te reiken voor eiken hond, waarop de aanslag betrek king heeft. Te dien einde behelst art. 9 het vereischte voorschrift. Bij art. 11 wordt de eigenaar, bezitter of geleider van een hond verpligt om te zorgen dat dit dier het daarvoor bestemde kenteeken draagt aan een halsband, op zoodanige wijze dat het naar behooren zigtbaar isterwijl krachtens art. 12 èe honden, niet voorzien van het kenteeken en waarvan de eigenaars onbekend zijnter beschikking van de politie worden gesteld. Deze laatste bepaling is vooral noodzakelijk omdat zoo dik wijls honden worden aangetroffen, waarvan de eigenaars niet kunnen worden aangewezenwanneer de houdersdie in vele gevallen zich als eigenaars gedragenhet cigendomsregt op de honden ontkennen. Art. 13 is aan deze verordening toegevoegd, uit hoofde de raad van oordeel is datbij gebreke van eenige strafbepaling in deze verordening, tegen overtreding van de daarin opgeno men bepalingen geene straf is bedreigd dewijl de artikelen 271 en 272 der gemeentewetals betrekking hebbende op de dus genoemde verbruiksbelastingen ten dezen niet toepasselijk kun nen worden geacht. De Raad der gemeente Leeuwarden Bijlage tot het verslag der handelingen van VOORSTEL van de verordening-commissio tot geldigverklaring van bestaande verordenin gen tegen wier overtreding straf is bedreigd en tot intrekking der verordoning houdende bepalingen tegen de verspreiding der honds dolheid. Leeuwarden 1 Febr. 1877. Den 8 February 1872 stelde de raad ingevolge art. 178 der ge meentewet eene verordening vast tot herziening en geldigverkla ring van de verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd. Het tijdstip is dus daar op nieuw gelijke verordening vast te stellen. Wij hebben de eer u daartoe een ontwerp aan te bieden. Wij vestigen uwe aandacht er op, dat in het ontwerp niet zijn opgenomen 1°. de verordering houdende bepalingen tegen de versprei ding der hondsdolheid, vastgesteld den 17 February 1853, ge wijzigd den 9n November 1871 2°. het reglement op het beurtveer tusschen Amsterdam en Leeu warden vastgesteld den 24 Mei 1855, gewijzigd don 13 Junij 1861. Het weglaten van eerstgenoemde verordening heeft tot'grond dat in het onderwerp is voorzien bij de wet van 5 Junij 1875 (Stbl. no. 110) tot vaststelling van bepalingen bij het voorko men van hondsdolheid en wel derwijzedatnaar ons gevoelen de verordening ingevolge art. 151 der gemeentewet heeft opge houden te geldenalthans in hoofdzaakvoor de regelmatigheid en zij 't ook ten overvloedeis het ons evenwel voorgekomen dat de raad goed zal doentoch over te gaan tot eene uitdruk kelijke intrekking van de verordening. Een daartoe strekkend ontwerp voegen wij hierbijvan eene geldigverklaring van het reglement op liet beurtveer tusschen Amsterdam en Leeuwarden kan geen sprake meer zijnnu de Hooge Raad bij arrest van den 18 April 1876 dat reglement niet verbindend heeft verklaard. Het ligt in ons voornemen u weldra een voorstel te doen toe komen tot eene nadere regeling van deze zaak. Dit geldt mede van eenige in het herzienings-ontwerp opge nomen verordeningen, waarvan wijziging ons is gebleken noo dig te zijnen in 't bijzonder van de verordening ter voorko ming en blusschmg van brand, vastgesteld den 9 Maart 1865, waarvan eommige artikelenhetzij geheelhetzij ten deele regtsgeldigheid hebben verloren door de invoering der wet van 2 Junij 1875 Staatsblad no. 95) tot regeling van het toezigt bij het oprigten van inrigtingenwelk gevaarschade of hinder kunnen veroorzaken. De Commissie voor de Strafverordeningen (get.) J. Bi E RU MA OOSTiNG. (get.) W. J. v. W. RENGERS. E. ATTEMA. J. L. v. SLOTERDIJCK. E. JONGSMA. A. DUPARC. ONT WERP-VERORDENING houdende geldig verklaring van bestaande verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd. De raad der gemeente Leeuwarden. Gezien art. 178 der wet van 29 Junij 1851 {Staatsbladno. 85) Herzien de plaatselijke verordeningen dezer gemeente, tegen wier overtreding straf is bedreigd Besluit a. Te verklarendat nog gelden de volgende plaatselijke verordeningen 1. Verordening, houdende een wijk-reglemcnt voor de ge meente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit vau deu 29 Junij 1854, afgekondigd den 31 Julij 1854. 2. Verordening, regelende de inrigting, het gebruik en de politie van de openbare waag der gemeente Leeuwardenvast gesteld bij raadsbesluit van den 19 Junij 1856, afgekondigd den 10 Julij 1856gewijzigd bij raadsbesluit van den 10 February 1859afgekondigd den 21 Maart 1859. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877. 7 3. Verordening, regelende de politie over de schouwburgen, herbergentapperijen en alle voor het publiek openstaande ge bouwen cn zamenkomstenopenbare vermakelijkhedenloterijen enz. in de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit van den 11 September 1856, afgekondigd den 8 October 1856, aangevuld bij raadsbesluit van den 10 December 1857afgekon digd den 28 December 1857 gewijzigd bij raadsbesluit van don 9 November 1871 afgekondigd den 12 December 1871. 4. Verordening van politie op het verkoopen enz. van vleesch, visch on vruchtenwaarvan het gebruik voor do gezondheid schadelijk kan zijn vastgesteld bij raadsbesluit van den 9 Octo ber 1856, afgekondigd don 11 October 1856. 5. Verordening op de markt-politie te Leeuwarden, vastge steld bij raadsbesluit van den 27 September 1860, afgekondigd den 16 October 1860, gewijzigd bij raadsbesluit van den 9 Mei 1867, afgekondigd den 21 Mei 1867; van den 12 Maart en 9 April 1874afgekondigd den 15 April 1874. 6. Verordening van politie op het leggen dor schepen en op de scheepvaart in de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit van den 27 September 1860, afgekondigd den 20 October I860, gewijzigd bij raadsbesluit van 22 November 1S66, afgekondigd den 8 December 1866, en bij raadsbesluit dd. 11 November 1875afgekondigd 29 November 1875. 7. Verordening regelende do verpligting tot kennisgeving van de verhuizingen binnen de gemeento Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van den 10 April 18G2, afgekondigd den 22 April 1862. 8. Verordening van politie ter voorkoming en blussching van brandvastgesteld bij raadsbesluit van den 9 Maart 1865af gekondigd den 11 April 1865. 9. Verordening van politie op het begraven en de begraaf plaatsen in de gemeento Leeuwardenvastgesteld bij raadsbe sluit van den 23 Junij 1870, afgekondigd deu 26 Julij 1870, ge wijzigd bij raadsbesluit dd. 24 April 1873, afgekondigd 15 Mei 1873. 10. Verordening op het aanleggen, onderhouden on gebruiken der openbare ijsbanen in de gem. Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbe sluit van 9 January 1873, afgekondigd den 28 Januarij 1873. 11. Verordening tot voorkoming, wering en beteugeling van besmettelijke ziektenvastgesteld bij raadsbesluit van 24 April 18 3afgekondigd den 15 Mei 1873. 12. Verordening op het houden of mesten van varkens binnen de bebouwde kom der gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit van 24 April 1873, afgekondigd den 15 Mei 1873. 13. Verordening op het bouwen en inrigten van woningen, zoomede tegen het bewonen van voor de gezondheid nadeelige woningen, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 February 1874, afgekondigd den 24 Maart 1874. 14. Verordening, regelende het gebruik cn de politie van de veemarkt te Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluiten van 12 Maart en 9 April 1874, afgekondigd den 14 April 1874, gewij zigd bij raadsbesluit van 11 November 1875, afgekondigd den 29 November 1875. 15. Verordening betreffende de instandhoudingbruikbaar heid reinheidvrijheid en veiligheid der openbare wegenbrug gen verenwateren vaarten stratenplantsoenen pleinen en andere plaatsen, tot geineene dienst van allen bestemd, in de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit van 23 Maart 1876afgekondigd den 11 April 1876. 16. Verordening betreffeude de verdeeling der gemeente Leeuwarden in wijken en nummering der gebouwenvastgesteld den 23 Maart en 13 April 1876 afgekondigd den 12 cn 14 April 1876 gewijzigd bij raadsbesluit van 28 December 1876 afge kondigd den 1877. (Treedt in werking den 1 Julij 1877, met welk tijdstip de verordening vermeld onder no. 1 van deze lijst is ingetrokken.) 17. Verordening op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen te Leeuwarden, vastgestehl hij raadsbesluit van 26 October 1876afgekondigd den 23 November 1876. (Treedt in werking op een nader door den raad to bepalen tijdstip.) 18. Verordening tot instandhouding van de goede orde op de buitenpleinen van- en de toegangen tot hot spoorweg-station alhier, 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 4