Bijlage no. 4.
Bijlage tot het verslag der handelingen van
Voorstel van burgemeester en wethouders om
trent het nader ingezonden plan voor de stich
ting van een gebouw voor de vereoniging „de
Harmonie"op e9n godeelte van den Prinsen
tuin en daaraan grenzende openbare wandel
plaats.
MIJNE HEEREN
Den 26 April 1877 is door u besloten
I. litt. a, voorbehoudens goedkeuring van heeren gedepu
teerde staten, ten behoeve van de op te rigten vereeniging de
Harmonie een regt van opstal te vestigen op eene oppervlakte
gronds ter grootte van ziz 2236 centiare, uitmakende het noord
oostelijke gedeelte van don Prinsentuin, en een gedeelte van
de daaraan grenzende openbare wandelplaats, aangeduid op de
overgelegde schetsteekening, en voorts op de voorwaarden om
schreven in de overeenkomst
b. aan de publieke dienst te onttrekken het gedeelte der
openbare wandelplaats sub a bedoeld.
II. Goed te keuren het door de commissie bij missive van
den 6 Juiij 1876 overgelegd ontwerp van bebouwing van het
terrein sub I a. bedoeld.
III. Burgemeester en wethouders te magtigen aan het sub
I a. beslotene uitvoering te geven, binnen drie maanden nadat
de vereeniging de Harmonie op wettige wijze zal zijn geconsti
tueerd, mits die constitutie binnen zes maanden na dagteeke-
ning van het raadsbesluit zal zijn tot stand gekomen.
IV. Vast te stellen de in het besluit omschreven overeen
komst tot vestiging van een regt van opstal ten behoeve van
de vereeniging de Harmonie.
De commissie van de op te rigten vereeniging de Harmonie
heeft zich intusschenzoo als u bekend is, bij adres van den
20 October 1877 tot u gewend, met verzoek om te besluiten
den termijn gesteld bij uw bovengemeld besluit, dd. 26 April
1877, no. 17 sub III, te verlengen met zes maanden.
De adressante vestigde in haar aangehaald adres uwe aan
dacht, op het besluit van aandeelhouders der Harmonie om het
te stichten gebouw op eenvoudiger wijze in te rigten dan was
aangegeven in het door u goedgekeurd plan, aangezien tot ver
wezenlijking daarvan de noodige finantiële middelen ontbraken.
Naar aanleiding van dat verzoek is, overeenkomstig ons daar
toe strekkend voorstel, in uwe vergadering van den 22 Novem
ber 1877 besloten, met wijziging van het beslnit van den 26
April 1877, no. 17 sub III, den termijn, gesteld voor de con
stitutie der vereeniging de Harmoniemet zes maanden te ver
lengen en alzoo te bepalen op één jaar, onder voorwaarde,
dat het gewijzigd plan van het te stichten gebouw aan sraads
nadere goedkeuring moet worden onderworpen.
Het plan van het te stichten gebouwingerigt volgens het
bovenbedoeld besluit der aandeelhouders en door dezen goed
gekeurd, heeft het voorloopig bestuur der vereeniging de Har
monie, bij missive van den 6 Februari] j.l. aan ons ingezonden,
met verzoek het ter goedkeuring aan uwe vergadering aan te
bieden.
Nadat wij met eene commissie uit het voorloopig bestuur
over het nieuwe ontwerp hadden geconfereerd, hebben wij dat
in handen gesteld van den directeur der gemeentewerkenten
einde daaromtrent te dienen van berigt en raadof er uit een
oogpunt van welstand of eenig ander gemeentebelangook be
zwaren bestaan tegen de stichting van bedoeld gebouw op de
wijze, als volgens het overgelegd plan wordt voorgesteld.
De directeur gaf daarop bij missive van den 26 February j.l.
no. 39/1 te kennendat naar zijne meening de breedte van den
toegangsweg naar den tuinbedragende niet meer dan 6.50
meter, veel te gering is en minstens 10 meter moet zijn zoo-
BlJVOEGSEL BEHOOREHDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT.
len gemeenteraad te Leeuwarden, 1878. 11
dat hij in verband daarmede adviseert, de plaatsing van het
gebouw zoo als het op de grondteekening is aangewezen, in zoo
verre te wijzigendat de noordoostelijke hoek van het gebouw
zooveel noordelijker worde geplaatst dat de toegangsweg naar
den tuintusschen de schutting en het hek langs het ontwor
pen gebouw, minstens de breedte van 10 meter verkrijge.
Tegen die wijziging bestaan bij het voorloopig bestuur geene
bedenkingen.
Wij hebben daarop het meergemeld ontwerp van bebouwing
naauwkeurig nagegaan en vergeleken met dat, door uwe ver
gadering goedgekeurd bij besluit van den 26 April 1877 no. 17.
Daarbij is het ons gebleken dat tegen het thans ingediend plan
overwegende bezwaren bestaan.
Op de hierbij gevoegde situatie teekeninggemerkt A, is
aangeduid
1. met roode arcering, de platte grond van het goedgekeurd
plan
2. met zwarte arcering, de platte grond van het nu aange
boden ontwerp-gebouw.
Uit eene vergelijking van deze twee plannen blijkt dat het
goedgekeurde ontwerp in langwerpigen vorm zoude worden ge
plaatst op het noordoostelijk gedeelte van den tuin en het daar
aan grenzend gedeelte van de openbare wandelplaats en zijn
hoofdingang zoude hebben aan den noordwestelijken hoek van
het gebouw, gelegen aan de publieke wandelplaats.
Het thans aangeboden ontwerp gebouw is minder lang, maar
daarentegen veel breeder, terwijl de hoofdingang aan den zuid
oostelijken hoek aan de zijde van het Schoenmakersperk is.
De gevolgen van deze wijzigingen zijn onder anderendat
niet, zoo als bij uw besluit van den 26 April 1877 is bepaald
het gebouw op het noordoostelijk gedeelte van den Prinsentuin
en aangrenzend terrein zal worden gesticht, maar dat het na
genoeg het geheele oostelijke gedeelte van den tuin zal in
nemen
dat onderscheidene stamboomenen daaronder zeer mooije
exemplarenbij den ingang van den tuin aan de zuidoostzijde
moeten worden gerooid
dat de hoofdingang van het gebouw onmiddelijk zal komen
naast den hoofdtoegang tot den tuin en dat eene oppervlakte van
ongeveer 300 centiare vóór het gebouw, als plein bij de publieke
straat getrokken en alzoo zal moeten worden bestraat.
Voor het goedgekeurde plan zouden 1721.33 centiare van den
tuin en 556 74 centiare van de wandelplaats, dus te zamen 2278.07
centiare grond voor de stichting van het gebouw zijn afgestaan,
terwijl bovendien 529.49 centiare van den tuin en 182.47 centiare
van de aangrenzende publieke wandelplaatsals terrein bij het
gebouw aan de tegenwoordige bestemming zouden zijn onttrokken..
Het terrein voor het goedgekeurde plan is alzoo 2990.03 cen
tiare groot.
Het nieuwe ontwerp eischt voor het gebouw
Van den tuin 1521.07 centiare
en van de wandelplaats 554.60
Alzoo te zamen 2075 67
terwijl het terrein vóór en aan de zijden van 't gebouw, 835.57
centiare van den tuin en 339,37 centiare van de wandelplaats
zal innemen; makende te zamen 3250.61 centiare.
Eischt derhalve de stichting van een gebouw naar het gewij
zigd plan niet meer terrein als is toegestaan bij uw besluit van
den 26 April 1877no. 17door de plaatsing van het gebouw
op de wijze als door het bestuur der vereeniging is ontworpen,
gewijzigd in voege als door den directeur der gemeentewerken
is aanbevolenzal evenwel meer oppervlakte van den tuin ver
loren gaandan bij uw zooeven aangehaald besluit is toegestaan,
dewijl de plaatsing van een ijzeren hek rondom bet nu gepro
jecteerde gebouwtot afscheiding van het afgestane terrein van
den Prinsentuinnoodzakelijk maakt dat van den tuin ruim
2356 centiare wordt afgenomen.
4