n
v
9
n
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1877.
'r - ter' •■aT ^ïP*y
3,000
6,773.—
Na de vaststelling der begrooting is evenwel dat plan door den directeur der
gemeentewerken aan onze beoortleeling onderworpen.
Bij onderzoek van dat plan is het ons, na gehouden overleg mot eene com
missie uit de voogden van de stads armenkamer geblekendat de voorgestelde
vergrooting hoe doelmatig het plan overigens ook zij geene afdoende verbetering
geeften het alzoo te voorzien isdatindien tot uitvoering van het ontwerp
werd beslotenbinnen een betrekkelijk kort tijdsbestek op nieuw tot uitbreiding
van die inrigting moet worden overgegaan.
In deze omstandigheid hebben wij aanleiding gevonden den directeur der ge
meentewerken op te dragen een plan te ontwerpen voor een nieuw armhuis, te
stichten op een geschikt open terrein.
Zoodra dat plan voor behandeling vatbaar is zullen wij in overweging nemen,
in hoe ver dat aanbeveling verdientboven de vergrooting van het bestaande
armhuis.
In afwachting daarvan wordt thans een post voor de vergrooting van het arm
huis of stichting van een nieuw gebouw voor memorie voorgedragen.
Om dezelfde reden als in 1877 wordt deze post voor memorie aangebragt.
De gemeentescholen no. 2 en 3, die in 1877 in gebruik zijn genomen zullen in 1878
worden geverfdwaarvoor volgens de raming van den directeur der gemeente
werken de voorgestelde som zal worden vereischt.
Alsvoren.
VolgeDs raming van den directeur der gemeentewerken zal voor meubilair ten
behoeve van de openbare school op den hoek der Oosterstraat, die in 1878 in ge
bruik zal worden genomen 3,500.worden vereischt.
Deze som wordt vereischt voor het maken van een riool van het koffijhuis „de
Os" langs eenige huizei van de Nieuwstad tot voor de steegtusschen Nieuw-
stad nos. 160 en 158, en van daar tot de stadsgracht.
Dit riool is noodzakelijk tot verbetering van den zeer onvoldoenden toestand
waarin het bestaande riool verkeert.
Deze som wordt vereischt voor hot wegruimen der bestaande en het plaatsen
nieuwe buizen en lantaarns van de Tuinsterbrug langs de Oosterkadede
Keizersgracht, het Blokhuisplein en den Nieuwenweg naar den Wirdumerdijk en
voor de verlenging van het buizennet op het Vliet en langs Oldegalileën.
Deze som is noodig om een gedeelte van den weg naar de Bontekoe te ver
nieuwen.
Aan het einde der toelichting omtrent de artikelen aangebragt op afd. VII van
hoofdstuk III wordt opgemerkt, dat de op die afdeeling voorgedragen uitgaven
van buitengewonen aard, ad 22,500.kunnen worden gedekt zonder dat te
dien einde eene geldleening noodig isaangezien tegenover de 6,000.ver
eischt voor uitbreiding van het pijpennet, staat de meerder geraamde ontvangst
boven de geraamde uitgaaf wegens de exploitatie der gasfabriekterwijl het over
blijvend bedrag ad 16,500.- voor 2/3 gedeelte kan worden bestreden door de
geraamde ontvangst voor verkoop van perceelen bouwterreinzoodat van de op
de begrooting aangebragte uitgaven voor buitengewone werken nog 5,500.uit
het onder de inkomsten opgenomen saldo van do voorvorige dienstvoor zooveel
dit niet tot buitengewone aflossing van schuld wordt dienstbaar gemaakt, kan
worden bestreden.
Ten vorigen jare werd op dit art. in uitgaaf gesteld een bedrag van f 300.
0. a. voor de aanschaffing van een slangenwagen. Dergelijke buitengewone uit
gaaf wordt voor 1878 niet noodig geacht.
Intusschen is voor kosten van voorzorgmaatregelen 200.meer aangebragt,
overeenkomstig het verlangen van liet collegie brandmeestersdat ten dezen over
1876 eene uitgaaf had van ƒ749.025, door het instellen van eene wachtspuitdienst
bij nacht, welke maatregel als zeer nuttig moet worden aangemerkt.
Verder is voor onderhoud van het materieel en de bewaarplaatsen ƒ100.
minder geraamd, omdat in het onderhoud van de militaire spuit voortaan door
het rijk wordt voorzien.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1877.
101
BEGROOTING 1878.
Sommen
Volgno.
Hoofdstuk.
Al'dci'ling.
Artikel.
Voorgedragen
sommen.
over 1877
toegestaan.
UITGAVEN.
135
IV
2
f
15
15.
136
V
11
1,951.
51
1,778.
137
2
n
120.
51
1,000.
138
3
r
2,400.
55
2,406.
139
4
7)
800.—
1
s
L—
140
51
5
55
100.—
120
141
15
6
55
45
45.
142
7
n
900.—
900.—
143
VI
I
1
51
350
350.—
144
D
II
1
51
800.—
800.—
«145
n
2
15
100.—
100
146
3
51
200.—
n
200.—
147
15
4
n
200.—
51
100.—
148
n
5
T)
825.—
825
149
n
71
6
■n
625
150
d
ui
1
r>
23,957.—
51
23,957
151
D
2
51
75.—
60.—
152
3
yt
16.64
16.64
153
n
IV
1
n
150.—
5)
150.—
154
51
55
2
51
450.—
15
400.—
155
D
55
3
1,100.
51
1,100.—
156
1)
55
4
55
125.
55
100.—
157
H
y)
5
n
50.
51
50.—
158
J)
n
6
•n
3,380.-
3,380.—
159
1)
55
6a
364.—
364.—
160
55
7
15
500.—
500.—
161
7)
n
8
n
350
51
225.—
162
1
9
n
700
50
De raming der onderhoudskosten van de bij dit artikel bedoelde gebouwen voor
1878 levert in de onderdeden eenig verschil op met die voor 1877, zonder dat
de cijfers der beide dienstjaren eenigzins belangrijk uitecnloopen.
Over 1878 wordt voor de goede instandhouding van de Irnsumerzijl en brug
met bijbehoorende woning geeue buitengewone uitgaaf noodig geacht.
Het voor dit art. geraamd bedrag is op eene effene som gebragt, die ten be
stemden einde voldoende zal zijn.
Tengevolge der stichting van twee schoolgebouwen die met de zich daarin be
vindende meubelen tegen brandschade zijn verzekerd en met het oog op de stich
ting van een dergelijk gebouw, wordt op dezen post ƒ100.— meer uitgetrokken.
Voor de op dit artikel te verantwoorden uitgaaf is in den regel de som van
ƒ100.wel toereikend, dewijl het meerendeel der op eene verpachting vallende
kosten ten laste der pachters wordt gebragt.
Het in 1876 en 1877 herhaaldelijk voorkomen van besmettelijke ziektenleidt
er toe, dat, ter uitvoering der deswege bestaande wettelijke bepalingen, op ver
schillende wijze uitgaven ten laste der gemeente komendie over een dienstjaar
liet bedrag van 100.verre overtreffen. Uit dien hoofde wordt thans het dub
bele dier som in uitgaaf gesteld.
I11 verband met de toepassing der in 1877 in werking getreden verordening op
de huizen van ontucht en de publieke vrouwendient bij de begrooting eene som
beschikbaar gesteld te worden voor de daaruit voortvloeiende kostenzoover deze
als uitgaven voor gezondheidspolitie zijn aan te merken. Daartoe is dit artikel
alhier aangebragt.
Met het oog op de uitgaaf over 1876die 70.08'1 beliepis de raming voor
dezen post verhoogd.
Het ten kohiere brengen van een grooter getal aangeslagenen in de belasting
op het inkomen geeft aan dat kohier zoodanige uitbreidingdat voor zegelen een
hooger bedrag noodig is dan tot dusverre werd besteed. Over 1876 was de uit
gaaf op dit artikel reeds ƒ398.43.
Voor het rondbrengen der aanslagbilletten wegens de directe belastingen en
schoolgelden wordt aan den daarmede belasten persoon eene toelage verstrekt
van 75.Na verantwoording van die som op dit art. blijft thans voor bureau
behoeften en bindwerk slechts 25.beschikbaarwelk bedrag is gebleken tot
dat einde ontoereikend te zijn.
Bij de vermeerdering van het getal aangeslagenen op de kohieren der directe
belastingenis het te voorzien dat wegens vervolgingskosten een grooter bedrag
zal moeten worden uitgekeerd dan in voorgaande jaren.
Over 1876 beliep dat bedrag reeds ƒ288.15, met het oog waarop thans 350.
wordt voorgedragen.
De toepassing der in 1877 in werking getreden bepalingen op de invordering
der hondenbelastingvordert over 1877 eene uitgaaf van ongeveer 150.voor