n—
70
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1879.
BEGROOTING 1880.
r*
3
bo
3
a
co
22
<D
O
O
W
Vooi gedragen
INKOMSTEN.
II VIII
11
1(2
Sommen
over 1879
toegestaan.
150.- 150—
15,051.— 15,062.50
7,496.40 7,769.20
3,555—
580—
220—
575—
3,320.- I
482.16
4,030—
3,555—
580—
220—
17—
731.50
3,350.
482.16
4,505—
d. aan de lagere scholen, krachtens raadsbesluit d.d. 5 Sept. 1871 en 8 Aug. 1878,
goedgekeurd bij kon. besluiten van 20 Oct. 1871, no. 28, en 18 Oct. 1878, no. 4.
Aangezien deze opbrengt uit den aard der zaak zeer wisselvallig is, wordt
daarvoor telken jare eene gelijke som voorgedragen.
Op de verschillende onderdeelen van dit artikel zijn de huursommen aange-
bragt volgens de tegenwoordige contracten van verhuring.
Ook de verschillende onderdeelen van dit artikel zijn geraamd in overeen
stemming met de bestaande contracten van verhuring.
In verband met de uitbreiding van het armhuis, ten behoeve waarvan de
woningen in de Yvobrouwerssteeg en in de Haniasteeg moeten worden ge-
amoveerd, zijn voor die woningen geene huursommen uitgetrokken.
Van Mei 1878 tot Mei 1883 is de exploitatie van den prinsentuin voor de
uitgetrokken som verpacht.
Gelijk geraamd als voor 1879met het oog op de gehouden verpachting
in dat jaar.
Evenals ten vorigen jare geraamd naar de gemiddelde opbrengst over de
laatste jaren.
Opbrengst van de laatst gehouden verpachting.
In verband met het raadsbesluit, waarbij is bepaald, dat van de kapitalen,
door de gemeente ten behoeve van de stads bank van leening verstrekt, in
plaats van vijf procent, zooals tot nu toe geschiedde, eene rente zal worden
vergoed van 4Va ten honderd in het jaar, is op onderdeel b van dit artikel,
ook met het oog op het hooger bedrag der van de spaarbank op te nemen
gelden, een lager cijfer als ten vorigen jare in ontvang aangebragt.
22,300.22,000.Ter berekening dezer interest, is genomen het saldo debet der gasfabriek
aan de gemeente op 1 Januarij 1879, volgens daarvan opgemaakte rekening
courant, onder bijvoeging van het bedrag der in 1879 door de gemeente te
betalen vergoeding voor de uitbreiding en verbetering van de straatkanalisatie.
24.18.De voorgedragen sommen komen overeen met die in de betrekkelijke
60.60.contracten vermeld.
142,868— 152,377.20 De primitieve raming der opbrengst der exploitatie van de gasfabriek
over 1879, werd bij gewijzigde begrooting met 4000 verhoogd, in verband
met de hoeveelheid cokes, bij den aanvang van 1879 in voorraad, waarvan
de opbrengst op de rekening van 1879 ten goede kwam.
Het gasverbruik in de eerste zes maanden van 1879 belangrijk minder geweest
zijnde, dan over dat tijdvak van 1878, heeft men gemeend, ook met het oog
op de steeds voortdurende lage prijzen van de petroleum, als opbrengt van
de gasfabriek geene hoogere som dan de hier uitgetrokkenedie nagenoeg
gelijk is aan het bedrag dat in 1878 werd ontvangen, te moeten aanbrengen.
Daarentegen is ook de uitgaaf voor deze inrigting aanmerkelijk lager dan
voor het nu loopende jaar geraamd.
43,400.— 51,850.In verband met de lagere prijzen, die in den laatsten tijd voor de
compost kon worden gemaakt, kan op dit artikel geen hooger bedrag dan
het uitgetrokken cijfer worden voorgedragen.
250.-
650.-
483.-
470.-
425—
450—
483—
470.25
Geraamd naar de werkelijke ontvang in 1878.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1879.
77
BEGROOTING 1880. Sommen
Volgno.
Hoofdstuk, i
Afdeeling.
Artikel.
Voorgedragen
sommen.
over 1879
toegestaan.
INKOMSTEN.
37
IV
6
3,718—
1,112—
38
7
186—
186—
39
8
85,348.12
83,946.92
40
9
150—
150—
41
J)
10
69—
66—
42
11
275—
275—
43
12
O
O
4,114—
44
13
400—
400—
45
14
5,000—
5,000—
40
15
9,955—
47
Tl
16
Memorie
48
T)
17
Memorie
49
V
I
1
40,000—
50
2
40,000—
51
i>
II
1
Memorie
52
n
2
Memorie
53
n
3
4,000—
3,485—
Het verhoogd bedrag op dit artikel uitgetrokkenis een gevolg van de te
innen korting op de jaarwedden van de leeraren van het gymnasium.
Een gelijk bedrag is op art. 4, afd. V, hoofdstuk VII der uitgaven aan
gebragt.
Als bijdrage in de kosten wegens verpleging van krankzinnige Israëlieten
in het geneeskundig gesticht te Amsterdam, wordt terug ontvangen van het
rijk ƒ39 en van de provincie ƒ54 per jaar, voor eiken verpleegde.
Evenals ten vorigen jare worden twee der hier bedoelde lijders in genoemd
gesticht verpleegd, in verhand waarmede op dit artikel eene som van ƒ186
is aangebragt.
Voor de berekening der opbrengst van het 4/5 gedeelte der rijks personele
belasting in hoofdsom en rijks opcenten is, evenals voor de berekening dei-
opbrengst van de gemeente-opcententot grondslag genomen het eerste ge
deelte van het primitief kohier, dienst 1879/80 en het bedrag der verdere
voljaarsch- en suppletoire kohieren van het vorige dienstjaar.
In 1878 is op dit artikel ontvangen ƒ164.75.
Op dit artikel werd in 1878 ontvangen ƒ67.735.
Een vast bedrag dat jaarlijks door het rijk als vergoeding voor het gebruik
van de schietbaan aan de gemeente wordt uitgekeerd.
In het vertrouwen dat het bestuur van het Sint Anthony-Gasthuis even al 4
in vorige jaren, ook in 1880 zal besluiten aan de gemeente eene bijdrage te
schenken in de kosten wegens verpleging van arme krankzinnigen, is eene som
berekend naar het tegenwoordig getal lijders, op dit artikel uitgetrokken.
Bij missive van Z. E. den minister van binnenlandsche zaken d.d. 17 April
1879, no. 18 afdeeling onderwijs, is berigt, dat bij zijner majesteits besluit
van den 11 dier maand no. 2, aan deze gemeente ten behoeve van haar Gym
nasium, te rekenen van 1 Januarij 1879 tot wederopzeggenseene subsidie
van ƒ9,955.is toegekend, zijnde de helft der kosten, na aftrek der school
gelden.
In afwachting van het in werking treden der wet van 17 Augustus 1878,
(staatsblad no. 127) houdende herziening der wet van den 13 Augustus 1857,
(staatsblad no. 103), tot regeling van het lager onderwijs, waarbij is bepaald,
dat door het rijk over elk dienstjaar aan de gemeentedertig ten honderd van
het bedrag der kosten van het lager onderwijs wordt vergoed, is dit artikel
voor „memorie" uitgetrokken.
Ter bestrijding der uitgaven op deze begrooting uitgetrokken voor het derde
gedeelte der kosten van stichting van een beurs- en waaggebouw, is op dit
artikel aangebragt de 3 serie der geldleening, vastgesteld bij raadsbesluit van
6 Junij 1878 no. 8, tot een bedrag van ƒ160,000.welke leening daarmede
in haar geheel zal zijn opgenomen.
Op dit artikel is aangebragt de tweede serie der geldleening, vastgesteld
bij raadsbesluit van 2, 14 en 26 Augustus 1879, ter bestrijding der uitgaven
van het op deze begrooting aangebragte tweede gedeelte der werken tot ver
grooting van het armhuis.
Voor opbrengst wegens verkoop van bouwterreinen, heeft men gemeend,
met het oog op de aanvragen in de beide voorgaande jaren, eene som van
ƒ4,000.te kunnen ramen.