MEMOIIIE VAN TOELICHTING Bijlage no, 20. t y ;iA Mt Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1877. BEGROOTING 1878. Sommen 6b Voorgedragen Bommen. over 1877 Volgno 3 2 O O .2 'öJ O 2 Artikel toegestaan. K INKOMSTEN. 1 1 i f 21,890.49 f 21,628.13' 4 35,000.— 2 II I i 13,951.24 13.890.66 3 V V 2 956.74 958.32 4 V III 1 24,983.49 25,354.12 5 1) IV 1 146,581.64 127,375.50 6 1) VI 1 1,500.- 1,100.— 7 V VII 1 600.- 575.- 8 n VII 1 300.- 300.- 9 V 7» 2 7,730.50 6,845.50 10 V 3 941.— 1,081.- Leeuwarden, voor het dienstjaar 1878. De gemeente-rekening over 1876 sluit met een batig saldo van ƒ56,890.49. Dat bedrag kan echter niet in zijn geheel onder de inkomsten voor 1878 wor den opgenomenomdat over een gedeelte daarvanten bedrage van f 35,000. moet worden beschikt ten behoeve van de dienst 1877 ter verevening in dat jaar van uitgaven voor buitengewone werkenwaarvan de uitvoering in 1876 is aan gevangen doch niet zoo tijdig voltooid, dat de daarvoor te besteden kostentot welker bestrijding de middelen bij de begrooting waren aangewezen, alle in de rekening over dat dienstjaar konden worden aangebragt. Gedeelte van het saldo der rekening, dienstjaar 1876, dat op de begrooting van 1877 moet worden aangebragt. De raming der opbrengst van de gemeente-opcenten op de grondbelasting is gebaseerd op de hoofdsomaangebragt op het voor 1877 vastgesteld kohierbe dragendevoor de gebouwde eigendommen 34,878.10 ongebouwde 9,567.41. Even als de vorige jaren is de vermoedelijke opbrengst van de opcenten op de personele belasting berekend naar de hoofdsom uitgetrokken op de primitieve kohieren der loopende dienst en die op de suppletoire kohieren van het dienst jaar daaraan voorafgaande te zamen bedragende 83,278.335. De beide laatste voljaars en de 4 suppletoire kohieren over het dienstjaar 1876/77 bedragen p. m. 1,250.minder in hoofdsom dan die over 1875/76. De raming voor 1878 tot een lager cijfer dan voor 1877 staat daarmede in verband. Als opbrengst der belasting op het inkomen is in ontvang gesteld het bedrag dat bij eene heffing naar 3.75 ten honderd kan worden verkregen van het be lastbaar inkomen van het primitief kohier over 1877, tot een cjjfer van 3,988.616. De geraamde opbrengst is nagenoeg f 19,000.hooger dan het op de begroo ting voor 1877 uitgetrokken bedrag, tengevolge der belangrijke verhooging die het belastbaar inkomenzooals dit onder toepassing der nieuwe regeling dezer belasting, op het kohier van dat jaar werd gebragt, heeft ondergaan in vergelijk met het cijfer dat tot grondslag der raming was genomen. Die verhooging heeft er toe geleiddat voor 1877 slechts 88 ten honderd van den aanslag der belastingschuldigen invorderbaar kon worden verklaardwaar door dus de percentage feitelijk tot 3.30 ten honderd werd verminderd. Met het oog echter op de klimmende uitgaven der gemeente komt het onge raden voor eene gelijke vermindering bij de begrooting voor dit jaar toe te pas sen en heeft men gemeend het bedrag der directe belasting tot de uitgetrokken som te moeten aanbrengen. Zoodoende zullen de gewone nitgaven uit de ge wone inkomsten kunnen worden bestredenzonder tot dat einde het bij deze be grooting aangebragte nog beschikbaar gebleven gedeelte van het batig slot der rekening van 1876 te benuttigen, waarvoor trouwens te minder grond bestaat, omdat dit saldo nagenoeg geheel van buitengewonen aard isals meerendeels voort gesproten, hetzij uit mindere uitgaaf voor buitengewone werken en aflossing van schuldof uit meerdere inkomsten uit de exploitatie der gasfabriek. In 1877 zal blijkens het primitief en het eerste suppletoir kohier de opbrengst dezer belasting 1,502.25 bedragen. Deze meerdere opbrengst is een gevolg van de nieuwe verordening op de in vordering dezer belastingdie in Junij 1877 in werking is getreden. De opbrengst van deze belasting is tot een hooger cijfer uitgetrokkenmet het oog op de ontvangst in de jaren 1876 en 1877. In 1876 is op dit artikel ƒ309.90 ontvangen. In 1876 is op dit artikel ontvangen ƒ7,720.95. Onder dat bedrag is begrepen de opbrengst van de belasting, sedert 8 Mei 1876 geheven bij de Wirdumerpoortsbrug. De opbrengst van het pontveer tegenover de Oosterstraat is van 1 Julij 1877 tot 1 Julij 1880 verpacht voor 150.per jaar; die van het veer bij het zieken huis gedurende het zelfde tijdvak voor f 541.per jaarterwijl de raming van Bijyohbsel behoorende bij de Lbeumirder Courant. 16

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1877 | | pagina 55